Rijksoverheid
22 november 2011
Vragen van het lid De Mos aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de watersnoodramp
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de door het lid De Mos gestelde vragen over de watersnoodramp van 27 oktober 2011 met kenmerk 2011Z21179.
1. Bent u bekend met de berichten «Verloren in een zee van mooie plannen»1 en «Drijfzand is belangrijke oorzaak watersnoodramp 1953»?2 1. Ja, ik ben daarmee bekend. 2. Deelt u de mening dat er alles aan moet worden gedaan om een verschrikkelijke watersnoodramp, zoals in 1953, te voorkomen? Zo nee, waarom niet? 2. Ja, alle inspanningen van alle partijen in Nederland betrokken bij waterveiligheid, zijn er op gericht om dergelijke calamiteiten te voorkomen.
3. Deelt u de mening dat een belangrijke focus van ons dijkenbeleid, het verhogen van dijken, op zijn minst moet worden aangevuld met aandacht voor gevaren van onder de dijken? Zo ja, bent u van mening dat er een diepgaand onderzoek moet worden opgestart naar de exacte mechanismen die er voor zorgen dat Zeeuwse dijken kunnen instorten, en naar mogelijke oplossingen om de waterstanden in de rivieren te beheersen? Zo nee, waarom niet? 3. In de ontwerp- en toetsregels die wij in Nederland hanteren wordt reeds rekening gehouden met alle relevante faalmechanismen, die strenge eisen stellen aan zowel de hoogte, de stabiliteit als ook de bekleding van de binnen- en buitenkant van een waterkering. Dit betekent dat ook de gevaren onder de dijk worden meegenomen. Deze ontwerp- en toetsregels komen tot stand door breed opgezet onderzoek en de inbreng van alle in Nederland betrokken partijen bij waterveiligheid. Nederland heeft de best beveiligde delta ter wereld en is een voorbeeld voor de r
est van de wereld.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
Joop Atsma