Onrust en verwarring patiënten door slechte registratie indicatoren
Persbericht van Reputatiegroep
PERSBERICHT NVVC
NVVC in brandbrief aan VWS: 'Onrust en verwarring
onder patiënten door slechte registratie van indicatoren'
De Nederlandse vereniging voor Cardiologie (NVVC) pleit voor het
instellen en gebruik van zogeheten gevalideerde landelijke databases
voor prestatie-indicatoren. De NVVC heeft hierover een brandbrief
gestuurd naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS). Aanleiding is het onjuiste gebruik en verkeerde interpretatie
van prestatie-indicatoren, waardoor patiënten onnodig op het verkeerde
been worden gezet en bang worden gemaakt. Bovendien wordt hierdoor de
reputatie van zorgprofessionals geschaad. "Er vindt momenteel geen of
onvoldoende controle plaats op de onderliggende data. Gevolg is dat
data of niet zijn te vergelijken of - erger nog - niet betrouwbaar
zijn", stelt prof. Martin Schalij, voorzitter van de NVVC. "Kortom, wie
hoog scoort op sterftecijfers wordt aan de schandpaal genageld, wie
laag scoort krijgt lof. Maar in de praktijk blijkt er dan sprake te
zijn van onderregistratie of registratieverschillen."
Prestatie-indicatoren zijn ook voor de NVVC een belangrijk hulpmiddel
bij het verbeteren van de zorg, onder andere omdat de kwaliteit van de
geleverde zorg kan worden gespiegeld aan de prestaties van anderen.
Voor wat de cardiologische zorg betreft kan dan ook worden gesteld, dat
zowel de indicatoren van IGZ als de door de beroepsvereniging
opgestelde normen hebben bijgedragen aan een meetbare verbetering van
de zorg rondom patiënten met een acuut hartinfarct. Dit heeft
geresulteerd in een sterke daling van de sterfte van in ziekenhuizen
opgenomen patiënten in de laatste tien jaar.
De keerzijde van de huidige werkwijze is echter het gebrek aan controle
op de hardheid van de cijfers en de interpretatie daarvan. Schalij:
"Een schrijnend voorbeeld was recent de publicatie van zogenaamd
slechte zorg in bepaalde ziekenhuizen zonder overleg met de
beroepsgroep zelf. Vervolgens geven politici en patiëntenverenigingen
commentaar zonder kennis van zaken. Dat geldt ook voor de indicator
sterfte na eerste polikliniek-bezoek. Die is zeker hoger dan nul
procent, zoals in de publicaties naar voren komt, terwijl er geen
enkele vraag werd gesteld over ziekenhuizen die dit soort getallen
aanleverden. Integendeel, een zeer lage sterfte werd als goed
beschouwd, terwijl het feitelijk een teken van onderregistratie of
verkeerde registratie is."
Vragen over kwaliteit
Eerder al kregen diverse ziekenhuizen ten onrechte het verwijt dat ze
niet aan de kwaliteitsnormen voldeden voor bijvoorbeeld pacemakers. Het
ging echter om normen voor een beperkt aantal centra met een speciale
vergunning voor implanteerbare ICD's (Implanteerbare
cardioverter-defibrillator). "Doordat ziekenhuizen ten onrechte werd
verweten dat ze niet aan kwaliteitseisen voor cardiologische zorg
voldeden, ontstond er grote onrust onder hun patiënten en kregen
cardiologen vragen over de kwaliteit van hun werk", aldus Schalij. "Als
NVVC zijn we zeer betrokken bij de ontwikkeling van
prestatie-indicatoren en richtlijnen om de kwaliteit van zorg nog
verder te verbeteren, maar helaas dreigen we nu het tegenovergestelde
te bereiken: onrust en verwarring onder patiënten."
Met de brandbrief aan de VWS wil de NVVC een signaal afgeven en
discussie starten over het beter gebruik van indicatoren en betrouwbare
registratie. Schalij: "In feite gaat het er dus om dat deze data voor
de beroepsgroep cruciaal zijn, maar dat ziekenhuizen zelf dit soort
data niet voorhanden hebben of goed registreren. Daardoor ontstaan er
dus ongelukken. Voor de betrouwbaarheid van de zorg is het belangrijk
dat er snel meer landelijke databases komen, waar getallen uit gehaald
kunnen worden. Deze zijn er nu onvoldoende. Daarbij moeten uiteraard
ook patiënten en zorgverzekeraars worden betrokken, evenals een goede
financiering."
Utrecht, 2 december 2011
Razende Robot Reporter