Openbaar Ministerie

OM eist in hoger beroep celstraffen, hoge geldboetes en werkstraffen in zaak coffeeshop Checkpoint

5 december 2011 - Ressortsparket Den Haag

Het Openbaar Ministerie (OM) Den Haag heeft vandaag in hoger beroep gevangenisstraffen tot 18 maanden, hoge geldboetes en werkstraffen geëist tegen 17 verdachten in de zaak van coffeeshop Checkpoint uit Terneuzen. De verdachten zijn de leidinggevenden, de achterdeurmedewerkers en de `thuiswerkers', dus degenen die een actieve bemoeienis hebben gehad bij de inkoop, verwerking, opslag en vervoer van grote hoeveelheden softdrugs. De hoofdverdachte, eigenaar van de coffeeshop, hoorde de hoogste straf tegen zich eisen: 18 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk en een geldboete van EUR 50.000.

Alle verdachten wordt verweten dat zij deel uitmaakten van een criminele organisatie die zich bezighield met ernstige schending van de gedoogvoorwaarden. In casu gaat het om (het medeplegen van) de stelselmatige overschrijding van de toegestane handelsvoorraad softdrugs van 500 gram, het hebben van een voorraad buiten de coffeeshop in stashes en de verkoop aan buitenlanders waardoor drugs naar het buitenland werden vervoerd.

"Gebleken is dat de oogsten van 140 hennepkwekerijen via Checkpoint naar het buitenland zijn verkocht. Door met een gedoogbeschikking in de hand de voorwaarden stelselmatig te overschrijden hebben de verdachten het vertrouwen in het Nederlandse gedoogbeleid ernstige schade toegebracht. Door zelf een inkooporganisatie op te bouwen, opslagplaatsen en verwerkingscapaciteit te organiseren is er een criminele organisatie in het leven geroepen die op dezelfde manier moet worden beoordeeld als een andere organisatie die dezelfde taak op zich genomen zou hebben. Checkpoint moet dan ook gezien worden als een criminele organisatie", aldus het OM. Het OM is van mening dat uiteraard rekening moet worden gehouden met het gegeven dat Checkpoint heeft geopereerd binnen (maar vooral ook buiten) de niet altijd even scherpe grenzen van het gedoogbeleid maar dat geldt maar in beperkte mate. Immers de openheid die Checkpoint heeft betracht aan de voordeur vormde een schril contrast met de geheimzinnigheid en de illegaliteit aan de aanvoerkant. Daar zijn de grenzen van het gedoogbeleid overduidelijk overtreden.

Onderzoek
In 2007 startte onderzoek `Checkpoint' naar aanleiding van aanwijzingen dat de maximaal toegestane handelsvoorraad van de coffeeshop stelselmatig werd overschreden. Na een doorzoeking op 1 juni 2007 en inbeslagname van een grote hoeveelheid softdrugs werd de shop voor enkele dagen gesloten. Na heropening werd vrijwel meteen dezelfde hoeveelheid klanten, tussen de 2000 en 3000 personen per dag, bediend door Checkpoint. Het tweede onderzoek richtte zich daarom op de aanvoer van de softdrugs. Dit leidde tot een inval op 20 mei 2008. Hierbij werd wederom een grote hoeveelheid softdrugs in beslag genomen. In totaal werd tijdens de twee invallen ruim 200 kilo aangetroffen.

Rechtbank
De verdachten werden door de rechtbank veroordeeld tot lagere straffen dan door de officier van justitie geëist. Het OM stelde hoger beroep in tegen deze uitspraken. Het beroep van het OM richt zich tegen de hoogte van de opgelegde straffen. De rechtbank heeft voor de strafmaat de rol van de overheid zwaar laten meewegen. Het OM is van oordeel dat vooral moet worden gekeken naar wat de verdachten opzettelijk fout hebben gedaan.

Uitspraak op 2 februari 2011.