UMC St Radboud
De medicijnmarkt is zelf een beetje ziek
27-10-2011
Symposium over schaduwzijde van intellectueel eigendom
Medicijnen zijn bedoeld om mensen te genezen. Volgens Nobelprijswinnaar
Joseph Stiglitz wordt dat proces belemmerd door intellectueel eigendom
en patenten op medicijnen. Hoogste tijd om na te denken over een
alternatief systeem. Maakt een Prijzenfonds, zoals James Love dat heeft
gelanceerd, een kans? Daarin wordt de vergoeding gekoppeld aan het
totale genezende effect van een medicijn. Een malariavaccin is dan
`waardevoller' dan een nieuwe variant van een al bestaand middel. Op 18
november organiseert het UMC St Radboud een symposium over dit complexe
probleem, met James Love als een van de gastsprekers.
De Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz schreef in 2006 een venijnig
stukje in het British Medical Journal met als titel 'Scrooge and
intellectual property rights'. Stiglitz, die vijf jaar eerder de
Nobelprijs voor Economie won, stelt zich de vraag of er in de
geneeskunde ook een variant is te vinden van Ebenezer Scrooge. Zoals
bekend houdt Scrooge, hoofdrolspeler in 'A Christmas Carol' van Charles
Dickens, veel meer van geld dan van zijn medemens.
Voortdurend gestoei
Stiglitz: "Wat te denken van een Scrooge die ziekten kan genezen die
het leven van duizenden mensen verwoesten, maar dat niet doet? Dat
zouden we natuurlijk afschuwelijk vinden. Maar het gebeurt in
toenemende mate in naam van de economie, onder het onschuldig klinkende
mom van intellectuele eigendomsrechten."
Wat is er mis met die intellectuele eigendomsrechten (IP)? Ze zorgen er
toch voor dat een farmaceut de ontwikkelkosten voor het medicijn kan
terugverdienen?
Dat is slechts een kant van de medaille, betoogt Stiglitz. Er zit ook
een schaduwkant aan. IP geeft bedrijven de exclusieve controle over
specifieke kennis. Dat leidt tot een monopolie en een beperkte
beschikbaarheid van sommige medicijnen. Een van de gevolgen is het
voortdurende gestoei tussen dure, gepatenteerde medicijnen en goedkope
generieke medicijnen. In zijn artikel vergeleek Stiglitz de jaarprijs
van een medicijncocktail tegen aids: met generieke middelen kostte de
behandeling op dat moment 130 dollar, met gepatenteerde medicijnen liep
dit op tot 10.000 dollar.
Avastin en Lucentis
Sindsdien zijn er andere voorbeelden bijgekomen. Een in het oog
springend conflict speelt momenteel rondom het gebruik van Lucentis,
een duur geregistreerd geneesmiddel voor 'natte' maculadegeneratie. Er
is een vergelijkbaar middel beschikbaar, Avastin, dat is geregistreerd
voor darmkanker, maar door veel oogartsen tegenwoordig off-label wordt
gebruikt voor maculadegeneratie. De prijs per injectie verschilt enorm;
35 euro voor Avastin tegen 1.100 euro voor Lucentis. De werkzaamheid
lijkt hetzelfde, over het veiligheidsprofiel van Avastin is nog geen
overeenstemming. Maar economisch gezien lijkt het profijtelijker voor
de producent van Lucentis om Avastin nog even af te houden.
Vinden dergelijke afwegingen plaats 'in de naam van de economie' zoals
Stiglitz dat stelt? Kennelijk wel, want zeer recentelijk - 21 oktober
2011 - deelde de Europese Commissie mee dat er een onderzoek komt naar
Johnson & Johnson en Novartis. Beide bedrijven zouden concurrenten
hebben betaald om te voorkomen dat er een goedkopere variant van een
sterke pijnstiller wordt geïntroduceerd op de Nederlandse markt. Ook
tegen de bedrijven Servier, Lundbeck en Cephalon heeft de Europese
Commissie een onderzoek lopen.
Een Prijzenfonds?
Als de medicijnmarkt inderdaad een beetje ziek is, wat kunnen we daar
dan aan doen? Stiglitz stelt die vraag ook en verwijst naar een
Prijzenfonds, een idee van James Love. Daar wordt de prijs niet bepaald
door de monopolist, maar door het algemene nut van het (nieuwe)
medicijn. Een vaccin tegen malaria betekent een verbetering van de
gezondheid van miljoenen mensen en moet daarom een ruime vergoeding
krijgen uit het Prijzenfonds. Een nieuw medicijn dat net iets anders
werkt dan een bestaand middelen heeft daarentegen veel minder `impact
en krijgt dus ook minder uit de pot.
De problematiek die Stiglitz en Love beschrijven treft alle 'spelers'
in de gezondheidszorg. De patiënt, die sommige medicijnen niet kan
betalen. De zorgverzekeraars en de overheid, die de kosten proberen te
beheersen met hun preferentiebeleid. De Inspectie voor de
Gezondheidzorg die de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg in de
gaten houdt. De artsen die het beste medicijn voor hun patiënten willen
gebruiken. En natuurlijk ook de farmaceutische industrie die
voortdurend op zoek is naar nieuwe geneesmiddelen.