Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie Drs. P.H. Steffens

Titel proefschrift
It's Communication, Stupid! Essays on communication, reputation and (committee) decision-making

---

Promotoren:
Prof.dr. B. Visser

---

Datum

10 november 2011 13:30

---

Locatie:
Arminius

---

Faculteit
Erasmus School of Economics (ESE)

Hang naar accountability leidt tot slechtere kwaliteit besluitvorming

Het verplichten van een commissie om bevindingen tussentijds te rapporteren heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van besluitvorming als commissieleden hechten aan hun reputatie als deskundigen. Daardoor wijken ze niet snel af van een tussentijds ingenomen standpunt, ook als daar wel reden toe is. Tot die conclusie komt econoom en NWO-onderzoeker Paul Steffens in zijn proefschrift It's Communication, Stupid! Essays on communication, reputation and (committee) decision-making.
Hij baseert zijn uitkomst op een model dat hij ontwikkelde voor zijn onderzoek naar de besluitvorming van commissies. Steffens promoveert donderdag 10 november 2011 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).

Tussentijdse rapportages passen in de huidige hang naar accountability. Zo'n verplichting lijkt onschuldig. Het gaat immers niet om het eindbesluit, de commissie is er niet aan gebonden. Toch stelt Steffens dat het verplichten van een commissie om bevindingen tussentijds te rapporteren wel degelijk een groot effect heeft op het eindbesluit. Als een commissie wordt gedwongen een vroegtijdige uitspraak te doen over het aankomende besluit, dan kan deze aangeven dat ze hierover onzeker is. Dat heeft echter een negatieve impact op de reputatie van de leden. Om twijfel over die reputatie te voorkomen hebben commissieleden de neiging om zich al ten faveure van een beslissing uit te spreken, ook al bestaat er nog onzekerheid over het optimale besluit. Uit het model van Steffens blijkt dat commissieleden geneigd zijn om bij hun eerste standpunt te blijven, zelfs wanneer ze zich ervan bewust zijn dat het besluit waar ze voor pleiten door nieuwe informatie niet meer het beste is.

Standvastig zijn doet geen afbreuk aan de reputatie van commissieleden, terwijl dit wel het geval zou zijn geweest als ze (voor de buitenwereld ogenschijnlijk zomaar) van gedachten veranderden. Ter vergelijking: in de situatie waarin de commissie zich niet publiekelijk uitspreekt, kan niemand hem op een tussentijdse uitspraak vastpinnen. Een commissie zal een besluit baseren op alle beschikbare informatie - en dit niet laten afhangen van reputatie. "Het zou voor de besluitvorming beter zijn als commissieleden van tevoren geen uitspraken hoeven te doen over wat ze willen gaan besluiten", aldus Steffens. "Meer accountability leidt dus niet per definitie tot betere besluitvorming."

Volgens Steffens is de besluitvorming rond de bouw van de Noord-Zuid metrolijn in Amsterdam een treffend voorbeeld. Gedurende het lange besluitvormingsproces ontving het gemeentebestuur nieuwe informatie die aangaf dat de bouw van de lijn duurder en problematischer zou worden dan verwacht. Maar omdat het bestuur zich al in een vroeg stadium had uitgesproken voor de bouw, bleef ze de aanleg steunen, ook al wist ze dat deze een stuk duurder zou uitvallen. Als het gemeentebestuur zich niet zou hebben uitgesproken, dan had ze waarschijnlijker beter gereageerd hebben op de nieuwe informatie en voorzichtiger geweest zijn met het bouwen van de metrolijn.