Raad van State
donderdag 10 november 2011
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Teylingen van het
bestemmingsplan 'Kom Warmond 2009'. Het plan heeft betrekking op de
bebouwde kom van Warmond, met uitzondering van het bedrijventerrein
Veerpolder. Ook de Hofpolder, de Klinkenbergerpolder, het Huys in
Warmond en het recreatie-eiland Koudenhoorn maken deel uit van het
plan. Het plan heeft een zogenoemd conserverend karakter, maar laat ook
nieuwe ontwikkelingen toe. Zo mogen op het recreatie-eiland een kiosk
en een grand café worden gebouwd en kan een bos met zogenoemde
'themavoorzieningen' worden aangelegd. Verder wordt het aantal
aanlegplaatsen voor boten uitgebreid. Ook maakt het plan de uitbreiding
van zorgcomplex Liduïna in Warmond mogelijk. Verschillende inwoners van
Warmond en de Vereniging Betrokken Teylingers komen tegen het plan in
beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij
vrezen vooral dat de flora en fauna op het recreatie-eiland worden
aangetast door de bouwmogelijkheden en door de kap van rietkragen. Deze
kap is nodig om het aantal aanlegplaatsen uit te breiden. Volgens de
vereniging en de inwoners wordt het leefgebied van de rugstreeppadden
en de noordse woelmuizen hierdoor aangetast. Woningstichting
Vooruitgang is het niet eens met de bouwmogelijkheden voor het
zorgcomplex. Volgens haar zijn die mogelijkheden onterecht aanzienlijk
ingeperkt ten opzichte van het eerste ontwerpplan. Zij vindt dat zij er
op mocht vertrouwen dat de gemeenteraad zou meewerken aan de
oorspronkelijke bouwplannen. Omwonenden vinden de bouwmogelijkheden
juist te ruim. Ook zou de bouwstijl en de bouwhoogte afbreuk doen aan
het oorspronkelijk Liduïnagebouw dat binnen het beschermd dorpsgezicht
valt. Verder vrezen de omwonenden verkeer-, parkeer- en
geluidsoverlast. Ook zou het uitzicht vanuit hun woningen en hun
privacy worden aangetast. De zitting gaat ook over het herzieningsplan
dat de gemeenteraad heeft vastgesteld. De gemeenteraad wil met dat plan
tegemoetkomen aan eerder genoemde bezwaren. (zaaknummer 201002182/1)
Zitting over de boetes die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft
opgelegd aan een Pools aannemingsbedrijf. Het gaat om boetes van in
totaal EUR 64.000 die de minister aan het Poolse bedrijf heeft opgelegd
na controles op een champignonkwekerij in Hoenzadriel in mei 2006. Bij
die controles werden acht vreemdelingen met de Poolse nationaliteit
aangetroffen die volgens de minister zonder werkvergunning champignons
aan het oogsten waren. Het Poolse bedrijf bestrijdt dat de Polen een
werkvergunning nodig hebben, omdat de Polen waren uitgeleend aan de
champignonkwekerij. De werknemers vielen dus onder zijn directe
verantwoordelijkheid, zodat sprake is van 'grensoverschrijdende
dienstverlening' waarvoor geen werkvergunning nodig is, aldus het
Poolse bedrijf. Het is van mening dat het eisen van een werkvergunning
voor Poolse werknemers in strijd is met Europees recht. De minister
vindt dat werkvergunningen vereist zijn omdat de dienstverlening alleen
maar bestaat uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. De
rechtbank in Den Haag verklaarde in februari 2009 in twee afzonderlijke
uitspraken een eerder beroep van het bedrijf tegen de boetes ongegrond.
Tegen die uitspraken komt het bedrijf in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zitting gaat ook over de
boetes die de minister aan de champignonkwekerij heeft opgelegd. Het
gaat om boetes van in totaal EUR 32.000. De minister heeft de boetes
opgelegd nadat bij controles in december 2006 en januari 2007 vier
Polen waren aangetroffen die champignons oogsten zonder dat zij
werkvergunningen hadden. De kwekerij kwam eerder tegen de boetes in
beroep bij de rechtbank in Arnhem. Volgens de kwekerij is zij niet de
werkgever van de Polen, omdat zij de Polen had ingehuurd bij het Poolse
bedrijf. Daarom had de minister haar geen boetes mogen opleggen. Verder
zouden de Polen geen werkvergunningen nodig hebben, omdat sprake is van
'grensoverschrijdende dienstverlening'. De rechtbank heeft in februari
2009 het beroep van de kwekerij in twee afzonderlijke uitspraken
gegrond verklaard, omdat de minister naar haar oordeel beter had moeten
onderzoeken of de Polen onder de directe verantwoordelijkheid van de
kwekerij of van het Poolse bedrijf vielen. Daarmee waren de boetes van
in totaal EUR 32.000 van tafel. Wel vond de rechtbank dat de kwekerij
moest worden aangemerkt als werkgever van de Polen. Tegen die
uitspraken komt de minister in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummers 200902485/1,
200902484/1, 200902516/1 en 200902489/1)
10.45 uur
(Deze zaak is op 7 november 2011 alsnog ingetrokken)
Zitting over de bekostiging door de minister van Onderwijs van het
Maimonides Lyceum aan de Noordbrabantstraat in Amsterdam. Hoewel de
joodse middelbare school de laatste jaren minder leerlingen trekt, wil
de minister de school in stand houden omdat die voorziet in een
'wezenlijk Nederlands cultuurhistorisch belang'. Wel heeft de minister
regels opgesteld om de bekostiging van dit soort scholen transparanter
te maken. Als gevolg van deze regels wordt de bekostiging van het
Maimonides Lyceum voor de komende tien jaar verlaagd. De Stichting
Joodse Scholengemeenschap die de school beheert is het hier niet mee
eens en komt daartegen in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. De stichting is het er niet mee eens dat zij nog
maar ongeveer 15 volledige arbeidsplaatsen (fte) in plaats van ongeveer
21 fte kan bekostigen. Met zoveel minder medewerkers zou zij geen
volledige scholengemeenschap in stand kunnen houden. (zaaknummer
201105727/1)
11.00 uur
Zitting over de ontheffing die de toenmalige minister van LNV op grond
van de Flora- en Faunawet heeft verleend voor het verlengen van de
start- en landingsbaan van Groningen Eelde Airport. De ontheffing maakt
het mogelijk de nesten en andere verblijfplaatsen van verschillende
vleermuis- en kikkersoorten, de buizerd en de grote bonte specht te
beschadigen en te verstoren. Het vliegveld heeft deze ontheffing
gekregen om de hoofd start- en landingbaan te verlengen. Om de
verlenging mogelijk te maken worden onder meer zes huizen gesloopt,
bomen gekapt en watergangen verplaatst. De Vereniging voor Natuur- en
Milieueducatie, afdeling Paterswolde-Eelde, is tegen de ontheffing in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Zij vreest dat door de voorbereidende werkzaamheden die
inmiddels worden getroffen, het leefgebied van vleermuizen wordt
aangetast. In afwachting van een definitieve uitspraak op haar hoger
beroep, verzoekt zij de Raad van State de ontheffing voorlopig te
schorsen. (zaaknummer 201105167/2)