Forensische statistiek helpt bij inschatten kracht bewijsmateriaal
Oratie Forensische statistiek
vrijdag 4 november, 16.00 uur
Mw. prof. dr. M.J. Sjerps, hoogleraar Forensische Statistiek: Bewijskracht 10, volle vaart recht vooruit.
Forensic science is bij het grote publiek bekend uit populaire televisieseries als 'CSI (crime scene investigation)'. DNA-profielen, vingerafdrukken en schoensporen zijn bekende voorbeelden van bewijsmateriaal dat verzameld wordt in relatie met een delict, en dat gebruikt wordt bij de opsporing en in de rechtszaal. De oratie van Marjan Sjerps begint waar CSI ophoudt, namelijk bij de vraag wat de bewijskracht van de waarnemingen is. Deze vraag heeft alles te maken met waarschijnlijkheidsredenatie. In de forensische statistiek is het Bayesiaanse raamwerk ontwikkeld, waaruit volgt dat je bewijskracht kunt meten met het quotiënt van twee kansen. Hiermee kan de bewijskracht op een gestructureerde en transparante manier worden bepaald. Dit biedt grote voordelen bij ingewikkelde situaties waarin bijvoorbeeld iemand juist op basis van het bewijsmateriaal als verdachte wordt geselecteerd, of waarin het gaat om de bewijskracht van een combinatie van waarnemingen. Het kunnen berekenen van de
bewijskracht op basis van harde gegevens uit steekproeven, databanken en experimenten leidt tot beter onderbouwde en meer objectieve conclusies. Nederland verkeert internationaal gezien in een uitstekende positie om toonaangevend te worden in de forensische statistiek.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.
Universiteit van Amsterdam