Storie italiane. Romantische geschiedcultuur tussen stedelijke traditie en
nationaal besef. Milaan en Florence, 1800-1848
Datum: 10 november 2011
Promotie: dhr. A.R. Pelgrom, 14.30 uur, Aula Academiegebouw,
Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Storie italiane. Romantische geschiedcultuur tussen
stedelijke traditie en nationaal besef. Milaan en Florence, 1800-1848
Promotor(s): prof.dr. W.E. Krul, prof.dr. M.J. Schwegman
Faculteit: Letteren
Romantische geschiedcultuur Italië vanuit stadsperspectief
Asker Pelgrom gaat in zijn proefschrift in op de romantische
geschiedcultuur in het negentiende-eeuwse Italië. Tijdens de romantiek
kwam de belangstelling voor geschiedenis ook in Italië tot grote bloei,
niet alleen in de historiografie maar vooral in de literatuur,
schilderkunst en muziek. Pelgrom onderzocht deze opgebloeide
historische interesse vanuit het perspectief van de stad.
Het stadsperspectief is een ongebruikelijke keuze in het licht van
bestaande onderzoekstradities, waarin de romantiek sinds de Italiaanse
eenwording (1861) vooral wordt geassocieerd met het ontluikend
nationaal besef. Pelgrom rechtvaardigt zijn keuze met de constatering
van veel Italiaanse intellectuelen uit de vroege negentiende eeuw, dat
`de stad' de ultieme belichaming vormde van de verdeelde Italiaanse
beschaving.
Bovendien, zo blijkt uit Pelgroms onderzoek, was de romantische
geschiedcultuur van de twee belangrijkste culturele centra, Milaan en
Florence, allereerst een stedelijke cultuur, bepaald door lokale
tradities. Tot ver in de negentiende eeuw werd de stedelijke
historiografie er gedomineerd door bestaande, oudere
stadsgeschiedenissen. Ogenschijnlijk gold hetzelfde voor de artistieke
receptie van enkele prominente figuren en episodes uit het Florentijnse
en Milanese verleden, die hier de revue passeren: de twaalfde-eeuwse
Lega Lombarda, het tijdperk van Lorenzo `il Magnifico', het hof van de
Milanese hertog Ludovico `il Moro' en de zwanenzang van de laatste
Florentijnse republiek (1530). De romantische beeldvorming over deze
thema's vloeide overduidelijk voort uit een lange stedelijke traditie.
Maar tegelijkertijd werden, rond het midden van de negentiende eeuw,
elementen van die tradities uit hun oorspronkelijke context opgetild en
tot nationale symbolen verheven, waarbij hun uiteenlopende herkomst en
onderlinge verschillen op slag verdwenen leken. Het componeren van deze
selecte, homogene canon uit verschillende lokale tradities was vooral
de verdienste van artistieke historische representaties. De
geschiedschrijving wist er pas een alternatieve synthese van het
versnipperde Italiaanse verleden tegenover te stellen toen het moderne
epos van de nationale onafhankelijkheidsstrijd kon worden opgetekend.
Asker Pelgrom (Nijmegen, 1976) studeerde geschiedenis aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij het
Instituut voor Intercultureel Onderzoek Groningen aan de Faculteit der
Letteren. Pelgrom werkt als zelfstandig historicus en vertaler.
Laatst gewijzigd: 01 november 2011 11:33
Rijksuniversiteit Groningen