Rijksoverheid
Dow Energieprijs 2011
Toespraak | 10-11-2011
Speech door de minister van Economische Zaken, Maxime Verhagen, bij
uitreiking van de Dow Energieprijs 2011, Den Haag, 10 november 2011.
Jan Gilot en Edmund Neo,
Nogmaals gefeliciteerd met deze dissertatieprijzen. Zo'n prijs is niet
zo maar een beloning voor gedane zaken. Er spreekt ook vertrouwen uit
dat we van beide heren - en hun vindingen op het terrein van polymere
zonnecellen en energiezuinige versterkers - in de toekomst nog veel
zullen horen.
Ik wens ook professor Geert Jan Witkamp nog een keer geluk met zijn Dow
Energieprijs 2011. Wie weet zien we de heer Witkamp nog eens terug als
jurylid - net als de allereerste winnaar van de Dow Energieprijs (in
1985), professor Wim van Swaaij, die er vandaag na vele jaren als
juryvoorzitter een punt achter zet.
Dames en heren,
Als historicus durf ik nauwelijks een oordeel uit te spreken over de
fijnere puntjes rond EFC - eutectische vrieskristallisatie, het
prijswinnende proces van professor Witkamp. Maar als we praten over de
praktische toepassingen van EFC - dan blaas ik graag m'n partij mee.
Tot 90 procent energiebesparing bij het scheiden van afvalstromen in
zuiver water en verhandelbare grondstoffen: dat spreekt zeer tot de
verbeelding.
Bovendien staan klanten al bij professor Witkamp in de rij om zijn
proces te mogen toepassen. Zo zie je hoe groen en groei samen gaan! Dit
soort uitvindingen versterkt het groeivermogen van onze economie, en
helpt ons om maatschappelijke uitdagingen als zuiniger energiegebruik
op te lossen. Dit kan volgens mij een fantastisch, veelzijdig
exportproduct worden! En een wezenlijke bijdrage aan een duurzamere
chemische industrie. Een industrie die in dit Internationale Jaar van
de Chemie volop in de belangstelling staat, dames en heren. Een jaar
waarin de sector zichzelf een aantal belangrijke vragen stelt.
Herkennen consumenten de toegevoegde waarde van de chemische industrie?
Wat is de volgende chemische innovatie waarop zij zitten te wachten? En
hoe kunnen consumenten en bedrijven samen zorgen voor een écht duurzame
toekomst? Ik denk dat mensen heel goed beseffen wat voor prominente rol
de chemie in hun leven speelt. Van een boterham met kaas tot
scheerschuim, van autobanden tot de samenwerking in de ministerraad:-)
Allemaal chemie. Vaak heel tastbaar, soms ongrijpbaar en poëtisch.
Waar mensen samenleven, daar is chemie!
Bovendien raakt de samenleving overtuigd van het vermogen van de chemie
om innovatieve oplossingen te vinden. Oplossingen voor fundamentele
vraagstukken als de vergrijzing, het landgebruik, het voedselvraagstuk.
En zo zijn er meer. Mensen verwachten dus nogal wat van de chemische
industrie. Net als het kabinet. Daarom hebben we de chemie in ons land
uitgeroepen tot één van de negen topsectoren van onze economie.
Sectoren waarin Nederland uitblinkt. En die ons groeivermogen kunnen
versterken en oplossingen kunnen bieden voor maatschappelijke
uitdagingen.
De chemie is van groot belang voor de Nederlandse economie. De chemie
biedt dagelijks aan 65.000 mensen werk. Twintig procent van onze export
bestaat uit producten van de chemische industrie. Alles bij elkaar
zette de sector in 2010 zo'n 48 miljard euro om. De chemische industrie
is ook koploper als het om onderzoek en ontwikkeling gaat. Daarin stopt
u maar liefst 1,3 miljard euro per jaar - 2,5 procent van uw omzet. Het
Nederlandse gemiddelde staat op een schrale 0,8 procent. Wat dat
aangaat kunnen ondernemers in andere sectoren dus een voorbeeld aan u
nemen!
Dames en heren,
Net als de andere topsectoren heeft de chemie een actie-agenda
opgesteld. Dat stuk formuleert de ambities van de sector voor de
volgende vier decennia. In 2050 moet Nederland wereldwijd bekend staan
als hét land van de groene chemie. Bovendien moet onze chemische
industrie tegen die tijd behoren tot de mondiale top-drie van
producenten van slimme materialen. Dat zijn doelstellingen die mij als
muziek in de oren klinken: groen én concurrerend.
Overigens beperkt de actie-agenda zich niet alleen tot de industrie; ze
maakt ook gewag van de 'absolute noodzaak' van hoogwaardig en
grensverleggend wetenschappelijk onderzoek. Ook deze woorden zijn mij
uit het hart gegrepen.
Ik wil het vanmiddag vooral hebben over die "groene chemie." Die zal
een belangrijke steunpilaar zijn van de biobased economy: een duurzame
economie die draait op hernieuwbare grondstoffen. Waarin de chemie de
handen ineen slaat met de topsectoren energie, water, agrofood,
tuinbouw en logistiek.
Zo'n duurzame economie spreekt mij als christen-democraat bijzonder
aan. Als goed rentmeesters zien we het als onze opdracht om de wereld
aan onze kinderen en kleinkinderen door te geven zoals we hem van onze
ouders en grootouders hebben gekregen - en liefst nog een stukje beter.
Maar investeren in duurzaamheid is ook gewoon goed ondernemerschap.
Want met duurzame oplossingen kunnen bedrijven geld verdienen. En
vergroten we de concurrentiekracht van de Nederlandse economie.
Dat geldt natuurlijk ook voor de chemie.
Maar wat moet u nog doen om te komen tot een duurzame chemie - een
"eco-chemie" zo u wilt?
Ten eerste zal de sector - mede via het topsectoren-beleid -
innovatiever en concurrender moeten worden. Want duurzame ondernemingen
zullen in de toekomst een concurrentievoordeel hebben. Overal in de
wereld wordt de industrie duurzamer en dus concurrender. De
actie-agenda voor de topsector chemie geeft een aantal voorzetten om op
die trend in te spelen: het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en
schone productiemethoden, om er twee te noemen.
Ten tweede kunt u nog flinke stappen zetten in het duurzame gebruik van
energie. Het kabinet zet zich onder meer in voor een CO2-arme economie
in 2050. Dat vergt een drastische reductie van kooldioxide-uitstoot
door bedrijven en burgers.
De Nederlandse industrie, en dan met name de chemische industrie,
speelt in deze opgave een majeure rol. Uw sector neemt tenslotte een
groot deel van het energiegebruik van de Nederlandse industrie voor z'n
rekening: ruim de helft van het gebruik van de deelnemers aan de
MEE-regeling, het energiebesparingsconvenant voor grote bedrijven .
Noblesse oblige, zou ik zeggen. Daarom is het teleurstellend te moeten
constateren dat de chemische industrie niet voorop loopt als het gaat
om energiebesparing.
Niet voor niets heb ik de resultaten van het MEE-convenant in een
recente brief aan de Kamer "mager" genoemd: in 2010 heeft u in de
chemie een energie-efficiencyverbetering geboekt van slechts 1,1
procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Ter vergelijking: de
deelnemers aan andere meerjarige convenanten bespaarden in dezelfde
periode ruim twee keer zoveel energie . En ruim 10 procent ten opzichte
van 2005.
Ik weet dat dit tegenvallende resultaat deels te wijten is aan
aanloopproblemen tijdens het eerste jaar van de MEE-regeling. Toch kan
ik me niet aan de indruk onttrekken dat de chemische sector - die
natuurlijk altijd al deed aan energiebesparing - zo langzamerhand al
het "laaghangend fruit" heeft geplukt. En dat de periode van
besparingen die relatief makkelijk te verwezenlijken zijn, voorbij is.
Tijd dus voor vergaande innovatie op het gebied van energiebesparing in
de chemische industrie. De Dow Energieprijs geeft hier een krachtige
impuls aan - dat hebben we vandaag weer gezien, chapeau! En ook in de
actie-agenda van de topsector chemie staan doelstellingen over
energiebesparing en de inkoop en opwekking van duurzame energie.
Bovendien is in het kader van de MEE-regeling afgesproken dat de
deelnemende bedrijven zich voor de periode 2010-2012 committeren aan
een verbetering van de energie-efficiency van 8,2 procent.
Ik roep u op om de lat nog hoger te leggen. Daarom stel ik voor dat de
chemie zuinig energiegebruik een centrale plaats geeft in het
innovatiecontract voor de sector. Een contract waarin de grote
concerns, het MKB, de kenniswereld en de overheid vastleggen waar het
onderzoek zich in de sector op gaat richten. En wie daarvoor betaalt.
Want energie is voor uw sector een cruciale factor. Ik ben ervan
overtuigd dat uw innovatieve inspanningen zich zullen terugbetalen.
Dames en heren,
Straks praat u verder over energiebesparing. Niet alleen in de chemie
maar ook in andere sectoren zoals de bouw en de auto-industrie. De
gepresenteerde stellingen zijn prikkelend.
Ik kijk dan ook uit naar een boeiende discussie.
Een belangrijke discussie ook. Want energiebesparing is niet alleen
wezenlijk voor het voortbestaan van de chemie als topsector, maar ook
voor de kwaliteit van ons bestaan, en dat van onze kinderen en onze
kleinkinderen.
Ik feliciteer de heren Gilot, Neo en Witkamp nogmaals met hun prijzen.
En ik wens u een vruchtbare middag toe.
Dank voor uw aandacht.