Ingezonden persbericht


Wethouders bezorgd over stapelingseffecten

Den Haag, 23 november 2011 - Het kabinetsbeleid wordt gekenmerkt door vier simultane bewegingen. Belangrijke delen van het rijksbeleid (jeugdbeleid, uitvoering Wajong en dagbegeleiding AWBZ) worden overgedragen naar gemeenten. Hiernaast krijgen veel huishoudens te maken met hogere zorgpremies, pakketversoberingen, grotere eigen bijdragen en lagere toeslagen. De overheveling van de rijkstaken gaat gepaard met aanzienlijke bezuinigingen op de eveneens overgedragen financiële middelen. En nieuwe uitvoeringsbepalingen kunnen grote financiële gevolgen hebben voor bepaalde huishoudens. Deze simultane bewegingen houden het gevaar in dat de effecten van deze beleidswijzigingen 'stapelen' bij bepaalde doelgroepen. De wethouders van de grote en middelgrote steden in Nederland maken zich grote zorgen over deze dreigende 'stapelingseffecten'. In de vandaag gepubliceerde verkenning hebben Nicis Institute en het economisch onderzoeks- en adviesbureau Ecorys deze effecten in beeld gebracht. Een van de conclusies is dat bepaalde huishoudens die te maken krijgen met de zogenaamde 'huishoudtoets' inkomensdalingen dreigen an tientallen procenten..

Maar wie worden nu echt getroffen door de stapelingseffecten? Hoeveel inwoners en huishoudens betreft het? Kunnen onze inwoners en huishoudens deze stapelingseffecten opvangen? Kunnen wij de effecten die gaan optreden monitoren zodat wij op tijd maatregelen kunnen nemen voor inwoners en huishoudens die dreigen te verloederen en aan de zelfkant van de maatschappij dreigen terecht te komen? In een verkennend onderzoek hebben Nicis Institute en het economisch onderzoeks- en adviesbureau Ecorys geprobeerd om op de vragen van de bestuurders een eerste antwoord te geven. De conclusies zijn:
- bij bepaalde huishoudens dreigen inkomensdalingen van tientallen procenten;
- deze aanzienlijke inkomensdalingen treden vooral op bij huishoudens met lage inkomens die afhankelijk zijn van een of meerdere uitkeringen, bij huishoudens die te maken hebben met meerdere problemen (langdurige werkloosheid of uitkeringsafhankelijkheid, problematische schulden, onvoldoende competenties, contact met politie en justitie, psychische problemen, ernstige gezondheidsproblemen) en bij werkende minima met kinderen die ook gebruik moeten maken van zorg- en welzijnsvoorzieningen;
- deze huishoudens zijn vooral woonachtig in de grote en middelgrote steden;
- de exacte omvang van het aantal kwetsbare huishoudens is momenteel nog niet goed vast te stellen;
- de huishoudens zullen - indien mogelijk - hun gedrag gaan aanpassen; de gedragseffecten kunnen positief (betaald werk gaan verrichten, meer uren gaan werken, verminderen van zorgconsumptie) of negatief zijn (zwart werken, opzeggen kleine baantjes, zelfstandig gaan wonen om een uitkering te kunnen behouden, het mijden van nodige zorg);
- het is zaak om als gemeentebestuur door middel van frequente signaleringssystemen de vinger aan de pols te houden en de effecten te gaan monitoren zodat op tijd maatregelen genomen kunnen worden als inwoners en huishoudens in de problemen dreigen te komen en een nog groter beslag op schaars gemeenschapsgeld en -voorzieningen gaan leggen.

Noot voor de redactie /