GroenLinks kritisch over voortgangsrapportage Kunduz
Vandaag overlegde de Tweede Kamer met de verantwoordelijk bewindslieden
over de politietrainingsmissie in Kunduz. Het kabinet heeft
aangekondigd om te onderzoeken of een deel van de Nederlandse trainers
de grenspolitie in Afghanistan kan gaan trainen. Tweede Kamerlid Mariko
Peters heeft nogmaals duidelijk gemaakt dat toekomstige besluiten van
de regering om ook andere categorieën agenten te gaan trainen, aan de
hand van de uitgangspunten van de missie worden beoordeeld. De
uitgangspunten zijn het civiele en duurzame karakter van de missie. Nu
de taken van de grenspolitie niet gescheiden zijn en ze ook offensieve
militaire taken uitvoeren, is training van de grenspolitie voor
GroenLinks niet aan de orde.
De regering schreef afgelopen vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer
welke opties onderzocht worden om de Nederlandse
politietrainings-capaciteit te optimaliseren in het licht van recente
ontwikkelingen binnen de samenstelling van de Afghaanse politie. Zo
bleek hieruit dat er 10 trainers die waren ingeroosterd voor
basistraining van de Afghan Uniformed Police beschikbaar zijn voor
eventuele andere trainingstaken, omdat er minder aanwas van
Kunduz-rekruten voor deze civiele politie is. De 80 andere trainers
hebben meer dan voldoende werk.
De Afghanen blijken behoefte te hebben aan het opleiden van niet alleen
het hogere en midden politiekader, maar ook het lagere civiele
politiekader én Afghaanse politietrainers. Dit valt binnen de politieke
opdracht en afspraken die met de Tweede Kamer zijn gemaakt en wordt
daarom door GroenLinks gesteund.
Afghanistan en de NAVO hebben Nederland ook gevraagd de politiemensen
op te leiden die buiten Kunduz aan de slag gaan. GroenLinks heeft daar
veel vragen over. Probleem daarbij is vooral de vraag of het mogelijk
is de agenten na afloop van de training te monitoren en te controleren
of ze niet voor militaire gevechtstaken worden ingezet. Ook is niet
duidelijk of alle agenten een vervolgopleiding kunnen krijgen.
GroenLinks