College in reactie op rapport grondbeleid van de Rekenkamer Maastricht
anticipeerde tijdig en zorgvuldig op bevolkingsprognoses'
De gemeente Maastricht heeft in haar grondbeleid tijdig en zorgvuldig
geanticipeerd op de wijzigingen in de bevolkingscijfers. Ze deed dat
door aanpassing van de Stadsvisie en vervolgens van de
woningbouwprogramma's. Ook zijn er vanaf 2007 geen proactieve
grondaankopen meer gedaan voor woningbouw, omdat toen tijdens een brede
raadsconferentie duidelijk werd dat met een daling van de
bevolkingscijfers rekening gehouden moest worden. Dat schrijft het
college van Burgemeester en Wethouders in een reactie op het rapport
`'Grondbeleid gemeente Maastricht 2000-2010. Voldoende grond voor
discussie" van de Rekenkamer Maastricht.
Toen de bevolkingsprognose in 2007 duidelijk werd heeft het college
direct het traject ingezet tot de aanpassingen. Het formele
raadsbesluit tot aanpassing volgde, zoals de Rekenkamer meldt,
inderdaad in januari 2010. Gevolgd door het afboekingbesluit van 55,2
miljoen euro in april 2011. Maar dit heeft te maken met het feit dat er
een zorgvuldig overleg met marktpartijen, evenals een intern overleg,
noodzakelijk was om tot gedegen besluitvorming te komen. Die periode
kon het grondbeleid financieel gezien echter niet meer negatief
beïnvloeden, omdat de grondaankopen reeds stop stonden. Aldus het
college in de reactie, waarin men aangeeft niet eens te zijn met de
hoofdconclusies van de Rekenkamer.
Anticiperen
In het rapport trekt de Rekenkamer onder meer de conclusie dat de
gemeente de risico's van het grondbeleid beter in kaart had moeten
brengen door voor een gefaseerde aanpak te kiezen met tussentijdse
evaluaties. Ook hadden de demografische ontwikkelingen frequenter
getoetst moeten worden en hadden de bijgestelde doelstellingen sneller
vertaald moeten worden naar een bijstelling van de
woningbouwprogrammering.
Het college laat in de reactie weten dat het juist aan de tussentijdse
evaluaties te danken is dat er tijdig geanticipeerd kon worden op de
nieuwe ontwikkeling. Er was namelijk een strikte planning & control
cyclus in het grondbeleid ingebouwd.
In de periode 2000-2006 zag die cyclus er als volgt uit: structuurvisie
(1999), woonvisie (2002/2003), stadsvisie (2005), programmering (2000,
2003, 2005), prestatieafspraken (2000) en grondbeleid (2001, 2004).
In de periode van 2007 tot heden is na constatering van de gewijzigde
bevolkingprognoses tijdig en zorgvuldig geanticipeerd, zoals hierboven
omschreven.
"In de transitieperiode heeft de gemeente juist slagvaardig gehandeld
om het gat tussen de nieuwe inzichten van de Stadsvisie 2008 en de oude
woningbouwprogrammeringen zo snel mogelijk te dichten. Ze heeft niet de
gebruikelijke keten afgelopen (na stadsvisie, structuurvisie,
woonvisie, programmeringen), maar zij heeft als eerste een
programmeringbesluit genomen met een beperkte structuurvisie om snel te
kunnen sturen op de woningbouwplannen inclusief financiële
consequenties. Deze vernieuwende netwerkstap ten koste van de
gebruikelijke ketenstappen kwam tegemoet aan de urgente situatie", zo
staat in de reactie aan de Rekenkamer.
Kredietcrisis
Ook vindt het college dat het rapport van de Rekenkamer onvoldoende
rekening houdt met de gevolgen van de internationaal snel om zich heen
grijpende financiële crisis. Deze was immers van invloed op de
waardebepaling van de afboeking. De verslechterde economische situatie
is een ontwikkeling waar het lokaal bestuur slechts in beperkte mate
invloed op kan uitoefenen.
Daarbij komt dat alleen onderzoek is verricht naar de
woningbouwprogramma's. Het verlies daarop bedraagt in feite 36,2
miljoen euro. Het bedrag van 55,2 miljoen is namelijk inclusief
Karosseer en andere bedrijfsterreinen, maar dat project is niet in het
onderzoek opgenomen.
"Gezien de opvolgende logische stappen die in hoog tempo en in
zorgvuldigheid met de raad, maar ook met de omgeving, zijn genomen
sinds de koerswijziging 2007/2008, als onderdeel van de demografische
ontwikkelingen, kan het college de door de Rekenkamer getrokken
conclusies voor een belangrijk deel niet onderschrijven", schrijven
burgemeester en wethouders in de reactie.
Voorts laat het college van Burgemeester en Wethouders in de reactie
weten de conclusies en met name de aanbevelingen op andere onderdelen
over te nemen.
Gemeente Maastricht