Sterke groei aantal vogels rond Schiphol vormt gevaar vliegveiligheid
Persbericht van Onderzoeksraad voor Veiligheid
Onderzoeksraad: Sterke groei aantal vogels rondom Schiphol vormt gevaar
voor vliegveiligheid
Door de sterke toename van het aantal vogels rondom Schiphol, is de
vliegveiligheid in gevaar. Dat staat in het rapport 'noodlanding na
vogelaanvaring', dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid vandaag heeft
gepresenteerd. De gevolgen van een aanvaring met forse vogels zoals
ganzen kunnen voor vliegtuigen groot of zelfs catastrofaal zijn. De
minister van Infrastructuur en Milieu moet daarom meer maatregelen
nemen om het risico op vogelaanvaringen op korte termijn terug te
dringen.
Botsingen tussen vliegtuigen en vogels komen geregeld voor, vooral
tijdens de start en de landing. Omdat het aantal ganzen rondom Schiphol
blijft toenemen, is de Onderzoeksraad van mening dat er snel en
doortastend opgetreden moet worden. De rijksoverheid zal hierin
(sterker) de leiding moet nemen. Op korte termijn is het noodzakelijk
dat het aantal ganzen fors gaat verminderen. De minister van
Infrastructuur en Milieu wordt aanbevolen als verantwoordelijke voor de
vliegveiligheid voortvarend regie en maatregelen te nemen bij het
terugdringen van het vogelaanvaringsrisico.
Op 6 juni 2010 kwam een Boeing van Royal Air Maroc op Schiphol tijdens
de start in aanvaring met een groep ganzen. Daardoor raakte onder meer
de linkermotor zwaar beschadigd en waren er problemen met het
neuslandingsgestel. De botsing met de ganzen vond plaats op ongeveer
vijf meter hoogte. De snelheid van het toestel was te hoog om nog op
dezelfde baan te kunnen landen. De gezagvoerder besloot tot een
noodlanding. Deze noodlanding werd niet geheel volgens de geldende
richtlijnen uitgevoerd waardoor het vliegtuig met te weinig hoogte over
een dichtbevolkt gebied vloog.
Uit het onderzoek blijkt ook dat de luchtverkeersleiders de plaats en
de hoogte van eventuele obstakels zoals hoge torens in de omgeving van
Schiphol niet op hun radarscherm zichtbaar hebben. Twee uitzonderingen
zijn bij IJmuiden en Lopik. Pas boven ongeveer 365 meter is het
luchtruim in de buurt van Schiphol vrij van obstakels voor
verkeersbegeleiding. Toch kunnen toestellen in nood die onder deze
obstakelvrije hoogte vliegen, koersadviezen krijgen. De piloten noch de
luchtverkeersleiders van de Royal Air Maroc-vlucht hadden op 6 juni
2010 door dat het toestel op 1 kilometer afstand aan de rand van
Haarlem een 145 meter hoge KPN-toren passeerde. Het toestel vloog op
het moment van passeren op een hoogte tussen 115 en 145 meter. Hoewel
de kans op een botsing met bijvoorbeeld een toren erg klein is, zijn de
potentiële gevolgen enorm. Het risico is volgens de Onderzoeksraad
daarom onaanvaardbaar hoog. De Raad beveelt de Luchtverkeersleiding
Nederland aan zorg te dragen dat vliegtuigen in nood die onder de
obstakelvrije hoogte vliegen, geïnformeerd worden over hoge obstakels
in het plaatselijk luchtverkeersleidinggebied van Schiphol.
*
http://www.onderzoeksraad.nl