Raad van State
10 uitspraken gevonden
1. 201001950/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
Utrecht
(Bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Abcoude)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Abcoude van het
bestemmingsplan 'Buitengebied'. Het plan heeft betrekking op het hele
buitengebied van de gemeente Abcoude, met uitzondering van de spoorlijn
Amsterdam - Utrecht en een gebied dat is bedoeld voor de
nieuwbouwlocaties 'De Winkelbuurt'. Tegen het plan is een groot aantal
particulieren en bedrijven in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij voeren verschillende
bezwaren aan. Zo heeft een echtpaar bezwaar tegen de bedrijfsbestemming
van hun perceel aan de Rijksstraatweg in Baambrugge. Zij willen een
extra woning bouwen zodat een van hun kinderen hen daar mantelzorg kan
bieden, maar het bestemmingsplan staat dat niet toe. Ook een aantal
andere bezwaarmakers wil de mogelijkheid hebben om woningen op hun
perceel te bouwen of een tweede gebouw op hun perceel als woning te
gebruiken. Een hoveniersbedrijf is het niet eens met de agrarische
bestemming voor zijn bedrijf aan de Lange Coupure in Abcoude. De
bestemming maakt het slechts mogelijk het hoveniersbedrijf als
nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf en niet als hoofdactiviteit
voort te zetten. Verder wil het bedrijf een bedrijfswoning op het
perceel bouwen. Het plan zou dat volgens hem mogelijk moeten maken. De
eigenaar van gronden aan de Botshol vindt dat zijn zomerwoning op het
perceel een woonbestemming had moeten krijgen. Interkoop Properties is
het niet eens met de agrarische bestemming van haar gronden tussen de
Burgemeester Des Tombeweg, Rijksweg A2, Piet van Wijngaerdtlaan en de
bebouwing aan de zuidkant van de Van Voorthuijsenhof. Het bedrijf wil
op deze zogenoemde 'Bon-gronden' 180 woningen bouwen, maar het plan
maakt dat niet mogelijk omdat de gronden binnen de zogenoemde 'rode
contour' liggen. Volgens Interkoop Properties liggen de
nieuwbouwlocaties 'De Winkelbuurt' voor een deel buiten de rode contour
en zijn haar gronden geschikter voor woningbouw. De Raad van State
heeft de zaak op 29 augustus jl. op zitting behandeld.
2. 201002481/1/R4
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Noord-Brabant
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Kom Alphen-Chaam')
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Alphen-Chaam
van het bestemmingsplan 'Kom Alphen-Chaam'. Het plangebied heeft
betrekking op nagenoeg de hele bebouwde kom van Alphen. Een
boekhoudbureau wil onder meer bij zijn kantoorpand een bedrijfswoning
kunnen bouwen. Het bestemmingsplan staat dit niet toe. Een veehouder is
bang dat hij in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt door twee woningen
die er op grond van het bestemmingsplan aan de Goedentijd/Beukenlaan
mogen komen. De woningen liggen in de stankcirkel van zijn veehouderij.
Sportcentrum de Boogaerd B.V. wil op de huidige plek van het centrum
woningbouw kunnen realiseren, omdat het onontkoombaar zou zijn dat het
centrum failliet gaat. Hij vindt dat het plan die mogelijkheid moet
bieden. Zij zijn tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak
op 7 september jl. op zitting behandeld.
3. 201002963/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
Noord-Holland
(Bestemmingsplan 'Stadionplein' in Amsterdam)
Uitspraak over de vaststelling door de stadsdeelraad van Oud-Zuid van
de gemeente Amsterdam van het bestemmingsplan 'Stadionplein'. Het plan
maakt de bouw van twee grote gebouwen mogelijk: het Noordblok en het
Zuidblok. In het Noordblok komen winkels, maatschappelijke
voorzieningen en horeca met daarboven woningen voor ouderen. In het
Zuidblok komen een hotel en een culturele voorziening. Verder maakt het
plan de bouw van een ondergrondse parkeergarage mogelijk onder de
gebouwen en het Stadionplein. In twee kiosken op het plein zijn een
lunchroom en een snackbar met automatiek van Febo gevestigd. Febo
vreest dat er te weinig bovengrondse parkeergelegenheid overblijft.
Volgens haar zijn veel winkels en horecagelegenheden afhankelijk van de
mogelijkheid om kort 'voor de deur' te kunnen parkeren. Verder is zij
het er niet mee eens dat haar snackbar is 'wegbestemd' in het
bestemmingsplan. Ook de verplaatsing van de lunchroom naar één van de
gebouwen ziet zij niet zitten. Volgens Febo is niet duidelijk welke
nieuwe bewoners en bezoekers het plein zal trekken. Wel is volgens haar
duidelijk dat het plein minder aantrekkelijk zal zijn voor
vakantiegangers die nu nog van het plein vertrekken, bezoekers van de
Febo-kiosken, (taxi-)chauffeurs, bezoekers van het Olympisch Stadion en
bezoekers van evenementen. Febo vreest verder dat de luchtkwaliteit op
het Stadionplein verslechtert door het extra verkeer dat op het plein
afkomt. De Raad van State heeft de zaak op 6 september jl. op zitting
behandeld.
4. 201004109/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
Noord-Brabant
(Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hopveld-Haaren' van de gemeente
Haaren)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Haaren van het
bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Hopveld-Haaren'. Het bestemmingsplan
maakt de uitbreiding mogelijk van het bestaande bedrijventerrein 't
Hopveld. De gemeente wil met het plan enkele bedrijven vanuit het
centrum van Haaren naar het bedrijventerrein verplaatsen. Een eigenaar
van enkele gronden in die omgeving vreest verkeersoverlast en een
vermindering van het vrije uitzicht. Ook zou het plan negatieve
gevolgen hebben voor de beschermde steenuil en de landelijke flora met
veel groen en oude bomen in het gebied. Bovendien is er volgens hem
geen behoefte aan nieuwe bedrijfsgrond wegens de verslechterde
economische situatie bij de lokale bedrijven. Daarom is hij tegen het
bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Ook een bedrijf dat verplaatst zou worden naar
het bedrijventerrein, is in beroep gekomen. Volgens het bedrijf komt
het plan niet tegemoet aan de afspraken die daarover met de gemeente
Haaren zijn gemaakt. Zo zouden het bedrijf en de gemeente zijn
overeengekomen dat er minimaal tot zeven meter hoog kon worden gebouwd.
Het bestemmingsplan staat dat echter niet toe. De Raad van State heeft
de zaak op 2 augustus jl. op zitting behandeld.
5. 201004293/1/R4
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
Limburg
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Zuidrand Linne' van de gemeente Maasgouw)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Maasgouw van
het bestemmingsplan 'Zuidrand Linne'. Het bestemmingsplan maakt de bouw
van 26 zogenoemde Ruimte-voor-Ruimtewoningen mogelijk ten zuidwesten
van het dorp Linne. De eigenaren van twee fruitbedrijven en een
tuinbouwbedrijf verzetten zich tegen het plan van de gemeente. Volgens
hen is woningbouw op die locatie in strijd met provinciaal beleid.
Verder zijn zij bang dat bijna alle akkers in het gebied moeten
plaatsmaken voor woningbouw. De bedrijven vrezen ook verkeersoverlast
in de buurt van de Ossenbergweg door het verkeer van en naar de nieuwe
woningen. Volgens de bedrijven worden de toekomstige woningen te dicht
bij hun bedrijven gebouwd. Dit levert problemen op wanneer het fruit
moet worden bespoten, aldus de bedrijven. Ze vrezen dat de nieuwe
woningen hen zullen beperken in hun bedrijfsvoering. Bovendien kan voor
de toekomstige bewoners niet langer een goed woon- en leefklimaat
worden gegarandeerd, aldus de bedrijven. Daarom zijn ze tegen het
bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Die heeft de zaak op 9 augustus jl. op zitting
behandeld.
6. 201101918/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Geld
inhoudsindicatie:
(In rekening brengen van kosten van controles op eieren bij
supermarkten)
Uitspraak over een groot aantal besluiten van het Controlebureau voor
Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE), waarbij de kosten van controles
op eieren in rekening zijn gebracht bij verschillende supermarkten. Het
CPE heeft een bedrag van EUR 65 per controle in rekening gebracht bij
supermarkten met één kassa. Supermarkten met meer kassa's moeten een
bedrag van EUR 159 per controle betalen. De supermarkten en het
Vakcentrum verzetten zich tegen deze besluiten. Volgens hen zijn
controles bij supermarkten niet nodig, omdat geconstateerde afwijkingen
meestal zijn terug te voeren op de leveranciers van de eieren en niet
op de supermarkten zelf. Aspecten als hygiëne bij supermarkten worden
al gecontroleerd door de Voedsel- en Warenautoriteit, zodat de controle
van het CPE ook daarom niet nodig is, aldus de supermarkten. Ook zou er
geen wettelijke basis zijn voor het doorberekenen van de controlekosten
en zijn de tarieven te hoog. Verder had het CPE volgens hen de
frequentie van controles niet mogen verhogen van eens per vijf jaar
naar eens per drie jaar. De rechtbank in Utrecht verklaarde in december
2010 hun beroepen tegen de besluiten van het CPE gegrond. Naar haar
oordeel had het CPE de heffingen niet mogen opleggen aan de
supermarkten, omdat de wettelijke basis daarvoor ontbreekt. Ook had het
CPE het exploitatieverlies over het jaar 2008 niet mogen doorberekenen
in de heffingen. Zowel het CPE als de supermarkten en het Vakcentrum
zijn tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het CPE bestrijdt
dat er geen wettelijke grondslag was voor de heffingen. Ook zou het CPE
de kosten van de heffingen niet hebben verhoogd om de verliezen in 2008
te verrekenen. De supermarkten en het Vakcentrum vinden dat de kosten
van de controles voor rekening van de overheid zouden moeten komen. De
Raad van State heeft de zaak op 3 november jl. op zitting behandeld.
7. 201102306/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:
(Ligplaatsvergunning voor Eigen Veerdienst Terschelling)
Uitspraak over de vergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Terschelling in augustus 2009 aan Eigen Veerdienst
Terschelling (EVT) heeft verleend. Het gaat om een vergunning voor een
aanlegplaats in het westelijk deel van de haven van Terschelling voor
de veerboot 'Willem Barentsz'. Met de vergunning mag EVT met de
veerboot een ligplaats in nemen op de zogenoemde plek 2. EVT onderhoudt
een veerdienst tussen Terschelling en Harlingen. Aanvankelijk had het
gemeentebestuur de vergunning geweigerd. In februari 2010 oordeelde de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de weigering.
Die uitspraak met zaaknummer 200906302/1 is te vinden op de site. Het
gemeentebestuur heeft vervolgens een aantal voorschriften aan de
ligplaatsvergunning verbonden. Een daarvan is dat EVT plek 2 niet mag
gebruiken rondom de zogeheten venstertijden dat de Terschellinger
Stoomboot Maatschappij (TSM) van Rederij Doeksen deze ligplaats
gebruikt. Volgens het gemeentebestuur voorkomt dit voorschrift dat
meerdere schepen tegelijk aankomen. EVT vindt het voorschrift te
beperkend en kwam hiertegen eerder in beroep bij de rechtbank in
Leeuwarden. Die oordeelde in januari 2011 dat het gemeentebestuur dit
voorschrift in de vergunning mocht opnemen omdat het voorkomt dat
onduidelijkheid bestaat wie op welk moment gebruik mag maken van de
ligplaats. Tegen die uitspraak is EVT in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zie ook drie andere
uitspraken die de Raad van State eveneens op 23 november a.s. openbaar
maakt. De uitspraak met zaaknummer 201102325/1 gaat over de
ligplaatsvergunning van TSM voor plek 2 die het gemeentebestuur in
januari 2008 verleende. De uitspraak met zaaknummer 201102317/1 gaat
over de weigering door het gemeentebestuur om een vergunning aan EVT te
verlenen voor een aanlegplaats op de plekken 1 en 6 en voor het laten
in- en uitstappen van passagiers op plek 5. De uitspraak met zaaknummer
201102328/1 gaat over de dwangsom die het gemeentebestuur in 2009 aan
EVT heeft opgelegd, omdat EVT passagiers heeft laten in- en uitstappen
aan een steiger in de kom van de haven. EVT voert in alle zaken aan dat
de besluiten en vergunningen in strijd zijn met de Europese regels voor
het vrij verkeer van diensten. De Raad van State heeft de zaken
gezamenlijk op 17 oktober jl. op zitting behandeld.
8. 201103097/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Verordeningen
(Aankondiging burgerinitiatief om aanleg van gedeelte Noord-Zuidlijn te
stoppen)
Uitspraak over de afwijzing door de gemeenteraad van Amsterdam van een
zogenoemd burgerinitiatief. Het Comité Noord Zuid Thuis Best wil dat de
gemeenteraad stopt met de aanleg van een gedeelte van de Noord-Zuidlijn
door de binnenstad. Daarvoor heeft zij een aankondiging ingediend van
een burgerinitiatief. De gemeenteraad heeft besloten dat het verzoek
van het comité niet in aanmerking komt voor een burgerinitiatief, omdat
de beslissing om de Noord-Zuidlijn aan te leggen al onderwerp is
geweest van een referendum in 1997. Daarom kan er nu geen
burgerinitiatief meer worden aangevraagd, aldus de gemeenteraad. Het
comité is het hier niet mee eens en is daartegen in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De
rechtbank in Amsterdam verklaarde in februari 2011 een eerder beroep
van het comité ongegrond. De Raad van State heeft de zaak op 1 november
jl. op zitting behandeld.
9. 201103214/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Beperking voor demonstratie krakers in mei 2010 in Den Haag)
Uitspraak over de beperking die de burgemeester van Den Haag heeft
opgelegd voor een demonstratie in het centrum van Den Haag op 18 mei
2010. De krakersbeweging had de burgemeester om toestemming gevraagd om
te demonstreren op het Plein in Den Haag tegen de behandeling door de
Eerste Kamer van het Wetsvoorstel kraken en Leegstand. De burgemeester
gaf toestemming voor de demonstratie, maar niet om deze op het Plein te
houden. De demonstratie mocht niet plaatsvinden op het Plein, omdat
daar al een eerder aangemelde betoging zou worden gehouden. De
burgemeester gaf aan dat de demonstratie moest plaatsvinden op de
Koekamp bij het Malieveld. De krakersbeweging was het niet eens met dit
besluit en kwam eerder in beroep bij de rechtbank in Den Haag. Die
oordeelde in een spoedprocedure in mei 2011 dat de burgemeester de
beperking mocht opleggen. Daarna heeft de burgemeester de eerder
ingediende bezwaren van de krakersbeweging tegen zijn besluit
niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die uitspraak zijn de krakers in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Zij zijn het er niet mee eens dat de burgemeester in zijn
beslissing op bezwaar ná de demonstratie van mening is dat de krakers
geen belang meer hadden bij een inhoudelijke beslissing op de bezwaren.
De Raad van State heeft de zaak op 1 november jl. op zitting behandeld.
10. 201105079/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 23 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Zeeland
(Bestemmingsplan 'Landgoed aan de Heerstraat te Sint Jansteen' van de
gemeente Hulst)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Hulst van het
bestemmingsplan 'Landgoed aan de Heerstraat te Sint Jansteen'. Het plan
maakt de aanleg van een landgoed mogelijk. Eén hectare van het bijna
tien hectare grote terrein wordt afgesloten voor privégebruik. Op de
rest van het terrein komen wandelpaden die toegankelijk zijn voor
recreanten. Ook wordt een openbare weg aangelegd van de Sint Janstraat
naar de Heerstraat. Een inwoner van Sint Jansteen is het niet eens met
het plan. Hij vreest dat de aanwezigheid van het landgoed lichthinder
meebrengt en tot een toename van autoverkeer zal leiden. Ook wordt het
uitzicht vanuit zijn woning aangetast, aldus de man. Verder vindt hij
het landgoed niet passen in de omgeving en de ontsluiting van het
landgoed niet goed geregeld. Bovendien zou het landgoed geen
recreatieve meerwaarde hebben, omdat in de buurt al een bos van 500
hectare aanwezig is met recreatieve mogelijkheden. Volgens de man had
de gemeenteraad het plan niet mogen vaststellen, omdat eerdere
verzoeken tot woningbouw zijn afgewezen vanwege de ligging in het
buitengebied van de gemeente. Ten slotte betwijfelt de man of het
gebied in de toekomst goed geëxploiteerd en onderhouden zal worden.
Daarom is hij tegen het plan in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 12
oktober jl. op zitting behandeld.