Rijksoverheid
Studies: effecten nieuw Europees landbouwbeleid doorgelicht
Nieuwsbericht | 02-12-2011
Boeren die nu veel inkomenssteun ontvangen gaan in de toekomst minder
Europese steun krijgen door het nieuwe Europese Landbouwbeleid. Daarbij
zijn er forse verschillen per bedrijf en regio. De inkomenseffecten
hangen bijvoorbeeld af van de bedrijfsgrootte en bedrijfsstructuur. De
glastuinbouw moet zich - met hulp van Europa - verder oriënteren op
samenwerking in de hele keten om de marktpositie te verbeteren.
Als de marktbescherming van de suikerbietenteelt door verlaging van de
importtarieven wordt afgebouwd, gaan de Nederlandse suikerbietentelers
er in inkomen op achteruit, maar kunnen dat deels compenseren door meer
bieten te telen. De suikerriettelers in de armste ontwikkelingslanden
komen echter in het gedrang als ze op de Europese markt moeten
concurreren met landen die effectiever rietsuiker produceren. Dat zijn
enkele conclusies uit verschillende onderzoeken van LEI, onderdeel van
Wageningen UR over het nieuwe Europese landbouwbeleid.
Het Europees landbouwbeleid gaat na 2014 veranderen. De Europese
Commissie heeft voorstellen gedaan om de inkomenssteun op een andere
manier te verdelen, meer in te zetten op vergroening en de
productiesteun verder af te bouwen. Dat heeft op verschillende land- en
tuinbouwbedrijven direct effect. Het ministerie van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie heeft door deze onderzoeken nog gedetailleerder
inzicht in de mogelijke effecten.
Gevolgen nieuw landbouwbeleid
De gevolgen van het nieuwe landbouwbeleid zijn voor alle boeren anders.
Het zijn vooral de intensieve melkveehouders, vleeskalverhouders en
akkerbouwbedrijven met zetmeelaardappelen die flink minder steun uit
Europa zullen ontvangen. Volgens de onderzoekers merken melkveehouders
en telers van zetmeelaardappelen het direct in de portemonnee. De
zuivel- en aardappelzetmeelmarkt reageren waarschijnlijk niet of
nauwelijks, waardoor de gevolgen grotendeels voor rekening van de
boeren komen. De coöperaties, waarin veel melkveehouders en
aardappelzetmeelboeren zitten, moeten een betere prijs voor de
producten bereiken door kwaliteit, innovatie en marktgericht werken.
Dit geldt in mindere mate ook voor de markt van rosékalfsvlees. Voor de
witvleeskalverhouders zullen de gevolgen minder groot zijn, omdat voor
deze specifieke markt een deel van de effecten kan worden doorberekend.
Suikersector
Als de plannen voor het nieuwe Europese landbouwbeleid doorgaan, heeft
dit ook gevolgen voor de suikersector. Er is berekend wat de gevolgen
zijn van de verlaging van de importtarieven voor suiker al dan niet in
combinatie met afschaffing van de suikerquota. De gevolgen van de
afschaffing van de suikerquota zijn voor de Nederlandse suikersector
beperkt. De totale productie kan met zo'n 10% stijgen en daarmee kan de
prijsdaling deels worden opvangen. De gevolgen voor de
minst-ontwikkelde landen kunnen aanzienlijk zijn als de
onderhandelingen over im- en exporttarieven met grote
suikerexporterende landen zoals Brazilië worden afgerond en de tarieven
voor die landen dalen. De minst-ontwikkelde landen betalen tot nu toe
zeer lage of geen importtarieven voor suikerexport naar de Europese
Unie. Dat voordeel raken ze kwijt en de concurrentie met landen als
Brazilië kunnen ze veelal niet aan, aldus de onderzoekers.
Kaart
Alterra (een ander onderdeel van Wageningen UR) heeft een kaart van
Nederland gemaakt met daarop de verdeling van de Europese
inkomenssteun. Daarop is te zien dat de inkomenssteun per hectare in
het westen van Nederland lager is dan in het oosten. Dat is van belang
omdat in het nieuwe landbouwbeleid er waarschijnlijk een uniforme
betaling per hectare komt die de huidige verschillen in de verdeling
van de inkomenstoeslagen per hectare zal verminderen.