Vrije Universiteit Amsterdam
Dynamiek van academisch leiderschap in onderzoeksgroepen
* Startdatum: 17-11-2011
* Tijd: 13.45
* Locatie: Aula
* Titel: Dynamics of Academic Leadership in Research Groups
* Spreker: M. Verbree
* Promotor: prof.dr. P.A.A. van den Besselaar
* Onderdeel: Faculteit der Sociale Wetenschappen
* Wetenschapsgebied: Sociale wetenschappen
* Evenementtype: Promotie
Leiderschap en netwerkmanagement zijn de belangrijkste factoren die de
prestaties van onderzoeksgroepen beïnvloeden. Daarnaast worden
onderzoeksprestaties indirect beïnvloed door de kenmerken van
academische leiders, zoals ervaring, leeftijd en (generatie) cohort
lidmaatschap. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Maaike Verbree.
Als we excellent onderzoek willen uitvoeren dat bijdraagt aan het
oplossen van complexe wetenschappelijke en maatschappelijke
vraagstukken zijn talentvolle, creatieve, innovatieve en enthousiaste
onderzoekers cruciaal. Onderzoekers kunnen echter alleen excelleren als
de omgeving, waarin ze opereren, de juiste condities biedt.
Wetenschappelijk onderzoek wordt steeds vaker uitgevoerd in groepen. De
uitdaging voor academische groepsleiders is het creëren van de juiste
condities om individuele en collectieve doelen te behalen, zoals hoge
onderzoeksprestaties. Groepsleiders organiseren
onderzoeksbijeenkomsten, begeleiden junior onderzoekers en genereren
spannende nieuwe ideeën. Hun externe activiteiten worden steeds
belangrijker, zoals het werven van financiering, het onderhouden van
samenwerkingsverbanden en het verspreiden van kennis naar de
maatschappij.
Verbree beantwoordt de vraag hoe het academisch leiderschap van invloed
is op de prestaties van onderzoeksgroepen. Zij wijst twee belangrijke
factoren aan die een positieve invloed hebben op de prestaties van
onderzoeksgroepen. Leiderschap blijkt cruciaal te zijn voor
topprestaties: academische leiders geven het voorbeeld door een sterke
onderzoeksbetrokkenheid te tonen en de kwaliteitsnorm te bepalen.
De andere belangrijke factor is netwerkmanagement. Hierbij gaat het om
de manier waarop academische leiders hun groep positioneren in de
wetenschappelijke en maatschappelijke omgeving en hoe ze reageren op
mogelijkheden en beperkingen in hun omgeving. Aan de ene kant verwijst
netwerkmanagement naar het verkrijgen van resources uit een grote
diversiteit aan externe financieringsbronnen (in het bijzonder
competitieve financiering). Hiermee worden de autonomie en het
menselijk kapitaal (in het bijzonder promovendi) vergroot. Aan de
andere kant verwijst netwerkmanagement naar zichtbaarheid en reputatie
verkrijgen door middel van bijvoorbeeld congresbezoek en
commissielidmaatschap.
Bovendien lijkt ook de productie van maatschappelijke output
afhankelijk te zijn van netwerkmanagement. Verbree vond geen relatie
tussen de houding die leiders hebben ten aanzien van maatschappelijke
oriëntatie danwel hun wetenschappelijke productiviteit en het genereren
van maatschappelijke output. Het is de manier waarop leiders inspelen
op vereisten en incentives van onderzoeksfinanciers die bepalend is
voor hun activiteit en productiviteit van maatschappelijke output.
Verbree verzamelde het empirische materiaal met twee
vragenlijstonderzoeken onder medisch onderzoeksleiders (paraklinisch,
preklinisch en klinisch) in Nederland in 2002 (n = 137) en 2007 (n =
188).
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam