Rijksoverheid
1 november 2011
Reactie inzake artikel over gebreken in de hulpverlening door NGO's
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 12 september 2011 met kenmerk 2011Z17167/2011D42885 naar aanleiding van een artikel van 29 juli jl. in de Frankfurter Allgemeine Zeitung inzake gebreken in de hulpverlening door NGO's. Volgens de auteur van het krantenartikel kan een humanitaire crisis organisaties aantrekken die alleen op donorgeld uit zijn, en geen verstand van noodhulp hebben. Ook stelt hij de onderaanneming van en door hulporganisaties aan de orde en is hij van mening dat hulporganisaties niet transparant zijn over hun kosten. Ten slotte zou volgens de auteur een groot deel van de voedselhulp in Somalië in verkeerde handen zijn gevallen. Ik deel de visie van de auteur niet. Er is wereldwijd een behoorlijk aantal organisaties, waaronder niet-gouvernementele organisaties, actief in het verlenen van humanitaire hulp. Deze organisaties werken per definitie onder moeilijke omstandigheden. Het betreft immers urge
nte, vaak levensreddende, hulp na of gedurende crises. Het is vaak een uitdaging voor de organisaties om in zulke gebieden projecten uit te voeren. Nederland draagt echter alleen bij aan activiteiten van organisaties die hun professionaliteit bewezen hebben en in staat zijn de noodhulpverlening effectief uit te voeren. Tijdens mijn bezoek aan Mogadishu op 1 september 2011 heb ik uitgebreid met internationale en lokale hulporganisaties gesproken. Deze organisaties spannen zich tot het uiterste in om de beschikbaar gestelde donorgelden goed en efficiënt te besteden. De hulporganisaties zijn zeer bewust dat het werken in Somalië grote risico's met zich meebrengt. Daarom hebben zijn strenge maatregelen genomen om toe te zien dat hulp daadwerkelijk aankomt. Bij misbruik van noodhulp wordt onmiddellijk actie ondernomen. Nederland baseert zijn financieringsbesluiten voor humanitaire hulp op de gecoördineerde verzoeken die onder leiding van het VN-Kantoor voor de Coördinatie van Humanitai
re Zaken (OCHA) worden opgesteld. De humanitaire
noden, prioriteiten en aanwezige hulpverleningscapaciteit worden daarbij in samenhang bekeken. Zo kunnen doublures en hiaten in de humanitaire hulp worden voorkomen. Nederland hecht veel waarde aan de betrokkenheid van alle actoren bij dit proces en vraagt NGO's die met Nederlands overheidsgeld humanitaire hulpactiviteiten uitvoeren bij het coördinatieproces betrokken te zijn. Grote hulporganisaties maken bij humanitaire hulpverlening gebruik van specifieke expertise en capaciteiten van andere organisaties, o.a. via samenwerking met lokale organisaties. Dit draagt bij aan de effectiviteit en efficiëntie van de hulpverlening. Lokale organisaties opereren doorgaans goedkoper en hebben goede kennis van de lokale bevolking en de (veiligheids)situatie waardoor zij soms beter in staat zijn de hulpbehoevenden te bereiken. Somalië is hiervan een goed voorbeeld: via lokale organisaties is het de afgelopen tijd mogelijk geweest om beperkt, maar in toenemende mate, hulp te verlenen in gebied
en die onder controle staan van de radicaalislamitische Al Shabaab. Met de VN-organisaties zijn duidelijke afspraken gemaakt over de percentages die zij maximaal in rekening mogen brengen voor administratieve kosten. Het door Nederland gefinancierde Gemeenschappelijke Humanitaire Fonds voor Somalië hanteert bijvoorbeeld de regel dat maximaal 7% van de directe kosten van de activiteit gebruikt mogen worden voor administratieve kosten. De hulporganisaties moeten aan hun donoren rapporteren over het gebruik van de middelen. Aan de rapportages kunnen conclusies worden verbonden met betrekking tot de efficiency van uitvoerende organisaties. Een organisatie die inefficiënt gebruikmaakt van verstrekte gelden of niet transparant rapporteert over haar resultaten en gebruikte middelen zal niet snel op vervolgfinanciering kunnen rekenen. Resumerend is er mijns inziens geen sprake van het falen van hulporganisaties, inclusief Nederlandse NGO's, zoals gesteld in het krantenartikel. Ik blijf de
hulporganisaties aanmoedigen om zich maximaal in te zetten voor effectieve en efficiënte hulpverlening.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Ben Knapen