Gratis musea trekken in Drenthe meer kinderen
Persbericht van K&C
Veertigduizend kinderen in de provincie Drenthe bezoeken gratis musea
in Drenthe Voorbeeld voor Nederland!
Vervoer voor scholen en verantwoordelijkheden laten liggen bij het
onderwijs (culturele mobiliteit) en ouders (oktobermaand kindermaand)
is van essentieel belang.
Culturele mobiliteit
Kinderen in de leeftijd van vier tot en met zestien jaar ontvangen
allen gratis onderwijs. De scholen geven allen, conform de wetgeving
(primair en voortgezet onderwijs) hun eigen beleid inhoud en
organiseren dit. Gekoppeld aan de diverse vakken worden activiteiten,
als een bezoek aan een museum, in het programma opgenomen. De kosten
voor een bezoek aan een museum worden betaald door de school, ondermeer
uit de door de school geoormerkte gelden voor cultuuronderwijs. De
kosten voor vervoer worden bekostigd door de provincie Drenthe,
sponsoren, fondsen en culturele instellingen. K&C, expertisecentrum en
projectorganisatie kunst en cultuur organiseert het busvervoer. Ruim
vijftienduizend kinderen worden jaarlijks vervoerd van basisschool naar
museum. In een schoolloopbaan kan een leerling vijf musea bezoeken. Is
het programma van de school verrijkt met een daadwerkelijk bezoek aan
een museum, dat aansluit bij het vakinhoudelijke programma van de
school en ontvangen de musea jaarlijks ruim vijftienduizend leerlingen.
Voor hun bezoekers hebben de musea speciale programma's ontwikkeld,
mede samengesteld na evaluaties met de scholen. Op dit moment kent K&C
wachtlijsten. Ons voorstel is om het rijk EUR 40.000,00 te laten
financieren per jaar. De provinciale bijdrage is EUR 75.000,00 en
bijdrage van fondsen, sponsoren en culturele instellingen is EUR
50.000,00. Met het nieuwe bedrag kunnen twintig duizend leerlingen
vervoerd worden naar musea. De provincie Drenthe heeft ruim
vierhonderdduizend inwoners. Vermenigvuldigen we dit getal met veertig
dan komen we bij de 16 miljoen mensen die Nederland kent.
Veertig keer veertigduizend euro is 1.6 miljoen euro en goed voor
800.000 (40 (1) 20.000 leerlingen) bezoeken van kinderen aan een
museum, met medefinanciering door andere partijen (matching van
middelen).
Voor meer informatie zie www.kcdr.nl
Oktobermaand Kindermaand
In de maand oktober kunnen kinderen gratis in Drenthe ruim honderd
culturele instellingen (waaronder vele musea) bezoeken op de zondagen
en een enkele zaterdagen. Ruim twintig duizend kinderen bezoeken één of
meerdere instellingen. Zij doen dat onder begeleiding van volwassenen
(vader, moeder, opa, oma ed). De volwassenen betalen voor henzelf een
entree kaartje. Kinderen kunnen woonachtig zijn in Drenthe, of op
vakantie zijn in Drenthe (al of niet met ouders) of voor een dag naar
Drenthe komen. Het project wordt nu uitgevoerd in de provincies
Drenthe, Groningen, Friesland en Noord Holland. Het project is in
Drenthe gestart en wordt door K&C uitgevoerd in Drenthe en Friesland.
Instellingen maken voor de bezoeken van de kinderen speciale
programma's.
De financiële middelen komen van de provincies, gemeenten, sponsoren en
fondsen. Het plan is om het project in 2014 landelijk ingevoerd te
krijgen. Wanneer elk project binnen een provincie een tijdelijke
(opstart) bijdrage van het rijk zou krijgen van EUR 35.000,00 en voor
een landelijke campagne EUR 200.000,00 beschikbaar komt bezoeken in de
toekomst minimaal 800.000 kinderen ( 40 (1) 20.000 kinderen) een
culturele instelling. Voor meer informatie: www.kindermaand.nl
Eén miljoen en zeshonderdduizend kinderen minimaal naar een museum, elk
jaar opnieuw Twee projecten landelijk ingevoerd en regionaal
georganiseerd betekent 1.600.000 kinderen kunnen een speciaal programma
in een museum met leerkracht, ouder, grootouder ed bezoeken. Met een
rijksbedrag van EUR 1.600.000,00 (tijdelijk EUR 2.020.000,00). Dus geen
5,4 miljoen, laat staan EUR 9 miljoen. En geen 100.000 tot 200.000
kinderen maar 1.6 miljoen kinderen.
Belangrijk is dat het schoolprogramma versterkt wordt. Dat alle
kinderen, ongeacht de plaats waar ze op school zitten of naar welke
school ze gaan, in staat worden gesteld om musea te bezoeken. Het
bezoek levert een bijdrage aan de leeromgeving van de kinderen.
Onderliggende doelen als museumbezoek bevorderen zijn ondergeschikt
geworden. Het onderwijs wordt volwassen benaderd en versterkt
(Culturele mobiliteit).
Het bezoeken van een museum met een begeleider zadelt begeleiders niet
met hoge kosten op. Laat wel aan ouders en begeleiders zien waar de
interesses van de kinderen liggen (Oktobermaand Kindermaand). Met een
groot aanbod aan activiteiten kunnen na de oktobermaand nog diverse
musea te bezoeken.
Beide projecten laten een verbintenis zien van overheden, fondsen,
sponsoren met eigen bijdrages van scholen en begeleiders. Scholen
kunnen hun eigen beleid vorm geven en begeleiders kunnen hun eigen neus
achterna en beiden houden rekening met dat wat het onderwijs
noodzakelijk acht en wat de kinderen nodig hebben en boeit. Musea maken
voor beide projecten bijzondere programma's, kunnen aangeven aan
subsidiënten dat ontvangen financiële middelen van de scholen en de
begeleiders komen.
Het doel om kinderen te interesseren voor musea, ze klaar te stomen als
toekomstig museumbezoeker is niet aan de orde. Het echte doel is
kinderen een kwalitatief hoogwaardig onderwijsprogramma te bieden, dat
we als samenleving opgedragen hebben aan de scholen, en om ouders
ongedwongen keuzes voor en met kinderen te laten maken. Onderwijs en
ouder staan eindelijk weer centraal. Verantwoordelijkheden blijven
liggen waar ze thuis horen. Musea maken op eigen kracht steeds weer en
nieuwe interessante programma's.
Kortom: Besteed geld aan vervoer voor leerlingen en aan pr voor
Oktobermaand Kindermaand. De beide projecten in Drenthe hebben het
succes bewezen, zie conclusies landelijk onderzoek ( inhoud is reden om
naar een museum te gaan, regionale intermediairs zijn succesvol in het
bij elkaar brengen van aanbod en vraag, ze slagen er goed in om
kinderen een museum te laten bezoeken tegen acceptabele kosten) en een
eigen onderzoek dat vrijdag 18 november a.s. gepresenteerd wordt.
17 november 2011
Johan de Noord
Directeur K&C, expertisecentrum en projectorganisatie kunst en cultuur
Sterker met kunst www.kcdr.nl
Voor nadere informatie kunt u mij mailen: johan@kcdr.nl of bellen: 0592
336999, tijdelijk door enkelbreuk 0593 524866 of 0611868780
Persbericht
Assen, 18 november 2011
GRATIS musea trekken in Drenthe veel kinderen Projecten Culturele
Mobiliteit en Oktobermaand Kindermaand groot succes Drentse musea
slagen er heel goed in kinderen te trekken. Dankzij gratis entree en
gratis vervoer weten de kinderen de weg naar de musea te vinden.
De Nederlandse Museumvereniging beweerde maandag dat vrije toegang niet
tot meer museumbezoek leidt. In Drenthe bewijzen twee projecten het
tegenovergestelde.
Het project Culturele Mobiliteit zorgt ervoor dat jaarlijks ruim
vijftienduizend kinderen uit het primair onderwijs worden vervoerd van
basisschool naar museum, archief of schouwburg.
Zonder rekening te houden met het sociale milieu bezoekt elk kind één
van de vijf grote musea en het Drents Archief met een provinciale taak.
In een plattelandsprovincie als Drenthe zijn de kosten van vervoer voor
scholen van doorslaggevende betekenis voor het wel of niet bezoeken van
een museum. De kosten van het busvervoer worden nu gefinancierd door de
provincie Drenthe, Rabobank Assen-Beilen, de deelnemende culturele
instellingen en scholen.
Tijdens het project Oktobermaand Kindermaand hebben kinderen t/m 12
jaar gratis toegang tot bijna alle musea in Drenthe. Ouders en hun
kinderen maken hier op de zaterdag en zondag veelvuldig gebruik van.
Zo'n vijftienduizend kinderen en hun ouders en grootouders bezoeken
jaarlijks in musea, theaters, dansscholen, molens, bibliotheken en
creativiteitscentra speciaal samengestelde programma's met
voorstellingen, workshops en rondleidingen.
Onderzoek naar impact verdwijnen vervoerssubsidie K&C, expertisecentrum
en projectorganisatie kunst en cultuur heeft in opdracht van de
stuurgroep Culturele Mobiliteit onderzocht wat de impact is van het
verdwijnen van de vervoerssubsidie binnen het project Culturele
Mobiliteit. Aan het onderzoek heeft 50% (164
scholen) van alle basisscholen in Drenthe meegewerkt.
De scholen geven bijna unaniem aan (90%) dat zij niet in staat zijn het
bezoek en vervoer naar het museum zelf te organiseren. Als redenen
worden genoemd gebrek aan tijd, de hoge kosten en de beschikbaarheid en
veiligheid van het openbaar vervoer. Volgens de scholen wordt de
drempel hoger om aan culturele activiteiten mee te doen als het vervoer
zelf moet worden geregeld.
Goede educatieve programma's stimuleren
De musea in Drenthe zien de kinderen duidelijk als een aparte
doelgroep. Met goede educatieve programma's en goede marketing weten
zij zowel kinderen, als ouders en K&C, Postbus 924, 9400 AX ASSEN
0592-336999, www.kcdr.nl leerkrachten aan zich te binden. Uit
evaluaties met scholen blijkt dat er een grote tevredenheid bestaat
over de educatieve programma's binnen het project Culturele Mobiliteit.
Intermediairs zijn succesvol
Uit het onderzoek 'Kinderen en Museumbezoek' dat in opdracht van de
Nederlandse Museumvereniging is uitgevoerd blijkt dat regionale
intermediairs zoals K&C succesvol zijn in het bij elkaar brengen van
het aanbod van musea en de vraag van scholen.
Volgens het onderzoek slagen de intermediairs er goed in om veel
kinderen een museum te laten bezoeken tegen acceptabele kosten.
"Als gemeenten en provincies het bezoek van kinderen aan musea willen
stimuleren is het subsidiëren van intermediairs een goede investering",
aldus de onderzoekers.
De stuurgroep Culturele Mobiliteit probeert financiële middelen te
matchen om het project Culturele Mobiliteit te behouden voor Drenthe.
Zij zet in op draagvlak en werkt aan cofinanciering.
Binnen het project Culturele Mobiliteit opereren Drents Museum, Drents
Archief, Hunebedcentrum, Herinneringscentrum Kamp Westerbork, De
Buitenplaats, het Gevangenismuseum, Theater De Nieuwe Kolk, Theater De
Muzeval, Theater De Tamboer en Theater De Hofpoort.
Razende Robot Reporter