The origin of stars. Tales of the unexpected in extreme environments
Datum: 21 november 2011
Promotie: dhr. S. Höçük, 16.15 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Proefschrift: The origin of stars. Tales of the unexpected in extreme
environments
Promotor(s): prof.dr. M. Spaans
Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen
Massa van sterren in extreme omgevingen viermaal groter dan in onze
Melkweg
Het onderzoek in het proefschrift van Sayit Hocuk richt zich op het
verkrijgen van inzicht in de vorming van sterren in extreme omgevingen.
Hocuk keek vooral naar de afhankelijkheid van de initiële massafunctie.
De initiële massafunctie (IMF) geeft de relatieve verdeling van
stellaire massa's in een bepaald volume van de ruimte. Het is een
empirisch verkregen functie die zich volgens waarnemingen gedraagt als
een machtswet. Deze verdeling is uitgegroeid tot een belangrijk
diagnostisch hulpmiddel voor astronomen en is van fundamenteel belang
in veel onderzoeksgebieden.
Het idee is dat de IMF een universele functie moet zijn. Maar het is
onzeker of sterren in extreme gebieden op dezelfde manier vormen en of
de IMF vergelijkbaar is met die in onze Melkweg. In dit proefschrift is
de universaliteit van deze veelbesproken functie is getoetst onder
verschillende omstandigheden, gebruik makend van gedetailleerde
numerieke simulaties. Elk hoofdstuk richt zich op een ander aspect van
stervorming. Fragmentatie eigenschappen van reusachtige moleculaire
wolken, de vorming van sterren in Röntgenstraling gedomineerde
moleculaire wolken en de daaruit volgende stellaire massafuncties, en
de vorming van sterren in moleculaire wolken onder sterke
terugkoppelingseffecten van zwarte gaten worden in aparte hoofdstukken
besproken.
Alle resultaten van de verschillende onderzoeken in dit proefschrift
leiden tot dezelfde uitkomst. Als de omgevingsomstandigheden extreem
genoeg zijn - chemisch, mechanisch of door straling - dan is de
initiële massafunctie anders dan de IMF, zoals die is waargenomen in
onze Melkweg. Ook wijkt hij dan af van de getheoretiseerde universele
vorm. Dit houdt in dat de massa van sterren in extreme omstandigheden
veel hoger (meer dan viermaal) is dan die van sterren in onze Melkweg.
Ook laat het onderzoek zien dat stervorming nog steeds mogelijk is - en
zelfs efficiënter voor zware sterren - nabij superzware zwarte gaten.
Sayit Hocuk (Delfzijl, 1979) studeerde sterrenkunde in Groningen. Het
onderzoek werd uitgevoerd bij het Kapteyn Instituut van de RUG.
Zie ook:
http://www.rug.nl/corporate/nieuws/kortNieuws/2010/superzwaarzwartgat
Laatst gewijzigd: 15 november 2011 11:59
Rijksuniversiteit Groningen