Rijksuniversiteit Groningen / nummer 169 / 15 november 2011
NWO-subsidies voor Groningse onderzoekers
Van de zes TOP subsidies uit het ALW-TOP programma kende NWO de helft toe aan onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen. Het zijn Arnold Driessen, hoogleraar moleculaire microbiologie bij het Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute, Jan Komdeur, hoogleraar Avian evolutionary ecology bij het onderzoeksinstituut Centrum voor Ecologische en Evolutionaire Studies (CEES) en Theunis Piersma, hoogleraar dierecologie bij CEES en tevens verbonden aan het NIOZ.
Behalve de TOP-subsidies heeft NWO ook drie van de subsidies uit het Open Programma toegewezen aan Groningse onderzoekers.
TOP-subsidies
- Prof.dr. A.J.M. (Arnold) Driessen, hoogleraar moleculaire microbiologie bij het Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute, RUG
Levende cellen worden omgeven door een lipidenmembraan. Deze bevat een specifieke set van membraaneiwitten die betrokken zijn bij substraattransport en communicatie. De membraan is specifiek doorlaatbaar voor secretie-eiwitten die het membraan passeren middels het translocon. Het translocon vormt een nauwe, eiwitdoorlaatbare porie in het membraan. Dezelfde porie is ook betrokken bij de insertie van membraaneiwitten in het membraan. Doel van dit project is de werking van het translocon te onderzoeken om vast te stellen hoe het eiwitten in en over de membraan leidt.
- Prof.dr.ir. J. (Jan) Komdeur hoogleraar Avian evolutionary ecology bij het onderzoeks-instituut Centrum voor Ecologische en Evolutionaire Studies (CEES), RUG
The uphill struggle to understand social behaviour - the importance of genes, ecology and evolution
De vraag naar hoe en waarom sociaal gedrag ontstaat is fascinerend. Iedereen heeft een sociaal leven en elk individu reageert verschillend op nieuwe situaties (persoonlijkheid) en op veranderende omgevingsfactoren (plasticiteit). Deze gedragsaspecten hebben een genetische basis en beïnvloeden de fitness van een individu. Echter, hoe deze gedragstypen door sociale interacties en omgevingsfactoren beïnvloed worden is onbekend. Het onderzoek van Komdeurs groep richt zich op de verschillen in sociale gedragstypen tussen individuen, waarbij de Seychellenzanger als modelorganisme gebruikt wordt. De groep bestudeert de invloed van natuurlijke selectie op variatie in dit soort gedragstypen door middel van een unieke integratie van nieuwe theoretische technieken en experimenteel veldonderzoek.
- Prof.dr. T. (Theunis) Piersma, hoogleraar dierecologie bij CEES, RUG en tevens verbonden aan het NIOZ
Shorebirds in space. Development and application of individual tracking tools for all relevant temporal and spatial scales
Steltlopers hebben lange poten waar ringen omheen passen om ze individueel herkenbaar te maken en ze leven in open biotopen waar ze goed te volgen zijn. Met zijn wadvogels en weidevogels is Nederland sleutelland voor steltlopers. Een florerende onderzoekstraditie hikt tegen doorbraken aan omdat kleurmerken een beperkte resolutie hebben. Geavanceerde tracking-tools moeten daarom toepasbaar worden gemaakt voor kleine vogels. Piersma's groep brengt drie zendersystemen samen in onderzoek naar jaarcycli van grutto's om (inter)continentale trekbewegingen (satellietzenders), individuele levensreizen (geolocators) en locale ruimtelijke en sociale processen (DTOA) te documenteren en ecologisch/evolutionair te interpreteren.
Open Programma subsidies
- Dr. Jean-Christophe Billeter, Gedragsbiologie, Centre for Behaviour and Neurosciences, RUG
Choosey females: the mechanism of fecundity block in Drosophila melanogaster
Wij herkennen gemakkelijk andere mensen op basis van hun gezichten. Onbewust identificeren wij anderen ook op basis van geuren hetgeen vervolgens ons sociale gedrag beïnvloedt. Bij allerlei soorten breken vrouwtjes de zwangerschap af wanneer zij de geur van een meer aantrekkelijke man percipiëren. In sommige mensenparen kan dit zelfs leiden tot infertiliteit. Hoewel fruitvliegen erg verschillen van ons, vertonen de vrouwtjes eenzelfde soort 'zwangerschaps-blokkade'. Door het bestuderen van fruitvliegen kunnen we, vanwege hun simpeler brein en geurensysteem, relatief gemakkelijk fundamentele mechanismen betrokken bij het blokkeren van zwangerschap ontmaskeren en onderzoeken in welke mate zij zich vertalen naar andere diersoorten.
- Prof.dr. Ida van der Klei, Moleculaire Celbiologie, Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute, RUG
Deciphering the role of Pex11 in peroxisome biology
De bestudering van de moleculaire processen die betrokken zijn bij het vervormen van membranen, een proces dat o.a. gebeurt tijdens organeldeling, is momenteel een zeer belangrijk onderzoeksonderwerp in de celbiologie. Van der Kleis groep bestudeert de deling van peroxisomen, organellen die een onmisbare rol spelen in de stofwisseling en tevens betrokken zijn bij veroudering. Dit maakt het onderzoek medisch relevant. De onderzoekers willen voortborduren op hun zeer recente vinding dat het eiwit Pex11 de membranen van peroxisomen sterk kan vervormen. Men zal met behulp van zeer geavanceerde genetische, biochemische en microscopische technieken in detail de rol van Pex11 verder gaan onderzoeken.
- Prof.dr. Oscar Kuipers, Moleculaire Genetica, Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute, RUG
Biomodules for introducing various types of circular and heterocyclic modifications in lantibiotics
Lantibiotica zijn krachtige antimicrobiële peptiden die effectief gebruikt kunnen worden om infectieziekten te bestrijden. Deze stoffen hebben een breed antimicrobieel spectrum en een goede stabiliteit, o.a. door ringvormige structuren (lanthionines). Hier wil Kuipers' groep de antimicrobiële activiteit en stabiliteit van deze stoffen verder verbeteren door extra ringvormige structuren te introduceren met een synthetisch biologische aanpak. De nieuwe klassen peptiden die op deze manier gemaakt kunnen worden zullen getest worden tegen multi-antibiotica resistente stammen, die een groot probleem vormen in de huidige gezondheidszorg. Uiteindelijk hoopt de groep nieuwe verbindingen te kunnen maken die als antibioticum ingezet kunnen worden, met geringe resistentieontwikkeling bij pathogenen.
Rijksuniversiteit Groningen