Nederlandse Vereniging van Journalisten
Erop of eronder voor de CAO voor Dagbladjournalisten
vrijdag 25 november 2011 | Na ruim negen maanden onderhandelen is het
voor de NVJ erop of eronder voor een nieuwe CAO voor
Dagbladjournalisten. Vandaag zullen de CAO-onderhandelingen worden
hervat. De laatste formele onderhandelingsronde dateert van 26 april
van dit jaar. Na vijf keer onderhandelen kwam er een eindbod van de
werkgevers. `Dit bod stond volledig in het teken van snijden, minderen
en inleveren', aldus dagbladsecretaris Tom Gibcus van de NVJ. `Een
streep door de auteursrechtenvergoeding, geen goed personeels- en
ouderenbeleid, geen pensioenvoorwaarden en ook nog eens totaal geen
loonsverhoging. Per saldo dus voor iedereen, jong en oud, een grote
achteruitgang.'
Het eindbod was voor de NVJ dan ook onacceptabel, waarop de
onderhandelingen zijn afgebroken. Het heeft vervolgens lang geduurd
voordat er beweging kwam in de opstelling van werkgevers. 'De NVJ is
nou eenmaal niet bereid mee te werken aan een grote afbraak van de
arbeidsvoorwaarden', zo stelt Gibcus. Pas na een uitgebreide
briefwisseling in de afgelopen maanden zag de NVJ voor het eerst een
opening.
Ledenraadplegingen
Wat de uitkomst van de onderhandelingen op vrijdag ook zijn, de NVJ
gaat na het weekend alle krantenredacties bezoeken. 'Of we hebben een
akkoord te presenteren of we moeten bekend maken dat de
onderhandelingen op niets zijn uitgelopen', zo constateert de
dagbladsecretaris.
Jarenlange achteruitgang
De NVJ stelt veel begrip te hebben voor de soms moeilijke positie waar
de uitgevers zich in bevinden. 'Het kan alleen niet zo zijn dat de
journalisten elke keer de rekening oppakken.' De afgelopen vier jaar is
er geen structurele loonsverhoging geweest. 'Dat betekent dat elke
journalist er met de inflatie flink op achteruit is gegaan.' De NVJ
stelt dat het niet zo kan zijn dat de journalisten de sluitpost van de
begroting zijn. Zeker niet als tegelijkertijd banen verdwijnen en
aandeelhouders wel forse rendementseisen stellen. 'Journalistiek is een
waardevol vak, waar ook een passende beloning voor betaald moet
worden', aldus Tom Gibcus.