Vrije Universiteit Amsterdam
Zuiverheid en onzuiverheid: Menstruatie en haar invloed op de rol van de
Akan-vrouwen in de kerk
* Startdatum: 01-12-2011
* Tijd: 11.45
* Locatie: Aula
* Titel: Purity and Impurity: Menstruation and its Impact on the Role
of Akan Women in the Church
* Spreker: A.D. Frimpong
* Promotor: prof.dr. M.E. Brinkman prof.dr. M.M. Jansen
* Onderdeel: Faculteit der Godgeleerdheid
* Wetenschapsgebied: Theologie en wijsbegeerte
* Evenementtype: Promotie
Akua Frimpong onderzocht waarom het biologische gegeven dat vrouwen
regelmatig menstrueren een van de belangrijkste redenen is voor hun
uitsluiting van cultische functies en leiderschap in zowel de
Joods-christelijke - als de Akantradities. De Akan zijn een etnische
groep in West-Afrika. Daarnaast onderzocht zij of er positieve aspecten
van menstruatie en de daarmee geassocieerde taboes te vinden zijn die
gebruikt kunnen worden in de ontwikkeling van een theologie en een
cultuur waarin de ontplooiing van vrouwen tot en met volledig erkend
kerkleiderschap wordt bevorderd.
Frimpong denkt dat de Akan gemakkelijk kunnen instemmen met het idee
dat menstruatie vrouwen verbindt met de voorouders die bloed nodig
hebben om met de levenden te communiceren.
De menstruerende vrouw kan worden beschouwd als iemand die sacrificieel
bloed geeft aan de voorouders die op hun beurt de vrouw zegenen met
kinderen. Dit is de reden dat een vrouw pas in staat is kinderen te
krijgen nadat zij menstruatiebloed kan offeren aan de voorouders. Als
menstruatiebloed op deze manier wordt opgevat kan het niet langer als
vies en onzuiver worden gezien en de menstruerende vrouw kan dan ook
geschikt zijn voor cultisch leiderschap. Frimpong wijst erop dat in het
Akangeloof bloed dat op de grond wordt gesprenkeld als een offer voor
de voorouders (net zoals menstruatiebloed op de grond wordt
gesprenkeld) de enige manier is waarop uit naam van de gemeenschap de
voorouders tevreden worden gesteld. Zo maakt de staat van de
menstruerende vrouw haar meer geschikt voor cultisch leiderschap dan
elke andere periode in haar leven. Het afzonderen tijdens de
menstruatie kan worden gezien als een tijd van spirituele retraite, een
tijd voor de vrouw om `eieren' van de voorouders te ontvangen die later
in baby's veranderen.
Hier tegenover staat dat het christendom de geboorte van kinderen
beschouwt als een heilige gebeurtenis, een gebeurtenis met theologische
en niet alleen maar biologische betekenis. Daarom past Frimpong het
concept van de bemiddelende rol van de vrouw in de Akan religieuze
cultuur toe op de christelijke God. Aangezien het vrouwen zijn die
zwanger worden en kinderen baren en binnen het christendom wordt
geloofd dat kinderen van God komen, suggereert zij dat de menstruerende
vrouw kan worden beschouwd als iemand die menselijk bloed offert aan de
christelijke God zodat voortplanting plaats kan hebben. De
menstruerende vrouw wordt zo een bemiddelaarster in partnerschap met
God in het voortbrengen van nieuw leven, waar zij zowel lichaam als
ziel ontvangt van nieuwe baby's, geschapen in Gods beeld. Omdat dit
voortbrengen van nieuw leven heilig is maakt de staat van de
menstruerende vrouw haar meer geschikt voor kerkelijk leiderschap dan
elke andere periode in haar leven. Willen vrouwen opschuiven van
representatie naar werkelijke integratie in de kerk dan moet de kerk,
zowel pastoraal als ritueel, de Akan-puberteitsrites rond menstruatie
en geboorte omarmen. De kerk moet ook de verantwoordelijkheid nemen om
haar leden te onderwijzen in de positieve aspecten van deze ervaringen
van Akan-vrouwen en hun belang voor de samenleving als geheel.
Meer informatie over het proefschrift in VU-DARE
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam