Nederlander eet, drinkt en internet!
17 november 2011
Dagelijks langer privé online, hoogopgeleiden en jongeren profiteren
het meest van internet, digitale gebruikerskloof dreigt.
Negen van de tien Nederlanders zijn in hun vrije tijd dagelijks op
internet te vinden. Met 3 uur en 6 minuten stijgt niet alleen het
gemiddelde internetgebruik in 2011 met 24 minuten per dag, veel
gebruikers hebben ook steeds meer profijt van het internet. Jongeren en
hoogopgeleiden profiteren meer van internet dan ouderen en
laagopgeleiden. Hierdoor dreigt een onzichtbare maar gevaarlijke
digitale kloof tussen bevolkingsgroepen. Dit blijkt uit het
Trendrapport 'Computer- en Internetgebruik 2011' van de Universiteit
Twente in opdracht van Digivaardig & Digibewust. De onderzoekers, prof.
Dr. Jan van Dijk en Dr. Ing. Alexander van Deursen zien internet
uitgroeien tot "een eerste levensbehoefte vergelijkbaar met eten en
drinken", maar waarschuwen voor een gebruikerskloof tussen hoog- en
laagopgeleiden. De uitkomsten van het onderzoek worden op 17 november,
tijdens het ECP-EPN Jaarcongres in Scheveningen gepresenteerd.
Prof. Jan van Dijk van de Universiteit Twente: "Het internet doet er nu
echt toe. Mensen vinden werk via internet, kopen producten online
goedkoper dan in de winkel, handelen via marktplaatsen en vinden
geliefden via datingsites. Jongeren en hoogopgeleiden profiteren meer
van de mogelijkheden die het internet te bieden heeft dan ouderen en
laagopgeleiden. 33% van de jongeren bijvoorbeeld zoekt en vindt op
internet informatie als ze een medische kwaal hebben, tegenover 22% van
de 55+ers, die daar meer baat bij zouden hebben. Ook gebruiken steeds
meer mensen het internet bij het vinden van een baan. Toch dreigt er
een forse digitale gebruikerskloof te ontstaan tussen de verschillende
lagen van de bevolking."
In 91% van de Nederlandse huishoudens is, volgens het onderzoek van de
Universiteit Twente, minimaal één PC of laptop met internetaansluiting
te vinden. Daarmee neemt Nederland, achter IJsland, de 2^e positie op
de Europese ranglijst in. De trend om internet dagelijks en steeds
langer te gebruiken zet ook in 2011 door. 84% van de gebruikers is
iedere dag vanuit huis online, 14% wekelijks. De verschillen tussen
mannen en vrouwen zijn nagenoeg verdwenen. Studenten zijn met 3 uur en
54 minuten per dag op internet koploper, gevolgd door
arbeidsongeschikten en werklozen die vooral veel 'tijdrovende
internettoepassingen' gebruiken zoals het spelen van online games,
chatten of het kijken naar online video's op Youtube. Sociale media
zoals Hyves, Twitter, Linkedin en Facebook worden steeds populairder.
Vooral vrouwen maken hier veel gebruik van. 59% van de generatie van 16
tot 35 gebruikt sociale media zelfs dagelijks.
Prof. Jan van Dijk: "De cijfers laten zien dat het gebruik van internet
structureel onderdeel uitmaakt van het dagelijkse levenspatroon van de
meeste Nederlanders. Sexe, leeftijd of opleiding maken daarbij geen
verschil meer. Surfen op internet is een levensbehoefte geworden net
zoals je iedere dag eet en drinkt. We gebruiken internet vooral nog als
informatiebron, maar het medium wordt in toenemende mate gebruikt voor
vermaak, interactieve communicatie en online transacties. Sociale media
zijn aan een opmerkelijke opmars bezig."
Dat minder dan 10% van de bevolking internet niet gebruikt betekent
niet gelijk dat in Nederland digitaal analfabetisme snel tot het
verleden behoort. Prof. Van Dijk: "Behalve de harde kern
niet-gebruikers is er een groep van 20 tot 25% die internet slechts
sporadisch gebruikt bijvoorbeeld om de e-mail te checken of om de
treintijden op te zoeken. Omdat de samenleving in hoog tempo
digitaliseert dreigen deze mensen af te haken en straks verstoken te
blijven van relevante (overheids)informatie, voordelen en
ontwikkelmogelijkheden."
Veiligheidsmaatregelen: jongeren laks, ouderen ondeskundig
Nederlanders nemen in 2011 veel minder voorzorgsmaatregelen om zichzelf
te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het internetgebruik in
vergelijking met 2010. Virusscanners, firewalls, spamfilters, pop-up
blokkeringen en anti-spyware programma worden minder geïnstalleerd en
wachtwoorden nauwelijks veranderd. "Erg risicovol", denkt Prof. Van
Dijk die vermoedt dat dit komt omdat programma's de beveiliging steeds
meer overnemen. Daardoor worden jongeren "laks en naïef" en doen
55-plussers "onvoldoende vaardigheden" op om de juiste
beschermingsmaatregelen te nemen.
Marjolijn Bonthuis, verantwoordelijk voor het programma Digivaardig &
Digibewust, maakt zich zorgen over de terugloop van maatregelen die
vooral oudere en jongere Nederlanders nemen om veilig te internetten:
"Digicriminelen worden steeds inventiever en weten exact wat er achter
de schermen van het internet gebeurt. Zij proberen te profiteren van de
laksheid en ondeskundigheid van argeloze internetgebruikers. Het is
opvallend dat ook de jonge internetgeneratie zo slecht scoort op dit
vlak en niet lijkt na te denken als het om internetveiligheid gaat.
Daarom blijven bewustwordingscampagnes van Digivaardig & Digibewust
hard nodig om te waarschuwen voor de onveilige kanten van het
internet."
Over het programma Digivaardig & Digibewust:
Digivaardig & Digibewust is een samenwerkingsverband tussen
bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties om het aantal
mensen dat niet of nauwelijks digitale vaardigheden heeft terug te
brengen en om het verantwoord en veilig gebruik van digitale middelen
te stimuleren. Het programma wordt gesteund door het ministerie van
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de Europese Commissie en
diverse bedrijven (KPN, UPC, Microsoft, NVB, IBM, NVPI, SIDN en
Ziggo). Meer informatie is te vinden op www.digivaardigdigibewust.nl.
Universiteit Twente