Rijksoverheid



1 november 2011

Schriftelijke vragen over massa-ontslag bij BAE systems als gevolg van de vertragingen en kosten overschrijdingen bij de ontwikkeling en productie van de JSF

Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Eijsink (PvdA), Hachchi (D66), El Fassed (GL) en Jasper van Dijk (SP) over het massa-ontslag bij BAE systems als gevolg van de vertragingen en kostenoverschrijdingen bij de ontwikkeling en productie van de JSF. Deze vragen werden ingezonden op 30 september 2011 met kenmerk 2011Z18913.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

drs. J.S.J. Hillen

Ministerie van Defensie

Anwoorden van de minister van Defensie, mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, op vragen van het leden Eijsink (PvdA), Hachchi (D66), El Fassed (GL) en Jasper van Dijk (SP) over het massa-ontslag bij BAE systems als gevolg van de vertragingen en kostenoverschrijdingen bij de ontwikkeling en productie van de JSF (ingezonden 29 september 2011, kenmerk 2011Z18913)


1 Heeft u kennisgenomen van het bericht `Een klap voor de Britse luchtvaart, massa-ontslag bij BAE Systems te wijten aan problemen Eurofighter en JSF'? 1) Ja. 2 Deelt u de mening dat de toekomst van de Britse luchtvaartindustrie gekoppeld is aan het aantal te produceren JSF toestellen? Ik kan geen uitspraken doen over de toekomstverwachtingen van de Britse Luchtvaartindustrie. 3 Bent u bekend met de relatie tussen het aantal door de Britse overheid te bestellen JSF toestellen en de hoeveelheid werk die BAE in het JSF project zou mogen uitvoeren? 4 Deelt u de mening dat Nederland in een vergelijkbare positie verkeert en zo nee, waarom niet? Ik beschik niet over informatie over de in vraag 3 genoemde relatie en ik kan geen vergelijking maken van de situatie in het Verenigd Koninkrijk met die in Nederland. Over de potentiële productieomzet van de Nederlandse industrie zijn in 2006 afspraken gemaakt met Lockheed Martin en de motorenleveranciers. In het antwoord op de vragen 10, 11, 12 en 13 wordt daar verder op ingegaan. 5 Hoe oordeelt u over het feit dat de productie van de JSF toestellen nog altijd niet op gang is gekomen als gevolg van de enorme vertragingen en kostenoverschrijdingen? Wat voor gevolgen heeft dit voor de Nederlandse spelers in dit dossier? De productie van F-35­toestellen is al enkele jaren geleden begonnen in de vorm van de Low Rate Initial Production (LRIP). De productieserie LRIP 1 (twee toestellen) is gereed, de productieserie LRIP 2 (twaalf toestellen) is grotendeels voltooid en de toestellen van de productieseries LRIP 3 en 4 (respectievelijk zeventien en 32 toestellen, waaronder de twee Nederlandse) bevinden zich op dit moment in verschillende stadia van het productieproces. Wel heeft de F-35 productie in de afgelopen tijd te maken gehad met vertragingen en is inmiddels het aantal te produceren toestellen in de eerstkomende jaren verlaagd. Hierover is de Kamer geïnformeerd met onder andere de jaarrapportage van het project Vervanging F-16 over 2010 (Kamerstuk 26 488, nr. 258 van 17 maart jl.). Voor

Datum Onze referentie BS2011 031 903

Pagina 2 van 5