Columnist definitief vrijgesproken van beledigen van joden
Den Haag , 30-11-2011
Een columnist van het studentenblad Havana is definitief vrijgesproken
van het beledigen van joden als groep. Dat heeft de Hoge Raad 29
november bepaald.
De verdachte schreef wekelijks columns voor het studentenblad Havana
van de Hogeschool van Amsterdam. In een column die op 20 september 2006
verscheen, beschrijft de verdachte hoe hij als toerist in het
buitenland in aanraking komt met Israëlische toeristen. De verdachte
wordt ten laste gelegd dat hij zich in deze column beledigend uitlaat
over joden, wegens hun ras. Het gaat om de volgende uitlatingen:
`Sinds de nazi-tijd is het niet echt cool om negatieve dingen te zeggen
over joden, maar soms snap ik best hoe het in 1937 allemaal zo ver
heeft kunnen komen';
`Maar de afgelopen maanden heb ik meerdere malen gemerkt dat ik bij
conflicten altijd aan de kant van de niet-jood sta';
`Misschien moet ik dus niet alle joden door de mangel halen, omdat het
me vooral om de ziekmakende Israëliërs gaat, maar eerlijk is eerlijk:
uiteindelijk kunnen we ze allemaal terug leiden naar het heilige land'.
Niet nodeloos grievend
Het hof Amsterdam spreekt de verdachte op 17 februari 2010 vrij van
groepsbelediging (LJN BL4528). Het hof heeft over de uitlating 'Sinds
de nazi-tijd is het niet echt cool om negatieve dingen te zeggen over
joden, maar soms snap ik best hoe het in 1937 allemaal zo ver heeft
kunnen komen' geoordeeld dat deze op zichzelf beschouwd beledigend en
choquerend is voor joodse mensen. Maar, zegt het hof: gezien het
onderwerp van de column en de context waarin de uitlating wordt gedaan
kan niet worden gezegd dat deze uitlating nodeloos grievend is. In zijn
oordeel over deze uitlating heeft het hof meegewogen dat het hier om de
openingszin van de column gaat die duidelijk de bedoeling heeft de
aandacht van de lezer te trekken. In algemene zin stelt het hof dat een
columnist - bovenop de voor iedereen geldende vrijheid van
meningsuiting - een zekere vrijheid van artistieke expressie geniet.
De overige uitlatingen zijn volgens het hof Amsterdam noch op zichzelf,
noch in de context waarin ze werden gedaan beledigend omdat niet kan
worden gezegd dat zij joden in diskrediet brengen of de eigenwaarde van
joden als groep aantasten.
Het Openbaar Ministerie kon zich niet in dit oordeel vinden en stelde
beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. De Hoge Raad kan zich echter
verenigen met de door het hof gegeven motivering. Hij acht het oordeel
van het hof niet in strijd met het recht en verwerpt het beroep.
Daarmee is de columnist definitief vrijgesproken.
Gerechtelijke organisatie