Federale regering Belgie
Een symbooldossier inzake geweld tegen vrouwen
Brussel, 20/11/2011 Vandaag, 21 november 2011, gaat in het Assisenhof
van Bergen het proces rond Sadia Sheikh van start, waarin het Instituut
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zich burgerlijke partij heeft
gesteld. In het licht van de drama's die worden veroorzaakt door het
voortbestaan van bepaalde tradities waarbij vooral vrouwen het
slachtoffer zijn, hoopt het Instituut dat de dood van Sadia tot een
grotere bewustwording zal leiden en slachtoffers zal aanzetten om te
reageren.
Een misdaad tegen de vrouwen
Door zich burgerlijke partij te stellen wil het Instituut de aandacht
vestigen op het feit dat het hier over meer gaat dan over de dood van
een jong meisje. De problematiek die de dood van Sadia opwerpt, is
immers die van het gedwongen huwelijk en de eremoord, die in ons
strafrecht op specifieke wijze wordt bestraft op grond van de
verzwarende omstandigheid van discriminatie, ook wel "verwerpelijke
beweegreden" genoemd. Wat dit alles zo bijzonder maakt, is dat het hier
niet alleen over een individu gaat, maar ook over de groep of de
gemeenschap waarvan het slachtoffer deel uitmaakte, in dit geval
vrouwen.
Geweld binnen een intieme relatie is meestal de uiting in de privésfeer
van de ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen die in
onze samenleving nog steeds bestaan.
Het blijkt dat de geweldplegers in het merendeel van de gevallen mannen
zijn en de slachtoffers vrouwen.
"Bewijzen dat er in onze huidige samenleving vrouwen zijn die hun lot
niet in eigen handen hebben enkel omdat zij vrouwen zijn en aantonen
dat deze vaststelling wijst op een erg ongelijke behandeling is de
inzet van dit proces en dit maakt deel uit van de bevoegdheden van het
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen", verklaart Michel
Pasteel, directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en
mannen.
Waarom het Instituut?
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is een
onafhankelijke openbare instelling voor de bevordering van de
gelijkheid van vrouwen en mannen en de bestrijding van elke vorm van
discriminatie op grond van het geslacht.
Zijn oprichtingswet van 16 december 2002 geeft het Instituut de
opdracht om, binnen de perken van zijn doelstelling, hulp te verlenen
aan iedereen die om raad vraagt in verband met de draagwijdte van zijn
of haar rechten en plichten en over de middelen om die rechten te laten
gelden.
Het Instituut kan in rechte optreden in geschillen in het kader van de
toepassing van de wetten die de gelijkheid van vrouwen en mannen
waarborgen, in het bijzonder de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van
discriminatie tussen vrouwen en mannen (met inbegrip van zwangerschap,
bevalling en moederschap en geslachtsverandering), en de strafwetten
die specifiek tot doel hebben de gelijkheid van vrouwen en mannen te
waarborgen.
Het is in dit kader dat het Instituut in maart 2008 bekendmaakte dat
het zich burgerlijke partij stelde in de zaak Sadia Sheikh.
Iedereen die meent het slachtoffer te zijn van een discriminatie op
grond van het geslacht kan zich richten tot het Instituut voor elke
vraag om informatie of om klacht in te dienen via het gratis
telefoonnummer 0800 12 800, e-mail (gelijkheid.manvrouw@igvm.belgie.be)
of via schriftelijke weg.
Discriminerende tradities
In dit proces gaat het om twee vormen van intrafamiliaal geweld, met
name de problematiek van de gedwongen huwelijken en die van het
eergerelateerd geweld. Beide moeten uitvoerig en met omzichtigheid en
objectiviteit worden aangepakt wegens het gevaar op het stigmatiseren
van een groep/een godsdienst/een gemeenschap.
De praktijk van de gedwongen huwelijken kan immers veeleer worden
verklaard door de culturele achtergrond en niet zozeer door specifieke
raciale, etnische of godsdienstige kenmerken.
Hetzelfde geldt voor eergerelateerd geweld. Eergerelateerd geweld wordt
in België beschouwd als een flagrante schending van de mensenrechten en
de fundamentele vrijheden, geweld dat hoofdzakelijk wordt gepleegd
tegen vrouwen en dat gebaseerd is op onrechtvaardige tradities waarin
een patriarchale familiestructuur overheerst. Hoewel het nagenoeg
onmogelijk is om het aantal gevallen van eergerelateerd geweld in
België correct te ramen, mag worden aangenomen dat dit geweld zich
voordoet in tal van culturen, gemeenschappen, religies en
bevolkingsgroepen en in een groot aantal landen plaatsvindt.
Eergerelateerd geweld en gedwongen huwelijken in België
Op 23 november 2010 werd een nieuw nationaal actieplan ter bestrijding
van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld (NAP)
2010-2014 goedgekeurd tijdens een interministeriële conferentie met
betrokkenheid van de federale staat, de gemeenschappen en de
gewesten. Dit plan wordt gecoördineerd door het Instituut voor de
gelijkheid van vrouwen en mannen. De bestrijding van partnergeweld
blijft prioritair, maar het actiedomein van dit vierde NAP 2010-2014
is evenwel uitgebreid naar andere vormen van geweld: gedwongen
huwelijken, eergerelateerd geweld en vrouwelijke genitale
verminkingen.
In België werden gedwongen huwelijken in het strafwetboek strafbaar
gesteld sinds de wet van 25 april 2007. De verschillende
bevoegdheidsniveaus ontwikkelen al verscheidene jaren maatregelen om de
kennis over het fenomeen te verbeteren en de gedwongen huwelijken in
het kader van hun respectieve bevoegdheden beter te kunnen bestrijden.
De voorbije jaren hebben een aantal tragische gebeurtenissen de
aandacht gevestigd op de problematiek van het eergerelateerd geweld in
België. Deze problematiek bestrijkt een aantal gevallen van geweld ten
overstaan van hoofdzakelijk vrouwen door familieleden wanneer die van
oordeel zijn dat de vrouw de eer van de familie heeft bezoedeld en
daarvoor dus dient te worden gestraft. Dat zogenaamd immorele gedrag
kan ontrouw, het weigeren van een huwelijk, een aanvraag tot scheiding,
verkrachting of ieder ander gedrag zijn dat als onterend wordt
beschouwd voor de familie en de gemeenschap.
« Samengevat intervenieert het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen
en mannen in het proces over Sadia Sheikh voor alle vrouwen die de moed
hebben om hun lot in eigen handen te nemen zonder daarvoor hun leven te
moeten wagen», besluit Michel Pasteel, directeur van het Instituut voor
de gelijkheid van vrouwen en mannen.