Gemeente Hardenberg


Strooien voor een begaanbaar wegennet


01 november 2011

De zomer is toch echt voorbij. De temperatuur gaat weer richting het nulpunt, en dat betekent dat de winter weer in aantocht is. Hierbij denken we meteen aan gladde wegen, bruggen en fietspaden die kunnen leiden tot het onverwachts slippen van auto's, bromfietsen en fietsen. Het wordt dus weer opletten geblazen op de Nederlandse wegen. In de gemeente Hardenberg wordt in het kader van de gladheidbestrijding op doorgaande wegen en belangrijke fietspaden gestrooid.

De gemeente maakt werk van gladheidbestrijding omdat de gemeente veiligheid en doorstroming van het verkeer van groot belang vindt. Er wordt zoveel mogelijk preventief gestrooit, dus nog voordat de gladheid intreedt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de 'natzoutmethodiek' waarbij
het `natzoutmengsel' zich direct aan het wegdek hecht, zich beter over het wegdek laat verspreiden en dieper in de poriën van het wegdek dringt. Bij aanhoudende gladheid wordt met droog zout gestrooid, oftewel curatief gestrooid.

In de winterperiode (van 1 november tot 1 april) staan de strooiploegen van de gemeente 24 uur per dag paraat. De gemeente Hardenberg beschikt over actuele informatie over de weerssituatie en heeft een gladheidsysteem waarmee de situatie op de wegen in de gemeente wordt gemeten.
Wanneer er wordt gestrooid hangt dus af van de lokale weersverwachting en de situatie op dat moment. Alle technische strooigegevens worden in de boordcomputers van de strooiwagens vastgelegd. Ook worden alle meldingen van burgers verzameld en geëvalueerd. Waar mogelijk wordt daarmee met het strooien rekening gehouden.

Hoe strooit de gemeente Hardenberg?
Wanneer de weerssituatie en de situatie op de wegen daar aanleiding toe geeft, worden de verharde wegen en fietspaden in de 'eerste strooiroute' preventief gestrooid. Wegen in de 'tweede strooiroute' worden pas gestrooid als zich extreme weersomstandigheden zoals sneeuwval of ijzel voordoen en als de eerste strooiroute onder controle te houden is.

Eerste strooiroute
De wegen in de eerste strooiroute zijn busroutes, (hoofd) uitrukroutes voor hulpdiensten, wegen die bestemd zijn voor doorgaand verkeer en/of belangrijk zijn voor de bereikbaarheid van winkel-, industrie- en marktgebieden, hoofdontsluitingswegen van woonwijken en wegen welke in verband met hun ligging langs open water een extra gevaar op kunnen leveren.

Op de strooikaart onderaan deze pagina zijn de wegen in de eerste strooiroute in rood aangegeven. In de eerste strooiroute zijn ook belangrijke fietsroutes (met name de school- en thuisroutes) tussen de buitendorpen en het centrum van Hardenberg en Dedemsvaart en routes voor de bereikbaarheid van een openbaar vervoersvoorziening opgenomen. Daarnaast zijn fietsroutes die onderdeel uitmaken van een fietsnetwerk en die belangrijk zijn als verbinding tussen de woonwijken ook onderdeel van de eerste strooiroute. Toeristische rijwielpaden worden niet meegenomen. Op de kaart zijn de fietspaden en kleinere binnenwegen in de 'eerste strooiroute' in blauw aangegeven.

Tweede strooiroute
De tweede strooiroute wordt pas gestrooid als er sprake is van aanhoudende gladheid als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval en alleen als de gladheid en sneeuwval op de wegen op de eerste route onder controle te houden is. Op de kaart zijn de wegen in de `tweede strooiroute' in groen
aangegeven. Alle overige wegen worden per definitie niet gestrooid.

Nieuw deze winter
In Overijssel wordt dit winterseizoen een proef gedraaid waaraan meerdere gemeenten, waaronder Hardenberg, meedoen. Het hele gebied van deze wegbeheerders wordt bewaakt door één coördinator die verantwoordelijk is voor de beslissing om te gaan strooien. De Overijsselse wegbeheerders stemmen strooiroutes en strooiacties op elkaar af, zodat weggebruikers niet van gestrooide op ongestrooide wegen komen.

Tips

* U kunt uw eigen stoep schoonhouden, zo wordt het risico op uitglijden verkleind.

Als weggebruiker hebt u ook een eigen verantwoordelijkheid:


* Uw auto moet in goede staat zijn.

* Uw banden (bij voorkeur winterbanden) moeten beschikken over de juiste spanning en een goed profiel.

* De ruitenwissers van uw auto moeten goed werken.
* Er moet voldoende ruitenvloeistof aanwezig zijn.
* Maak altijd eerst de ramen van uw auto schoon en ga dan pas rijden.
* Houd rekening met langere rijtijden bij winterse omstandigheden. Voorkom gehaast en daarmee ongelukken.

* Houd ook rekening met uw snelheid en neem gas terug om ongelukken te voorkomen.

Bestanden:
Strooiroute_2011-2012.pdf 1.9mB