Gerechtshof Den Haag
Hof legt verdachte poging moord en verkrachting langere gevangenisstraf op
Den Haag , 10-11-2011
Het gerechtshof in Den Haag heeft op 9 november 2011 in hoger beroep
een 36-jarige man veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. Het Haagse
hof acht bewezen dat de verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan
poging tot moord op zijn ex-vriendin en verkrachting van zijn ex-vrouw.
De rechtbank in Rotterdam legde, na een eis van vier jaar, in eerste
aanleg zes jaar gevangenisstraf op voor deze strafbare feiten. In hoger
beroep is de gevangenisstraf nog verder verhoogd.
De verdachte heeft in januari 2010 zijn ex-vrouw te Rotterdam op brute
wijze verkracht. Hij gebruikte hierbij geweld door met een
piano/keyboard op het hoofd van zijn slachtoffer te slaan en aan haar
haren te trekken.
De verdachte heeft zijn ex-vriendin in februari 2011 te Rotterdam
meermalen met een scherp voorwerp in haar lichaam gestoken, waarbij
vitale lichaamsonderdelen zijn geraakt. De vrouw liep steekwonden en
een klaplong op. Het hof oordeelt dat de man zijn slachtoffer met
voorbedachte rade in een levensbedreigende situatie heeft gebracht.
Het hof heeft bij het bepalen van de strafmaat de verdachte zwaar
aangerekend dat hij op geen enkele wijze te kennen heeft gegeven dat
hij het laakbare van zijn handelen inziet. De verdachte ziet
daarentegen zichzelf als slachtoffer van de gebeurtenissen. Het hof
heeft sterk meegewogen de enorme impact die deze misdrijven met zich
mee hebben gebracht voor beide aangevallen vrouwen. Verdachte is in het
verleden eerder onherroepelijk veroordeeld geweest voor strafbare
feiten.
De verdachte stelde hoger beroep in tegen het vonnis van de rechtbank,
waarin hij tot zes jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Het Openbaar
Ministerie eiste in hoger beroep acht jaar gevangenisstraf tegen de
man.
Uitspraken: BU3816
Zie het origineel