Algemene Onderwijsbond

23-11-2011

Politiek gekonkel funest voor kwaliteit onderwijs

Onder politieke druk van haar regeer- en gedoogpartners zorgt minister Van Bijsterveldt opnieuw voor grote onrust in het voortgezet onderwijs door de onderwijstijd te willen verhogen van 1000 naar 1040 uur. Volgens de AOb lijdt de kwaliteit van het onderwijs onder het gedraai van de minister. Dit terwijl de AOb al eerder aantoonde dat het gewenste aantal lesuren van 1000 ook onder de huidige regelgeving te realiseren is.

Wetsvoorstel Onderwijstijd
`De problemen die er zijn, kunnen prima binnen de huidige wetgeving worden opgelost. We begrijpen niet waarom de minister een nieuwe wet nodig heeft', stelt AOb bestuurder Ton Rolvink. `Ze gaat bovendien niet uit van de kwaliteit van het onderwijs, maar laat zich onder politieke druk zetten en maakt nu een wet waar het niemand in het onderwijs op zit te wachten. Er komt geen extra bekostiging, maar wel wil de minister opeens 40 extra lesuren. Dat kan alleen met grotere klassen of door ophokuren. Want een leraar kan zich niet in tweeën splitsen.'

Geen draagvlak
Volgens de AOb is er binnen het onderwijsveld geen draagvlak voor de plannen en wordt de werkdruk onnodig verhoogd. Rolvink: `Niet alleen wordt de werkdruk hoger door het ophogen van de urennorm, ook pakt de minister met dit wetsvoorstel vakantiedagen van de leraren af zonder dat hier enige compensatie tegenover staat. Bovendien staan er nog andere bezuinigingen in het onderwijs op het programma, zoals die op het passend onderwijs waardoor 6000 banen geschrapt worden. De minister weet goed hoe zij de werksfeer in het onderwijs moet verzieken. De kwaliteit van het onderwijs daalt hierdoor. Personeel dat kampt met een te hoge werkdruk kan zich minder richten op lesgeven.'

Arbeidsvoorwaarden
Niet alleen het verhogen van de urennorm zorgt voor veel ophef. Ook het afpakken van de vakantiedagen leidt tot protesten uit het onderwijsveld. Volgens de grootste onderwijsbond bemoeit Van Bijsterveldt zich te veel met voorwaarden die doorwerken in de cao. Rolvink: `Het is een fundamenteel recht om zelf te kunnen onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en deze vast te leggen in de cao. Dit is een recht dat wij moeten koesteren. Het kan toch niet zo zijn dat de politiek ineens gaat besluiten wat de arbeidsvoorwaarden moeten zijn.'