Concept Recreatievisie 2020 besproken in commissie MME
Maandag 14 november 2011 sprak de commissie Milieu, Mobiliteit en
Economie over de concept Recreatie en Toerismevisie 2020. De commissie
had de nodige opmerkingen over het concept, maar kijkt wel uit naar de
definitieve versie die begin volgend jaar klaar moet zijn.
De visie is opgesteld door Gedeputeerde Staten, omdat de provincie veel
doet aan recreatie, maar hiervoor nooit een kader heeft opgesteld. Het
concept wordt besproken door Provinciale Staten en ook door externe
partijen zoals de recreatieschappen. Een belangrijk onderwerp bij het
opstellen van de visie zijn de problemen die spelen bij de
recreatieschappen. Vanwege de bezuinigingen moet er nagedacht worden
wat we doen met onze hedendaagse recreatievoorzieningen en hoe we dat
gaan realiseren.
Toegankelijkheid
De commissie vond de visie over het algemeen te vaag. Er was discussie
over de mate waarin recreatie toegankelijk moet zijn. Verschillende
partijen willen meer aan de markt overlaten en privaat initiatief
steunen om nieuwe geldstromen aan te boren. Andere partijen waken
ervoor dat niet overal entreegeld voor gevraagd wordt, zodat de
toegankelijkheid voor iedereen gewaarborgd blijft. Een ander
discussiepunt was de vraag waarom de visie alleen gericht was op het
buitengebied en waarom de stadsrecreatie buiten beschouwing was
gelaten.
Reactie GS
Gedeputeerde De Vries gaf aan dat toegankelijkheid van recreatie het
uitgangspunt is, maar dat er wel ruimte is voor recreatieve
ondernemers, die investeren in het beheer, om het kostendekkend te
houden. Recreatie in de stad vond de gedeputeerde een taak van de
gemeente. Wat betreft de kritiek op de vaagheid van het stuk gaf De
Vries aan dat het inherent is aan een visie en dat de definitieve
versie en met namen de uitwerking daarvan concreter zullen
zijn.
Provincie Utrecht