Ingezonden persbericht



Den Haag, 2 november 2011

Vragen van de leden Hamer, Van Dam en Marcouch (allen PvdA) over het discrimineren van Turken, Marokkanen en Surinamers door uitzendbureaus

aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


1.Bent u op de hoogte van het bericht dat ruim driekwart van de Nederlandse uitzendbureaus zich schuldig maakt aan discriminatie?*


2.Bent u het met de PvdA eens dat het schandalig is dat ruim driekwart van de bureaus verzoeken van werkgevers inwilligt om geen Turken, Marokkanen of Surinamers te leveren voor vacatures? Wat gaat u aan deze discriminatie doen?


3.Wat vindt u er van dat uitzendbureaus voorstellen een namenlijst met de uitzendkrachten voor te leggen, zodat de werkgever zelf de Marokkaans, Turks of Surinaams klinkende namen kan schrappen? Indien dit gebeurt, zijn uitzendbureau en werkgever dan strafbaar?


4.Wat vindt u er van dat de uitzendbureaus aangeven te weten dat discriminatie wettelijk verboden is, in strijd met de Wet algemene behandeling, maar desondanks het verzoek toch inwilligen? Wat gaat u hier tegen doen?


5.In hoeverre draagt de discriminatie door uitzendbureaus bij aan de structureel hogere (jeugd)werkloosheid onder allochtonen? Als deze onderzoekresultaten op nationaal niveau worden doorgetrokken, hoeveel banen/vacatures lopen Marokkanen, Turken en Surinamers dan jaarlijks mis?


6.Wat vindt u van de conclusie van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de onderzoeksresultaten niet zo veel verschillen van studies uit 1991, wat impliceert dat discriminatie in de afgelopen twintig jaar nauwelijks is afgenomen?


7.Welke maatregelen neemt u om de discriminatie op de arbeidsmarkt terug te dringen? Zijn er bijvoorbeeld boetes of intrekkingen van vergunning mogelijk om deze discriminatie van uitzendbureaus tegen te gaan?


* Volkskrant.nl, Driekwart uitzendbureaus schuldig aan discriminatie, 2 november 2011



Ingezonden persbericht