Ingezonden persbericht
Voorlichtingsavond zet boeren aan tot nadenken over hun ondernemerschap
Voorlichting GLB
Op 23 november 2011 heeft de heer Herman Snijders van het ministerie EL&I in de Raadszaal van gemeente Dinkelland een presentatie gehouden over de stand van zaken rondom het veranderende Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en wat dit mogelijk gaat betekenen voor de agrarisch ondernemers in Noordoost Twente. De avond werd georganiseerd door de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal en Losser, in samenwerking met de plaatselijke LTO-afdelingen. De algehele coördinatie van deze avond was in handen van Dienst Landelijk Gebied.
De heer Snijders werkt bij de Programmadirectie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bij het Ministerie van EL&I en staat Staatssecretaris Bleker bij in de discussies over het GLB in Brussel. In zijn presentatie gaf hij helder de afwegingen weer waar Henk Bleker momenteel mee te maken heeft. De bijeenkomst werd goed bezocht door circa 150 agrarisch ondernemers en een aantal daaraan gerelateerde personen zoals accountants en medewerkers uit de bankwereld. Tijdens de pauze konden vragen schriftelijk worden ingediend. Na de pauze werden de vragen door heer Snijders en de heer Jolink (werkzaam bij de Dienst Landelijk Gebied) beantwoord.
De presentatie van de heer Snijders is terug te vinden op de websites van de gemeente Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal en Losser.
Veranderende subsidies
Een deel van de het boereninkomen bestaat momenteel uit een toeslag, die zij ontvangen voor het produceren van voedsel. Eén van de redenen waarvoor deze toeslag gegeven wordt, is de voedselzekerheid; een andere reden is inkomensondersteuning. Een gezonde boerenstand is belangrijk en bovendien is het gewenst dat de boeren in Nederland kunnen concurreren op de wereldmarkt.
Toch gaat er veel veranderen de komende jaren in de landbouwsubsidies. Na de Tweede wereldoorlog halverwege de vorige eeuw werd de landbouwproductie enorm gestimuleerd. In de jaren 1960-1980 kreeg de boer bijvoorbeeld een garantieprijs per liter melk of per kilogram graan. De agrarische ondernemers zochten naar mogelijkheden om de meest maximale opbrengsten per hectare of per koe op hun bedrijf te kunnen realiseren. Nederland heeft destijds goed gebruik gemaakt van deze EU-landbouw-subsidies. Door de enorme groei in productie ontstonden in Europa ''boterbergen'' en ''wijnplassen''. Vervolgens werd de subsidie bijgesteld. Deze werd veranderd naar een subsidie per dier of per hectare; de zogenaamde MacSharry regeling. Dit is in 2003 aangepast naar de huidige toeslagrechten. Deze toeslagrechten zijn gekoppeld aan de bedrijfsresultaten behaald in het verleden. Een (intensief) bedrijf, met hoge opbrengsten per hectare of per dier had, ontvangt daardoor meer subsidie. In Nederland betek
ende dit regionaal grote verschillen in toeslagrechten. Een intensief melkveehouderijbedrijf in Noordoost Twente of een aardappelzetmeelbedrijf in de Veenkoloniën krijgt op dit moment ongeveer vier keer zoveel subsidie per hectare dan hun collega-boeren in bijvoorbeeld het veenweidegebied in Noord Holland.
Vanuit de politiek kwam de wens om deze ongelijke verdeling op te heffen die gebaseerd is opbrengsten uit het verleden. Mede omdat dit in omliggende landen in de Europese Unie ook al is doorgevoerd.
Basispremie
Die discussie op Europees niveau is nog volop in gang en zal nog zeker anderhalf jaar duren. Een aantal zaken wordt langzaam aan wel duidelijk. De grote verschillen in toeslagen tussen bedrijven in Nederland onderling worden gelijkgetrokken. Het houdt in dat een melkveebedrijf in Noord Holland straks in de dezelfde basispremie krijgt als een soortgelijk bedrijf in Overijssel.
Over de precieze hoogte van deze premie per hectare en per land wordt momenteel nog gediscussieerd op Europees niveau. De toeslag in Nederland, met hoge productiekosten (zoals hoge grondkosten, hoog arbeidsloon), zal wel hoger moeten zijn dan bijvoorbeeld in Letland. Maar Europa wil de subsidie wel gaan herverdelen onder haar lidstaten. Nederland kreeg als lidstaat traditioneel een hoge vergoeding en moet nu inleveren. Dit nivelleren wordt ook wel ''flat-rate'' genoemd.
Al met al is al wel duidelijk dat de basispremie in Noordoost Twente lager wordt. Er is zelfs berekend dat mogelijk de hoogte van de nieuwe basispremie per hectare slechts de helft zal gaan bedragen van de huidige toeslagrechten. Het inkomen van een boerenbedrijf in Noordoost Twente zal naar verwachting daardoor met duizenden euro's per jaar dalen.
Betaling voor vergroening
De agrarisch ondernemer moet straks wel aan voorwaarden voldoen om deze basispremie te kunnen ontvangen. Bijvoorbeeld moet hij een gedeelte van de cultuurgrond braak leggen, ten behoeve van biodiversiteit of gevarieerd landschap. Er is tussen de lidstaten nog veel discussie welke voorwaarden er precies moeten gelden, bijvoorbeeld welke grond wel of niet tot ecologisch focusgebied (o.a. braakliggend terrein) kan behoren. Sinds 2010 is door een nieuwe perceelsregistratie in Nederland, die onder druk van de EU is doorgevoerd, de oppervlakte subsidiabele landbouwgrond verkleind. Vooral sloten, houtwallen en andere landschapselementen zijn uit de registratie gehaald. Dit zijn nu juist oppervlakten die in aanmerking zouden kunnen komen als braakliggende terreinen.
Daarnaast wordt er nog gepraat of elke ondernemer individueel aan zijn verplichting moet voldoen om een deel van zijn cultuurgrond braak te leggen, of dat hij in een soort gebiedscollectief kan meedoen. In zo'n collectief concentreert de ene boer zich op de primaire productie en de andere boer richt zich op het realiseren van voldoende oppervlakte braakliggend terrein. Samen kan het collectief aan de voorwaarde voor de basispremie voldoen. Of dit straks ook mogelijk was, hangt nog in de discussie.
Naast de discussie over de hoogte van de basispremie en de voorwaarden van de betaling, kan elke lidstaat, dus ook Nederland, nog maatwerk leveren. In Nederland wordt gedacht aan een extra vergoeding voor natuurlijke beperkingen, zoals een kleinschalig landschap, of extra subsidies voor het stimuleren van precisie-landbouw of een aanvullende subsidie voor de bouw emissiearme stallen. Al met al moet Staatssecretaris Bleker nog flink aan de slag om subsidie voor Nederland veilig te stellen. De algehele verwachting is dat medio 2013 het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid feit is.
Oproep tot nadenken
Omdat het veranderende GLB naar verwachting een enorme impact op het inkomen van de agrarisch ondernemers in Noordoost Twente zal hebben, was het doel van de gezamenlijke gemeenten en de plaatselijke LTO, hun agrarische ondernemers zich goed bewust te laten worden van de naderende veranderingen en na te denken hoe zij hun ondernemerschap richting de toekomst op de beste manier in te kunnen zetten. De verwachting is dat de ondernemers hun eigen kanalen als eigen adviseurs en deskundigen zullen inzetten om de juiste stappen naar de toekomst toe te kunnen zetten.