More than a transcription factor: Spo0A mediates phenotypic heterogeneity and
controls replication in Bacillus subtilis
Datum: 18 november 2011
Promotie: mw. I.G. de Jong, 11.00 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat
5, Groningen
Proefschrift: More than a transcription factor: Spo0A mediates
phenotypic heterogeneity and controls replication in Bacillus subtilis
Promotor(s): prof.dr. O.P. Kuipers
Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen
Regulatie celdifferentiatie door de transcriptiefactor Spo0A
De bodembacterieBacillus subtiliswordt veel gebruikt als modelorganisme
om celdifferentiatie te bestuderen. Een van de belangrijkste
regulatoreiwitten van celdifferentiatie is de transcriptiefactor Spo0A.
Imke de Jong deed onderzoek naar het fenomeen fenotypische
heterogeniteit (verschillen tussen individuele cellen) dat optreedt in
stress-gerelateerde regulatieprocessen, waar Spo0A een rol bij speelt.
Ze laat zien hoe motiliteit, competentie, proteaseproductie, predatie,
kannibalisme, voedingsbehoefte en sporulatie bestudeerd kunnen worden
op populatieniveau en op het niveau van de enkele cel. Haar resultaten
laten zien dat onder elke stressconditie er fenotypische heterogeniteit
optreedt en dat het niveau van heterogeniteit varieert in de tijd. Heel
interessant is dat niet de cellen die reeds geadapteerd zijn aan de
specifieke stressconditie het meest bijdragen aan de overleving van een
bacteriële culture, maar juist de niet geadapteerde cellen met een hoge
intrinsieke cellulaire fitness wanneer deze blootgesteld worden aan een
nieuwe stressconditie. Met behulp van tijdopgeloste
fluorescentiemicroscopie kon De Jong aantonen dat heterogeniteit
tijdens sporulatie wordt veroorzaakt door verschillen in de tijdstippen
waarop Spo0A geactiveerd wordt. Behalve dat Spo0A als een
transcriptiefactor fungeert, is er ook gesuggereerd dat het de
DNA-replicatie kan remmen door te binden aan de replicatieorigen
(oriC). Deze hypothese heeft De Jong onderzocht en daarmee aangetoond
dat moedercellen die minder Spo0A bindingsplaatsen op hetoriC-gedeelte
hebben, een verhoogde replicatie vertonen. De sporen die uit deze
stammen geïsoleerd konden worden, vertonen een toegenomen
heterogeniteit wat betreft germinatie en uitgroei en laten minder
nakomelingen achter dan wildtype sporen.
Imke de Jong-van Baarle (Duitsland, 1980) studeerde moleculaire
biologie en biotechnologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij
haar promotieonderzoek deed bij de vakgroep Molecular Genetics van het
Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute (GBB). Haar
onderzoek werd gefinancierd door NWO and BaCell/SysMO. Inmiddels werkt
zij als postdoc aan de universiteit van Basel.
Laatst gewijzigd: 08 november 2011 10:14
Rijksuniversiteit Groningen