Rijksoverheid


29 november 2011

Beantwoording vragen van het lid Voordewind over de Pakistaanse wetgeving omtrent godslastering

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Voordewind over Pakistaanse wetgeving omtrent godslastering. Deze vragen werden ingezonden op 3 november 2011 met kenmerk 2011Z21482.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) over Pakistaanse wetgeving omtrent godslastering.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in de Pakistani Herald 1) van oktober 2011 over het vervolgen van mensen met psychische klachten en een verstandelijke beperking wegens godslastering in Pakistan? Zo ja, wat is uw reactie op dit artikel? Antwoord
Ja. Het artikel is een illustratie van de negatieve uitwerking van de blasfemiewetgeving in Pakistan.
Vraag 2
Bent u bereid om bij de Pakistaanse regering, zowel bilateraal als via de EU, erop aan te dringen alle burgers te beschermen, in het bijzonder de meeste kwetsbare groepen?
Antwoord
Zoals ik u eerder informeerde, stelt Nederland de kwestie rond de blasfemiewetten in Pakistan aan de orde zowel in bilateraal als in EU-verband. Meest recent gebeurde dit tijdens de Benelux-Pakistan consultaties op 19 oktober jl. te Islamabad.
Vraag 3
Hoe duidt u de inhoud en uitvoering van de Pakistaanse godslasteringswetgeving? Deelt u de conclusie dat zowel de inhoud als de uitvoering van deze wetgeving indruist tegen internationale mensenrechtenstandaarden? Bent u bereid in bilateraal, in EU-verband en via andere relevante internationale organen Pakistan ertoe te bewegen deze discriminerende wetgeving in te trekken? Bent u tevens bereid de Pakistaanse regering te verzoeken een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de uitvoering van de wetgeving, met specifieke aandacht voor de leefomstandigheden en rechtsgang van deze veroordeelden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De blasfemiewetgeving baart mij zorgen. Zowel de formulering van de bepalingen als de bewijsvoering maakt de wetgeving uiterst gevoelig voor misbruik. Op verschillende blasfemie-vergrijpen staat de doodstraf en de blasfemiewetgeving staat op onderdelen op gespannen voet met de internationale mensenrechtenstandaarden.
Er zijn verschillende rapporten verschenen over de blasfemiewetgeving en de gevolgen die deze heeft voor de mensenrechten. Nederland wijst zowel in bilaterale als in multilaterale context de Pakistaanse autoriteiten op de negatieve uitwerking van de wetgeving en vraagt aandacht voor de noodzaak van een eerlijke rechtsgang en correcte behandeling van veroordeelden.
1) 'Flawed framework: an investigative report on mentally ill prisoners charged under the blasphemy laws'. Pakistani Herald, oktober 2011.