rotterdam blijft voorop lopen bij huiselijk geweld en kindermishandeling
02 november 2011 | Bestuursdienst | persbericht
Door het slimmer inzetten van alle ter beschikking staande juridische
instrumenten zet Rotterdam de volgende stap.
Ook zullen plegers van kindermishandeling vaker worden vervolgd. Deze
en tal van andere maatregelen uit Veilig Thuis, het nieuwe
actieprogramma Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2011-2014 zijn
vandaag gepresenteerd door wethouder Hugo de Jonge (Onderwijs, Jeugd en
Gezin) in het Veiligheidshuis.
Grootste geweldsprobleem in Nederland
Rotterdam loopt al jaren voorop in de bestrijding van huiselijk geweld
en kindermishandeling. In Nederland is 1 op de 30 kinderen slachtoffer
van kindermishandeling en is naar schatting 9 procent van de vrouwen
slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Dat maakt huiselijk geweld
tot het grootste geweldsprobleem in Nederland. Focuspunt van Veilig
Thuis is: of het nou om huiselijk geweld of kindermishandeling gaat,
kinderen zijn altijd het slachtoffer. Die staan dus voorop.
Meldcode
De effectief gebleken maatregelen worden de komende jaren voorgezet en
uitgebouwd. Zo vormt de Rotterdamse meldcode Huiselijk Geweld de
blauwdruk voor de meldcode die het kabinet landelijk verplicht wil
stellen voor alle organisaties. In Rotterdam gold ondertekening van de
meldcode al langer als voorwaarde voor subsidie. Ruim 300 instanties
hebben zich inmiddels aangesloten bij de meldcode. Die hebben allemaal
een aandachtsfunctionaris rondlopen.
Steviger en effectiever ingrijpen
De komende jaren wordt verder gewerkt langs drie lijnen;
1. Opsporen (eerder en beter signaleren van huiselijk geweld en
kindermishandeling)
2. Oppakken (steviger en effectiever ingrijpen)
3. Oplossen (werken aan een veilige toekomst)
Hoe eerder kindermishandeling en huiselijk geweld wordt opgespoord, des
de groter de kans dat erger wordt voorkomen. Daarom wordt de meldcode
nog breder ingevoerd en gaan we drempels bij medische beroepsgroepen
wegnemen om eerder signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
te melden.
Het oppakken gebeurt met alle partners (Openbaar Ministerie, Bureau
Jeugdzorg, Reclassering Nederland, politie, GGD, Crisisteam CVD en
Stichting Arosa) door alle ter beschikking staande juridische
instrumenten tegen elkaar af te wegen en in te zetten. Wat werkt onder
de gegeven omstandigheden het beste? De dader het huis uit? Het
slachtoffer? Strafrechtelijk vervolgen? Deze bundeling van juridische
instrumenten is uniek in Nederland.
Om te voorkomen dat een nieuwe generatie opnieuw slachtoffer wordt en
er een eind komt aan het huiselijk geweld en de kindermishandeling,
spreken we plegers zowel als slachtoffers nadrukkelijk aan op hun
verantwoordelijkheid als ouders. Hulp en steun wordt dicht bij huis
georganiseerd; de eigen kracht en zelfredzaamheid worden versterkt.
Gemeente Rotterdam