Wageningen Universiteit en Researchcentrum
23 nov 2011
Nummer: P094
De landbouw in de wereld, en in Nederland voorop, produceert
aantoonbaar meer, beter en schoner dan jaren terug. Er is minder
landbouwareaal nodig, dat beter wordt benut waardoor meer grond
overblijft voor natuur. En de milieubelasting door landbouw is merkbaar
minder. Dat zegt prof.dr.ir. Rudy Rabbinge bij zijn afscheid op 24
november als universiteitshoogleraar aan Wageningen University,
onderdeel van Wageningen UR.
Rabbinge voorziet dat kennis en inzicht op dit terrein nog grote
sprongen gaat maken zodat voor de groeiende wereldbevolking voldoende
voedsel beschikbaar is. Echter, slecht beleid, ongelijke verdeling van
productie en slechte distributie leiden er nog steeds toe dat een
miljard mensen honger lijdt. Dat is een schande waartegen een
wereldwijde beweging op gang zou moeten komen, zegt hij in zijn
afscheidsrede Hindsights in perspective.
Om de wereldbevolking in de komende decennia voldoende te voeden is
geen extra landbouwgrond nodig, stelt Rabbinge. Dat er een tekort zou
zijn of zou gaan ontstaan, noemt hij een misvatting: Dat is nergens op
de wereld aan de orde, behalve in China.
Perspectiefrijk denken
Aan de ontwikkeling van de wereldlandbouw heeft Wageningen UR
(University & Research centre) een grote bijdrage geleverd en daardoor
haar internationale positie versterkt, meent Rabbinge. De
wetenschappelijke kennis en inzichten die in Wageningen en elders zijn
ontwikkeld geven alle aanleiding om perspectiefrijk utopisch denken te
ontwikkelen, in plaats van anti-utopisch (dystopia) doemdenken. Naïef
optimisme is gevaarlijk maar ongefundeerd pessimisme is ontmoedigend en
frustrerend, zegt hij.
Er is realistisch wetenschappelijk onderzoek dat de grenzen van het
kunnen verkent, aldus prof. Rabbinge. Anders komen we terecht in
Malthusiaans denken. Die voorspelde 200 jaar geleden dat de wereld niet
in staat zou zijn de groeiende wereldbevolking te voeden. Dat hij
grotelijks ongelijk heeft gekregen blijkt uit het feit dat ondanks de
verzevenvoudiging van de mensheid per hoofd van de bevolking meer
voedsel beschikbaar is dan in 1800. Rabbinge voelt zich meer verwant
met de Franse filosoof Condorcet die geloofde in dramatische
veranderingen dankzij de vindingrijkheid van de mens.
Voedselzekerheid
In zijn rede gaat Rabbinge uitvoerig in hoe hij met zijn medewerkers,
eerst als hoogleraar Gewasecologie en vervolgens Theoretische
productie-ecologie en later als universiteitshoogleraar Duurzame
ontwikkeling en voedselzekerheid, op basis van ontwikkeling van inzicht
in biologische systemen heeft kunnen bijdragen aan perspectieven voor
de voedselzekerheid in de wereld, met minder vervuiling, erosie en
andere niet-duurzame bedreigingen. Er komen energiesystemen beschikbaar
die sterk verschillen met de huidige grootschalige productie.
Rabbinge wijst op de energie producerende kas die binnen vijf jaar
operationeel kan zijn, energieneutrale gebouwen en op kleinschalige
energieopwekking door organische zonnecellen. Mits de landbouwproductie
geschiedt op de juiste locaties en is ingericht op hoge productie, is
de wereld in staat om zowel agrobiodiversiteit (de combinatie van
natuurlijke plaagbestrijding en biologische regelmechanismen op de
akker) te behouden als ook landareaal veilig te stellen voor natuur. De
historische trends in de productiviteit, de nog immer enorme
mogelijkheden en de groeiende wil en nieuwe instituties rechtvaardigen
dit optimisme. Wetenschappelijke analyse, of die nu fundamenteel of
toegepast is, leggen de basis voor die mogelijkheden. Dat is heel
belangrijk in de kwetsbare relatie tussen wetenschap en beleid, aldus
prof. Rabbinge.
Handelingsperspectieven
Rabbinge stelt dat de wetenschap beleid en politieke besluitvorming
moet bijstaan met expliciete keuzemogelijkheden, gebaseerd op feiten,
uitdagingen en concrete maatregelen en niet op wat hij noemt,
lippendienst en goede bedoelingen. Naar zijn mening is de samenleving
gebaat bij kwantificeerbare en concrete handelingsperspectieven,
ontdaan van vooringenomenheden, dogmaâs, blokkades en mythes. Die
keuzes en scenarioâs moeten helder maken dat om bijvoorbeeld landareaal
maximaal te sparen voor natuur en behoud van biodiversiteit, landbouw
het met minder areaal zal moeten doen die dan wel optimaal benut moet
worden, in het besef dat daar ook meer energie voor nodig is. In dat
opzicht noemt hij biologische landbouw niet duurzaam en niet goed voor
de biodiversiteit. Een ander voorbeeld van een verkeerde keuze is het
inzetten op biobrandstof uit graan of biomassa. Rabbinge noemt die
buitengewoon onduurzaam en vindt maatregelen om de productie van
biodiesel te bevorderen onzinnig.
Prof. Rabbinge besluit zijn betoog met een oproep dat jonge
wetenschappers een nieuwe beweging zouden moeten ondersteunen die de
schande van de slechte toegankelijkheid van een deel van de
wereldbevolking tot voedsel uitroeit en daarmee de honger in de wereld.
Prof Rabbinge spreekt zijn afscheidsrede uit als afsluiting van een
symposium gewijd aan zijn afscheid. Zie
http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/RR111118.htm.