Opzet toezicht DNB op banken beter, praktijk niet te controleren
Persbericht van Algemene Rekenkamer
Opzet toezicht DNB op banken beter, praktijk niet te controleren
Minister niet voortvarend met aanpassen bankwetten bij toezicht op
macro-economische risico's
Sinds de kredietcrisis heeft De Nederlandsche Bank (DNB) in haar taak
als toezichthouder van banken de opzet voor dit toezicht verbeterd. Of
dat in de praktijk ook tot een indringender en vasthoudender houding
van DNB leidt ten opzichte van individuele banken kan de Algemene
Rekenkamer niet vaststellen. De Algemene Rekenkamer krijgt namelijk
geen inzage in de toezichtdossiers bij DNB en kan daardoor geen
onderzoek doen naar de uitvoering van het toezicht op banken in de
praktijk. De Algemene Rekenkamer vindt voorts dat de minister van
Financiën moet verduidelijken welke bevoegdheden DNB heeft om de
risico's voor de stabiliteit van het financiële stelsel als geheel te
verkleinen. De minister neemt hierin geen voortvarende houding in, ook
al vraagt DNB inmiddels om aanpassing van de wetgeving.
Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Toezicht van DNB op de stabiliteit
van banken dat de Algemene Rekenkamer op 9 november 2011 publiceert.
Het is het tweede deel van een onderzoek naar DNB (het eerste deel
dateert van 16 december 2009) als onderdeel van een onderzoeksreeks
naar toezichthouders.
DNB weigert inzage in dossiers over het toezicht op individuele banken
en verwijst daarbij naar een interpretatie van de wet waarin Nederland
Europese regelgeving heeft vertaald. De minister van Financiën steunt
DNB in deze interpretatie. Volgens de Algemene Rekenkamer is de
Europese regelgeving niet bedoeld om inzage van nationale rekenkamers
in dossiers van financiële toezichthouders onmogelijk te maken.
In het onderzoek stelt de Algemene Rekenkamer ook vast dat DNB zelf nog
onvoldoende inzicht geeft in de prestaties en effecten van het
uitgevoerde toezicht op banken. Daarom beveelt de Algemene Rekenkamer
een betere externe verantwoording aan.
Maatregelen DNB zijn verbetering, verduidelijking mandaat nodig
De Algemene Rekenkamer is positief over de maatregelen die DNB heeft
genomen, zoals het opzetten van een extra toezichtdivisie, om het
toezicht te verbeteren sinds er nationaal en internationaal kritiek op
toezichthouders is geuit vanwege de kredietcrisis. DNB heeft een nieuwe
aanpak voor risicoanalyse opgesteld die ertoe moet leiden dat er meer
aandacht is voor gedrag, cultuur en strategie van financiële
instellingen. De mogelijkheden die DNB heeft om macro-economische
risico's (het macroprudentieel toezicht) te vertalen naar maatregelen
die deze toezichthouder aan specifieke banken kan opleggen
(microprudentieel toezicht) behoeven snel verduidelijking. Bij de
minister lijkt de urgentie te ontbreken om deze verduidelijking vast te
leggen. Tijdens de kredietcrisis zijn in de kern financieel gezonde
banken in problemen gekomen door ontwikkelingen op de financiële
markten en in de macro-economie. Om de risico's te verkleinen dat dit
weer gebeurt moeten de Bankwet en de Wet financieel toezicht (Wft)
verduidelijkt worden. Duidelijkheid over de bevoegdheden die DNB heeft
om eisen te stellen aan individuele Nederlandse systeembanken is ook
van belang omdat Nederland een relatief grote banksector kent.
Verduidelijking rol van minister van Financiën gewenst
Het toezicht dat de minister van Financiën op DNB uitoefent behoeft nog
verdere uitwerking, onder meer op welke aspecten hij het functioneren
van DNB als toezichthouder gaat beoordelen. Jaarlijks verantwoording
afleggen aan de Tweede Kamer past daarbij.
Ook signaleert de Algemene Rekenkamer een spanning tussen de wens van
de minister om beleidsregels voor DNB vast te stellen (bijvoorbeeld de
vraag aan DNB om meer aandacht aan een bepaald beleidsterrein te
besteden) en de onafhankelijkheid van DNB.
Reactie minister en DNB; nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van Financiën kondigt in een reactie op dit onderzoek aan
dat hij het macroprudentieel mandaat verder gaat uitwerken, maar in de
beleids- en wetgevingsbrief financiële markten van 20 oktober j.l. is
dit nog niet gebeurd. Wel kondigt hij de instelling van nationaal
macroprudentieel of stabiliteitscomité aan.
De minister meent voor zijn eigen toezicht grotendeels te kunnen
steunen op de (versterkte) Raad van Commissarissen van DNB. Dat neemt
niet weg dat de minister zelf zich tegenover het parlement moet kunnen
verantwoorden over de manier waarop hij toezicht op DNB heeft
uitgevoerd.
De Nederlandsche Bank geeft in een reactie aan dat twee jaar na
invoering van de nieuwe aanpak van risicoanalyse er een evaluatie
uitgevoerd zal worden.
De herziene Europese richtlijn voor het bankentoezicht bevat een
verruiming van het vertrouwelijkheidregime. Deze richtlijn treedt naar
verwachting in 2013 in werking. De Algemene Rekenkamer hoopt dat dit de
belemmeringen wegneemt die de minister en anderen momenteel zien voor
het verlenen van toegang tot de toezichtdossiers van DNB.
Razende Robot Reporter