Productschap Vis
Meten van maaswijdten visnet nog niet zo eenvoudig
29 nov 2011
Onlangs is met enkele vertegenwoordigers vanuit de sector (NSRAC: Paula
den Hartog, Pim Visser en Barrie Deas) een bezoek gebracht aan de
Europese Commissie om te praten over de problemen rond het gebruik van
de OMEGA-meter aan boord van schepen.
Het meten van de maaswijdte is een onderdeel van de reguliere
visserijcontrole door de AID op zee en wordt sinds enige tijd gedaan
met gebruikmaking van de OMEGA-meter.
Uit TNO-onderzoek komt naar voren dat maaswijdtes nu niet eenduidig
gemeten worden. Bij de Commissie bleek dat de inhoud van het
TNO-rapport onvoldoende bekend was. De Commissie heeft aangegeven dat
de conclusies van het rapport (druk verhogen naar 300 Newton of als
alternatief een rij mazen 3 maal meten waarbij het resultaat van de 3e
meting bepalend is) besproken moeten worden in de zogenaamde
Scheveningen-groep. In dit overleg komen Visserijministeries en
controlediensten van landen rond de Noordzee bij elkaar om
verschillende aspecten betreffende TAC- en quota, technische
maatregelen en controles te bespreken.
Om de visstand te behouden mogen alleen vissen met een vastgestelde
minimale maat gevangen worden. Ondermaatse vis - dit betreft vis die
niet voldoet aan deze afmeting - moet worden teruggezet in de wateren.
Om het vangen van deze ondermaatse vis te voorkomen, zijn netten
voorzien van een maaswijdte. Deze wijdte kan per soort verschillen. De
Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie controleert de maaswijdte van de netten.