Vrije Universiteit Amsterdam
Invloed van klimaat op groei koudwaterkoralen
* Startdatum: 07-11-2011
* Tijd: 11.45
* Locatie: Aula
* Titel: Impact of diagenesis on carbonate mound formation
* Spreker: C. van der Land
* Promotor: prof.dr. T.C.E. van Weering prof.dr. J.J.G. Reijmer
* Onderdeel: Faculteit der Aard- en levenswetenschappen
* Wetenschapsgebied: Aard- en levenswetenschappen
* Evenementtype: Promotie
Koudwaterkoralen vormen diep in de oceaan koraalheuvels. Door deze
heuvels te analyseren kan worden bepaald onder welke condities en hoe
snel deze koraalheuvels in het verleden groeiden. Het blijkt dat
tijdens de (ijs)tijden en in koude perioden koraalheuvels niet
aangroeien, maar alleen geërodeerd werden. Na de laatste deglaciatie
vond een gestage groei plaats. Cees van der Land bestudeerde voor zijn
promotieonderzoek koraalheuvels ten westen van Ierland.
Diep in de oceaan, langs de continentale randen, buiten het bereik van
zonlicht, bevinden zich heuvelachtige structuren, opgebouwd door
koudwaterkoralen. Deze structuren worden wel 'mounds' genoemd en kunnen
tot wel 380 meter hoog worden en kilometers lang zijn. Van der Land
onderzocht de afgelopen vijf jaar de ontwikkeling van mounds op de
zuidoostelijke en zuidwestelijke rand van de Rockall Trough, in de NO
Atlantische Oceaan. Hij analyseerde sedimentkernen van de toppen van de
mounds en bepaalde zo wat de invloed van verschillende factoren is op
de aangroei of erosie van een mound. Het blijkt dat in koude tijden
(ijstijden) geen aangroei van koudwaterkoralen plaatsvindt.
Gedurende de laatste 11.000 jaar is er een continue aangroei van de
koraalheuvels. Factoren die hierbij een rol spelen zijn de aanwezigheid
en aanvoer van voedsel, de sterkte en intensiteit van oceaanstromingen
en de sedimentatiepatronen op en rond de mounds. Het blijkt dat de
koraaltakken sedimentdeeltjes 'invangen' binnen de skeletstructuur van
het koraal, waardoor de heuvel sneller kan groeien. De hoeveelheid en
de samenstelling van deze (sediment)deeltjes is van grote invloed op de
groeisnelheid van de mound. Periodes die gunstig zijn voor koraalgroei
zijn gerelateerd aan klimatologisch warme fases. Omzettingen onder de
oppervlakte van de mounds zorgen voor oplossing van het koraal en
verstening van de sedimenten, hierdoor ontstaat een hard substraat dat
weer als ondergrond gebruikt kan worden voor nieuwe koraalgroei. De
aanwezigheid van verharde lagen zorgt ervoor dat de mound minder snel
afslijt door oceaanstromingen. De resultaten van Van der Land zijn
samengevat in een model dat de groei en opbouw van de koraalheuvels
verklaart.
Meer informatie over het proefschrift in VU-DARE
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam