Bermmonumenten vooral opgericht voor jonge mensen
Datum: 08 november 2011
Bloemen, kaarsjes, knuffelbeertjes en soms zelfs een heuse gedenkplaat.
Je ziet ze bijna elke dag wel een keer staan langs de kant van de weg.
Kleine monumentjes die de plek van een ongeluk met dodelijke afloop
markeren. Mirjam Klaassens deed onderzoek naar plaatsen waar de doden
worden herdacht. Waaronder deze bermmonumenten. `Door de plek te
markeren kunnen nabestaanden het onacceptabele karakter van een jonge
verkeersdode zichtbaar maken. Daarmee wordt het wellicht makkelijker
aanvaardbaar.' Klaassens promoveert op 17 november aan de
Rijksuniversiteit Groningen.
Bermmonumenten zijn geen nieuw verschijnsel. Klaassens: `Voor zover ik
kon nagaan zijn ze ongeveer vijftien jaar geleden ontstaan, maar dat is
niet met zekerheid te zeggen. Zeker de spontane bermmonumenten zijn
heel vergankelijk. Dat maakt het moeilijk om ze tot zo ver terug in
kaart te brengen. Wat je wel ziet is dat het vaker gebeurt na een
verkeersongeluk waarbij jonge mensen betrokken zijn.'
Ritueel
Bijna driekwart van de bermmonumenten is opgericht voor
verkeersslachtoffers van 25 jaar of jonger. Opvallend, omdat het aantal
personen in deze leeftijdsgroep ongeveer een derde is van het totale
aantal verkeersslachtoffers. Klaassens: `De dood van deze jongeren
wordt als onacceptabel gezien, omdat het de "verkeerde" generatie
betreft.' Dit maakt de behoefte van de nabestaanden om het verlies en
de woede te delen met andere weggebruikers nog groter. Zo wordt het
bermmonument onderdeel van een nieuw rouwritueel.
Twee typen
Klaassens onderscheidt twee typen bermmonumenten. Spontane en
permanente monumenten. `Deze zien er niet alleen verschillend uit, ze
hebben ook verschillende oprichters en vervullen een andere rol.'
Spontane bermmonumenten worden doorgaans kort na een ongeluk opgericht
door vrienden en klasgenootjes. `Nog geen uur later zie je al briefjes,
kaarsjes en bloemen liggen. Dit type monument is heel vergankelijk.
Blijkbaar heeft de jeugd een plek nodig om samen te komen en beter te
begrijpen dat en hoe zoiets heeft kunnen gebeuren.' De ouders volgen
doorgaans later. `Zij gaan meestal pas na een paar dagen kijken op de
plek waar het ongeluk is gebeurd. Na deze eerste periode met bloemen,
knuffels en kaarsjes staan de ouders voor de keus om iets permanents
neer te zetten. `Meestal met de gedachte: ik wil niet dat mijn kind
vergeten wordt. Dit zie je ook heel duidelijk aan de monumenten zelf.
Veel meer dan bij spontane bermmonumenten zie je bij dit type ook
informatie over de overleden persoon. Een naam en de geboorte- en
sterfdatum, bijvoorbeeld. Voor ouders is het vooral belangrijk dat die
plek aangeeft dat hun kind is omgekomen.'
Herdenkplek of waarschuwing?
De belangrijkste reden om een bermmonument op te richten is de
slachtoffers te herdenken en niet te vergeten. Klaassens: `Nabestaanden
merken dat een monument vaak ook een waarschuwing blijkt te zijn voor
andere weggebruikers. Daarvan zijn ze zich wel bewust, maar dat is niet
de reden om een bermmonument op te richten. Het is meer een mooie
bijkomstigheid.' Daarbij is het voor de nabestaanden ook prettig om te
merken dat anderen mee rouwen. `Een moeder die ik sprak vertelde dat
iemand verse bloemen had neergelegd bij het monument. Zo wist ze dat
haar kind niet was vergeten.'
Locatie
Een bermmonument heeft alleen waarde als het zich werkelijk bevindt op
de plaats waar iemand is overleden, ontdekte Klaassens. `Nabestaanden
zien de plek veelal niet als een locatie waar iemand is doodgegaan,
maar vooral als de plek waar iemand voor het laatst in leven is
geweest. Voor sommige mensen heeft zo'n locatie zelfs iets
spiritueels.' Het is dan ook belangrijk dat het monument zich precies
bevindt op de plek waar het slachtoffer is overleden. `Ook als iemand
pas in het ziekenhuis is overleden. Dan was het die plek waar de
overleden persoon voor het laatst echt zichzelf was.'
Gedogen of weghalen
Dit betekent ook dat de plek waarop bermmonumenten worden opgericht
zich niet laat voorschrijven. Voor veel bermmonumenten wordt geen
vergunning aangevraagd. Ze zijn daarom illegaal. Klaassens: `Meestal
wordt het gedoogd. Soms staat zo'n bermmonument er al drie jaar, zonder
dat daar een vergunning voor is. Daarbij: wie moet het dan weghalen? Ik
kan me voorstellen dat je een ambtenaar daarmee niet emotioneel wilt
belasten. Zeker omdat veel jongeren relatief dicht bij huis sterven.
Het zou zomaar kunnen dat de ambtenaar in kwestie zo'n familie ook
kent.'
Weghalen als ritueel
In 2004 zijn richtlijnen opgesteld door het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat. Toch is niet altijd duidelijk wat wel en niet mag.
Daarnaast verschilt de regelgeving van plaats tot plaats. Klaassens:
`Het is voor de nabestaanden moeilijk het bermmonument weg te halen dat
ze voor een geliefde hebben opgericht, ook al bezoeken ze het stukken
minder. Vaak krijgen mensen een vergunning van drie of vijf jaar. Maar
wat gebeurt er daarna? Het lijkt me goed dit na het aflopen van de
periode met de nabestaanden te bespreken. Mocht het bermmonument aan
zijn functie hebben voldaan, dan kan samen met de wegbeheerder vorm
worden gegeven aan een nieuw ritueel: het weghalen van het
bermmonument. Hierdoor kan voor de familie een periode worden
afgesloten.'
Curriculum vitae
Mirjam Klaassens (Drachten, 1980) studeerde demografie aan de
Rijksuniversiteit Groningen en deed haar promotieonderzoek bij
Culturele geografie aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de
Rijksuniversiteit Groningen. Ze promoveert in de Ruimtelijke
wetenschappen bij prof.dr. P.P.P. Huigen en dr. P.D. Groots. De titel
van het proefschrift luidt: `Final Places: Geographies of death and
remembrance in the Netherlands.' Klaassens werkt momenteel als postdoc
bij de afdeling Demografie van de RUG.
Contact
Mirjam Klaassens, tel. (050) 363 5956, e-mail: m.klaassens@rug.nl
Laatst gewijzigd: 08 november 2011 13:02
Rijksuniversiteit Groningen