Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Rembrandt-vervanger in Paleis op de Dam blijkt omhooggevallen feestdecoratie

1 december 2011

Al eeuwen hangt een donker en somber schilderij van ruim vijf bij vijf meter in een van de galerijen van het Paleis op de Dam. NWO-onderzoeker Margriet van Eikema Hommes ontdekte samen met restaurator Emilie Froment dat het mysterieuze werk nooit werd vervaardigd om honderden jaren in de hal te hangen. Hun technisch onderzoek bevestigt dat Rembrandts leerling Govert Flinck het schilderij maakte als tijdelijke decoratie ter ere van een bezoek van de Oranjefamilie. Hoewel verschillende restauraties het werk in de loop der eeuwen niet mooier hebben gemaakt, is het schilderij uniek in zijn soort: andere tijdelijke feestdecoraties zijn allang vernietigd of vergaan. Het tijdschrift Oud Holland publiceert een artikel over deze ontdekking.

De Delftse kunsthistorica Van Eikema Hommes greep de geplande restauratie van de galerijschilderingen uit het Paleis op de Dam aan om materiaaltechnisch onderzoek te verrichten aan het werk De nachtelijke samenzwering van Claudius Civilis in het Schakerbos. Dit werk hangt op de plek waar ooit Rembrandts doek met dezelfde titel hing. Maar De nachtelijke samenzwering die er nu hangt is donker en grauw en wat betreft kwaliteit niet te vergelijken met zijn illustere voorganger, waarvan slechts een fragment bewaard bleef.

Uit het onderzoek van Van Eikema Hommes en Froment blijkt dat Govert Flinck het schilderij in 1659 maakte in opdracht van het toenmalige stadsbestuur. In dat jaar bezocht Amalia van Solms, weduwe van stadhouder Frederik Hendrik, vergezeld door de Oranjefamilie Amsterdam. Om de toen nog kale galerij van het stadhuis (het huidige Paleis op de Dam) op te sieren, maakte Flinck een goedkoop waterverfstuk over de samenzwering van Claudius Civilis met de Bataven. De bedoeling was dat Flinck uiteindelijk een permanente versie van dit stuk zou maken. Hij overleed echter in 1660 en de opdracht werd aan Rembrandt gegeven. Maar Rembrandts Samenzwering werd al na een jaar verwijderd. In 1662, met bisschoppelijk bezoek aan het stadhuis voor de deur, was de plek in de galerij dus opnieuw leeg. Het werk van Flinck werd daarom van stal gehaald en bijgewerkt door Jürgen Ovens. Het opgelapte decorstuk werd door geldgebrek na 1662 nooit meer vervangen.

Kladversie van Flinck

Van Eikema Hommes en Froment konden de ware aard van het schilderij achterhalen door voorzichtig alle lagen ervan te onderzoeken. Flinck bleek een dun hennepdoek te hebben gebruikt, behandeld met een donkerbruine waterverflaag in plaats van een duurzame grondlaag die voor olieverfschilderijen werd gebruikt. Vervolgens bracht hij in vliegende vaart met zwarte en beige waterverf de figuren aan. Felle kleuren ontbreken in het origineel volledig. Dat Flinck snel moest werken om het schilderij voor het bezoek van de Oranjes te voltooien blijkt uit allerlei druipsporen van verf die de onderzoekers vonden. Blijkbaar vond Flinck het niet nodig deze sporen weg te werken.

Bijgewerkt door Ovens

Van Eikema Hommes en Froment achterhaalden ook wat de bijdrage van Jürgen Ovens aan het schilderij is geweest. Hij bracht voorzichtig een lijmlaag aan op de plekken van het doek die hij wilde bijwerken. Hij liet de donkere delen van het schilderij intact en bewerkte vooral de belichte stukken met kleurtoetsen. Ovens voegde tenslotte nog enkele figuren aan het schilderij toe, maar ook hij werkte snel en gaf de nieuwkomers met slechts een paar grove streken vorm. Uit alle details blijkt duidelijk dat ook Ovens ervan uitging dat dit werk slechts tijdelijk in het stadhuis zou hangen.

Beschadigd door restauratie

In de afgelopen eeuwen heeft de kwetsbare schildering veel te lijden gehad van de slechte bewaaromstandigheden in de galerijen. Om die reden is het schilderij regelmatig, net als alle andere werken in de galerij, gerestaureerd. Helaas werd het werk ook behandeld zoals alle andere stukken: als een olieverfschilderij. Dat heeft grotendeels gezorgd voor de wat schamele indruk die het werk tegenwoordig maakt. In de 18de eeuw werd er meerdere malen met lijm een steundoek achterop geplakt; een techniek waar veel water bij gebruikt wordt, funest dus voor een waterverfschilderij. Latere vernislagen hebben alle kleurnuance die het doek had, verborgen. Volgens Van Eikema Hommes en Froment kan het schilderij niet meer in zijn eerdere vorm hersteld kan worden, daarvoor heeft het te veel geleden.

Van Eikema Hommes en Froment werkten voor het onderzoek samen met een team van restauratoren en chemici van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Met chemisch en fysisch onderzoek legden zij gezamenlijk de verschillende lagen van het schilderij bloot. Het onderzoek van Van Eikema Hommes maakte deel uit haar Veni-onderzoek gefinancierd door NWO. Van Eikema Hommes kreeg in 2010 een Vidi van NWO, waarmee zij haar onderzoek voortzet. In de afgelopen jaren onderzocht zij ook een vijftallige serie met wandvullende doeken van Ferdinand Bol waarvan tegenwoordig de meeste in het Vredespaleis in Den Haag hangen. Half januari 2012 verschijnt haar boek over deze schilderijen.

Vanaf 2006 is Emilie Froment betrokken bij de restauratie van de schilderingen in het Koninklijk Paleis Amsterdam en werkt in dit kader bij de Universiteit van Amsterdam aan een proefschrift met als onderwerp de implicaties van de restauratiegeschiedenis van de galerijschilderingen voor hun huidige verschijning (met steun van de Stichting Gieskes-Strijbis fonds).

Over NWO

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is de onafhankelijke nationale wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks investeert NWO ruim 500 miljoen euro in toponderzoek en toponderzoekers, vernieuwende instrumenten en apparatuur, en instituten waar toponderzoek wordt bedreven. NWO financiert het onderzoek van zo'n 5000 getalenteerde wetenschappers aan universiteiten en instellingen. Selectie door middel van peer review is in handen van onafhankelijke deskundigen. NWO bevordert de overdracht van kennis naar de maatschappij en het bedrijfsleven.

..............................

Meer informatie:

* NWO, Afdeling Voorlichting en Communicatie
* t.: +31 (0)70 344 07 41, voorlichting@nwo.nl

laatst gewijzigd op 1 december 2011