Waterschap Hunze en Aa's
Waterwet en Wabo in het kort
Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. Daarnaast is op 1
oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht
geworden.
Hieronder worden in het kort de inhoud en de gevolgen van de Waterwet
(onder A) en de Wabo (onder B) weergegeven.
A. De Waterwet
De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater,
en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke
ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan
kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels,
vergunningstelsels en administratieve lasten.
De Waterwet vervangt de bestaande wetten voor het waterbeheer in
Nederland:
* Wet op de waterhuishouding
* Wet op de waterkering
* Grondwaterwet
* Wet verontreiniging oppervlaktewateren
* Wet verontreiniging zeewater
* Wet droogmakerijen en indijkingen (Wet van 14 juli 1904)
* Wet beheer rijkswaterstaatswerken (het zogenaamde 'natte gedeelte')
* Waterstaatswet 1900
Met de Waterwet zijn Rijk, waterschappen, gemeenten en provincies beter
uitgerust om wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging
tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor
het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening,
landbouw, industrie en recreatie. Afhankelijk van de functie worden
eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het watersysteem.
Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige
vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden
gebundeld: zes vergunningen uit de bestaande 'waterbeheerwetten' gaan
op in één watervergunning. Voor de gebruiker betekent dit vooral minder
administratieve handelingen. Voor het bevoegde gezag betekent het dat
de vergunning aan álle aspecten van het waterbeheer moet worden
getoetst.
Wie heeft te maken met de Waterwet?
Iedereen in Nederland leeft met water. Daarom heeft ook iedereen in
Nederland, direct of indirect, met de Waterwet te maken. Toch richt de
Waterwet zich vooral op overheden die betrokken zijn bij het
waterbeheer in Nederland: het Rijk, de provincies, de gemeenten en de
waterschappen. De overheden staan gezamenlijk aan de lat voor het op
orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen
maatschappelijk aanvaardbare kosten. In de Waterwet worden taken,
bevoegdheden en instrumenten opgenomen om invulling te geven aan deze
zorgplicht van de overheid. De Waterwet richt zich ten slotte
natuurlijk ook tot de gebruiker van het watersysteem.
Voor handelingen in het watersysteem moet een watervergunning worden
aangevraagd. Denk aan het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater,
het onttrekken van grondwater of het bouwen van een steiger. In de
vergunning worden voorschriften gesteld ter bescherming van het
watersysteem. Zoveel mogelijk handelingen echter zullen met algemene
regels worden gereguleerd. Wanneer dit het geval is hoeft er geen
vergunning te worden aangevraagd. Hierdoor verminderen de lasten voor
burgers en bedrijven.
Het lozen van afvalwater op het riool wordt geregeld door het gezag dat
bevoegd is voor de Wet milieubeheer, namelijk de gemeente of provincie
(afhankelijk van categorie inrichting).
Wat zijn de belangrijkste veranderingen?
De Waterwet brengt nogal wat veranderingen in de waterbeheerwetgeving.
* Voor de burger en het bedrijfsleven wordt het gemakkelijker gemaakt
de watervergunning aan te vragen. Aanvraagformulier-watervergunning
(PDF, 315kB).
Indien u alleen een watervergunning op basis van de Keur van het
waterschap wilt aanvragen: Formulieren keur.
Het formulier bevat algemene vragen die altijd beantwoord moeten
worden en vragen die alleen van toepassing zijn als bepaalde
activiteiten worden uitgevoerd. Veel actviteiten vallen onder
algemene regels, waarvoor geen watervergunning nodig is en veelal
met een melding kan worden volstaan. Het is dan ook verstandig
vooraf contact op te nemen met ons of de gemeente of vooroverleg
aan te vragen. De aanvraag kan worden ingediend bij het waterschap
of bij de gemeente waar de activiteiten zullen plaatsvinden.
* De regeling voor waterbodems is niet langer opgenomen in de Wet
bodembescherming, maar heeft een plek gekregen in de Waterwet.
* Voor lozingen op de riolering (indirecte lozing) is voortaan enkel
het Wm-bevoegde gezag in beeld (en als de Wabo van kracht wordt:
het Wabo-bevoegde gezag). Waar sommige bedrijven tot voor kort nog
een Wvo-vergunning bij het waterschap moesten aanvragen voor een
indirecte lozing, is deze vergunningplicht vervallen. Voor deze ene
activiteit is er dus geen dubbele vergunningplicht meer. Het
waterschap houdt een bindend adviesrecht + een toezichthoudende
bevoegdheid. De handhavingsmogelijkheden berusten bij het Wm
(straks Wabo)-bevoegde gezag.
Meer informatie over de Waterwet is onder andere te vinden op Helpdesk
Water.
B. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
VROM wil de verschillende vergunningen (maar ook ontheffingen en andere
toestemmingsvereisten) voor wonen, ruimte en milieu zoveel mogelijk
samenvoegen. De bedoeling is dat in de toekomst één vergunning
volstaat: de omgevingsvergunning. Het aangewezen bevoegd gezag voor de
Wabo is het gezag dat bevoegd is voor de Wet milieubeheer.
Wat verandert er?
Met het van kracht worden van de Waterwet vervalt de bevoegdheid van
het waterschap voor lozingen op het riool. Per 22 december 2009 is de
bevoegdheid overgegaan naar de gemeente of provincie. Deze lozingen
worden integraal geregeld in de omgevingsvergunning.
Voor wie?
Alle bedrijven die toestemming van de overheid nodig hebben voor het
verrichten van activiteiten die gevolgen hebben voor de leefomgeving
(bijvoorbeeld lozen van afvalwater op het riool, bouwen, verbouwen,
slopen, aanleggen, kappen en andere activiteiten waar nu een
milieuvergunning voor nodig is).
Terug naar boven | Home | waterschap@hunzeenaas.nl
Waarmerk drempelvrij.nl, 12 uit 16 ijkpunten correct; klik voor een
reactie.
IFRAME: waterKaartPopup
Your browser does not support iframes.