Rijksoverheid
Accountantsdag Amsterdam
Toespraak | 23-11-2011
Toespraak minister De Jager tijdens de Accountantsdag.
Waarom zou iemand accountant willen worden? U weet - hoop ik - allemaal
het antwoord. Maar laten we eerlijk zijn, als je aan een tienjarige
vraagt wat hij of zij later wil worden dan is dat meestal dierenarts,
brandweerman of treinmachinist. Waarom?
Omdat accountant helaas minder tot de verbeelding spreekt. Net als
minister van Financiën trouwens...
Wij redden geen mensen uit brandende gebouwen, wij maken Flappie niet
beter en wij zitten niet aan de knoppen van de Thalys tussen Amsterdam
en Parijs.Maar wat mensen vaak vergeten is dat accountants wel degelijk
helden kunnen zijn: u brengt brandende bedrijven in veiligheid, u maakt
een zieke balans weer beter en zit - samen met bedrijven - aan de
knoppen van de Nederlandse economie. Het enige wat nog ontbreekt is een
film met George Clooney of Angelina Jolie als stoere accountant....
Tot die tijd moet u zelf aan uw imago werken. Of beter, moeten we samen
aan uw imago werken.
Niet om een logische beroepskeuze te worden voor een tienjarige, maar
om te garanderen dat u bent en blijft wat u moet zijn: professioneel,
onafhankelijk en betrouwbaar.
Want in dat imago zijn helaas een paar deuken geslagen. Ik hoef maar
wat namen te noemen: Enron, Ahold en Worldcom. En sinds het begin van
de financiële crisis: Lehman Brothers, DSB en Dexia. U kent de verhalen
achter deze namen vast nog beter dan ik.
En de vragen die er sindsdien gesteld worden: hoe kan het toch dat
onder de jaarverslagen van deze financiële instellingen die in ernstige
moeilijkheden kwamen wel keurig de handtekeningen van accountants
stonden? Hadden zij deze rampspoed niet kunnen voorzien en hadden zij
als 'hoeder van het economische verkeer' de buitenwereld niet eerder
moeten waarschuwen?
En na deze vragen komt dan altijd de grote vraag. Hoe winnen we het
vertrouwen terug dat uw beroepsgroep voor een deel is kwijtgeraakt? We,
want als minister van Financiën ben ik tenslotte verantwoordelijk voor
de Wet toezicht accountantsorganisaties, en, vooruitlopend op de nieuwe
Wet op het Accountantsberoep, de Wet op de Registeraccountants en de
Wet op de Accountants-administratieconsulenten.
Dat doen we door er samen over te praten en door samen een aantal
maatregelen te nemen. Ik praat daarom veel en vaak met
vertegenwoordigers van uw beroepsgroep en daarvan heb ik geleerd dat
een goede accountant zijn een kwestie is van een goede balans.
Letterlijk en figuurlijk.
Want u moet in de relatie met uw klanten niet alleen zorgen voor een
kloppende financiële verslaggeving, maar ook voor een juiste balans
tussen de vertrouwensband met uw controlecliënt en uw functie als
`hoeder van het economische maatschappelijke verkeer'. Dit blijkt ook
uit het onlangs gepubliceerde rapport van de AFM: `Prikkels voor
kwaliteit accountantscontrole'. Daar staat in dat aan bestaande wet- en
regelgeving wordt voldaan, maar dat er behoefte is aan meer eenduidige
en restrictieve normen.
Normen die vooral ook goed toetsbaar moeten zijn door de AFM: de
accountant moet niet alleen daadwerkelijk onafhankelijk zijn, maar moet
ook de schijn vermijden dat hij niet onafhankelijk zou zijn.
Over die moeilijke rol van de controlerend accountant praten we niet
alleen in eigen land. U kent allemaal de concept-voorstellen van
Europees Commissaris Barnier om de kwaliteit en onafhankelijkheid van
accountants beter te regelen. Die voorstellen zijn nog niet officieel,
maar uit alles wat we tot nog toe hebben gehoord en gelezen over zijn
plannen blijkt dat Barnier op geheel Franse wijze aan de accountancy
wil dokteren. Als je in Frankrijk met een griepje naar de dokter gaat,
is de kans groot dat je met een dokterstas aan medicijnen naar huis
wordt gestuurd. Zijn plannen lijken dan ook erg op die overvolle
dokterstas: ze zijn veelomvattend en nogal vergaand.
Daar moeten we mee uitkijken: het middel mag niet erger zijn dan de
kwaal, of beter: nieuwe regelgeving moet in verhouding staan tot het
doel dat we willen bereiken. En moet proportioneel zijn.
De voorstellen van Barnier lijken op twee gedachten te hinken. Aan de
ene kant wil hij de kwaliteit van de accountantsfunctie verbeteren. De
wettelijke controle van de financiële verslaggeving van ondernemingen
levert immers een bijdrage aan de financiële stabiliteit. Aan de andere
kant lijkt Barnier te worden gedreven door de wens om de markt voor
accountantsdiensten open te breken.
Die zou nu te veel gedomineerd worden door de Grote Vier. Ik vind dat
toezicht- en mededingingswetgeving niet door elkaar mogen lopen. Er
zijn op dit moment immers geen aanwijzingendat er binnen de
accountantsmarkt in Nederland sprake is van misbruik van marktmacht.
Als dat al zo zou zijn dan kan de NMa hier als toezichthouder haar werk
doen. Wel is het zo dat de markt voor accountantsdiensten, net als
andere markten, de afgelopen jaren niet stil is blijven staan. Het
bedrijfsleven is steeds internationaler geworden. Daardoor is er steeds
meer vraag naar specifieke deskundigheid en brede dienstverlening. Dat
heeft geleid tot schaalvergroting. Daar is op zich niks mis mee. Als de
diensten van een accountantskantoor onder de maat zijn of de kosten te
hoog, zijn er nog steeds genoeg andere kantoren waar een controlecliënt
terecht kan.
Ook moeten we ervoor waken dat een toch al kwetsbare groep als het MKB
wordt overladen met lastenverzwarende regelgeving. Op dit punt is er
vanuit Brussel in ieder geval goed nieuws te melden. Er zijn onlangs
voorstellen voor een nieuwe jaarrekeningenrichtlijn uitgekomen. Die
houden onder meer in dat de drempels voor een verplichte
accountantscontrole naar boven worden bijgesteld. Het kabinet is daar
voor.
Ik zei het al: ook in eigen land zijn we druk bezig met de rol van de
accountant. Zo is er de initiatiefnota van Ronald Plasterk: `De
accountancy na de crisis'. U weet vast wat daar in staat, zeker na de
aftrap van vandaag. Er zijn een aantal overeenkomsten tussen Plasterk
en Barnier. In ieder geval als het gaat om de verplichte roulatie van
accountantskantoren, de scheiding van advies- en
controlewerkzaamhedenen de betrokkenheid van de toezichthouder bij het
aanstellen van een accountant door banken en verzekeraars.
En nu wilt u vast weten wat ik daar allemaal van vind. Een paar dingen
wil ik er wel over zeggen. Als het gaat om de scheiding van advies en
controlewerkzaamheden ben ik absoluut een voorstander van een lijst met
verboden diensten. Zo wordt voor iedereen duidelijk welke diensten
samengaan met wettelijke controles zonder de onafhankelijkheid van
accountants in gevaar te brengen. Daarnaast vind ik dat er een plafond
moet worden ingesteld voor de omzet bij een en dezelfde controlecliënt
die uit advieswerkzaamheden mag bestaan. Dat zou dan een maximum van
30% kunnen zijn .
Als het gaat om de verplichte kantorenroulatie - Barnier wil dat er
iedere 9 jaar moet worden gewisseld en Plasterk zelfs elke 6 jaar - zie
ik persoonlijk meer in een verplichte wisseling van de audit partner.
Hiermee voorkom je de gevreesde bedrijfsblindheid, zonder de
goedlopende relatie tussen een accountantskantoor en een controlecliënt
abrupt te onderbreken.
Als het gaat om de betrokkenheid van de toezichthouder bij de
aanstelling van een accountant heb ik onlangs in de Tweede Kamer de
toezegging gedaan om deze mogelijkheid te bespreken met de AFM en DNB.
Voor mij staat in ieder geval voorop dat een onderneming uiteindelijk
zelf verantwoordelijk is voor het aanstellen van de controlerend
accountant. Ik verwacht op dit punt eigenlijk vooral een meer
doortastende rol van de raad van commissarissen. Een interessante vraag
blijft hoe de raad van commissarissen hierbij geholpen zou kunnen
worden door de toezichthouder. De AFM heeft immers als geen ander
inzicht in de kwaliteit van de verschillende accountantskantoren. Het
idee van Barnier om de individuele onderzoeksrapporten van de
toezichthouder breder ter beschikking te stellen is dus een nadere
studie waard.
Overigens is mijn reactie op de plannen van Barnier nog niet in beton
gegoten. Sterker nog: u kunt binnenkort laten weten hoe u denkt over
zaken als de verplichte roulatie en de scheiding van advies en
controle. Binnenkort start ik namelijk in overleg met de NBA en de AFM
een consultatie waarin we vragenover de onafhankelijkheid van de
accountant, de informatievoorziening van de accountant en het Europees
toezicht aan de orde stellen. Als u daar aan meedoet kunt ook u zelf uw
invloed uitoefenen op de uiteindelijke besluitvorming in Brussel. Dus:
reageer vooral. Want zo blijft u betrokken en geeft u, wat de NBA zo
mooi noemt, invulling aan uw poortwachtersfunctie.
Over uw betrokkenheid heb ik overigens helemaal niets te klagen. U
timmert zelf ook flink aan de weg om het vertrouwen te herstellen en de
bestaande beroepspraktijk te verbeteren. Hoe ongemakkelijk het ook is
om je eigen functioneren kritisch en publiekelijk onder de loep nemen,
uw plan van aanpak `Lessen uit de kredietcrisis' laat zien dat u dat
toch kunt opbrengen. En wat u ook op kunt brengen is samenwerken: NIVRA
en NovAA willen al een tijdje samen verder. Niet zo gek natuurlijk: in
de praktijk werd er al veel samengewerkt en de beroepsregels voor AA's
en RA's zijn bijna hetzelfde.
Door te fuseren wordt het fundament van het accountantsberoep
verstevigd en dat is in deze turbulente tijden een goede zaak! Ook kunt
u door de fusie uw kennis bundelen en uw professionaliteit vergroten,
waarschijnlijk voor minder geld. Maar de fusie wordt pas juridisch een
feit als de Wet op het accountantsberoep (WOA) door het parlement is
aangenomen. Wat mij betreft is dat nog steeds op 1 juli 2012, al moet
de Kamer daar wel aan meewerken!
Dames en heren,
Ik kan me voorstellen dat er onder u mensen zijn die weer
terugverlangen naar de tijd waarin niemand zich bekommerde om het
reilen en zeilen van uw beroepsgroep, zolang de jaarcijfers maar werden
goedgekeurd. En er is ook nauwelijks iets mis met wat aandacht. Zolang
die positief is. De harde realiteit is echter anders. Uw beroepsgroep
zal het vertrouwen van de samenleving op de een of andere manier weer
moeten terugwinnen. En dat gaat maar op een manier: treed naar buiten
en laat zien waar u mee bezig bent. Niet alleen om zelf weer trots te
zijn op uw vak, maar ook om het beroep van accountant aantrekkelijk te
houden voor de toekomst. Deze accountantsdag draagt hier absoluut aan
bij.