Gemeente Rotterdam

grote steden hebben ernstige bezwaren tegen nieuwe huisvestingswet

01 november 2011 | Bestuursdienst | persbericht

Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben bezwaren tegen het wetsvoorstel dat binnenkort wordt besproken in de Tweede Kamer.

De grote steden raken met de nieuwe wet mogelijk een instrument kwijt om in probleemgebieden te sturen op leefbaarheid. Bovendien zal de nieuwe wet zorgen dat de regionale woningmarkt op slot gaat. Van beide ontwikkelingen worden bewoners en woningzoekenden de dupe. De grote steden vragen de Tweede Kamer er bij de regering op aan te dringen de voorgestelde wet te wijzigen.

Leefbaarheidscriterium
De steden kunnen niet instemmen met het voorstel van de regering om het zogenoemde leefbaarheidscriterium geheel te schrappen. In het oorspronkelijke wetsontwerp was de mogelijkheid opgenomen om in straten en complexen waar veel woonoverlast voorkomt voorrang te geven aan woningzoekenden met bepaalde sociale kenmerken. De grote steden willen juist een ruimere toepassing van dit criterium. In plaats van in te grijpen als er overlast is opgetreden, met in het meest vergaande geval een huisuitzetting, moet het mogelijk zijn om problemen te voorkómen, bijvoorbeeld door op leefstijlen toe te wijzen.

Handhaven
Het leefbaarheidscriterium in de Huisvestingswet is ook van belang bij de aanpak van illegale kamerverhuur en het oprollen van hennepkwekerijen. Door een woning voor kamerverhuur of hennepteelt te gebruiken wordt deze feitelijk aan de woonruimtevoorraad onttrokken. Hiertegen kan nu met behulp van de Huisvestingswet snel en effectief opgetreden worden. In de nieuwe wet is dit niet duidelijk geregeld, waardoor de grote steden ook dit instrument zouden kunnen kwijtraken.

Eigen inwoners eerst
Aan gemeenten wordt in de nieuwe wet de mogelijkheid geboden om in maximaal 50% van het vergunningplichtige deel van de woningvoorraad woningzoekenden, die een economische of maatschappelijke band met de eigen gemeente hebben, voorrang te geven. Deze invulling geeft volgens de G4, enkel een sterkere positie aan gemeenten die zonder ruimtelijke of maatschappelijke noodzaak een werend beleid willen voeren door eigen inwoners voorrang te geven. Effectief zou dat het einde van de huidige open woningmarkt in en om de grote steden betekenen.

Verhoging regeldruk
In de nieuwe Huisvestingswet is geen ruimte meer voor overeenkomsten tussen gemeenten en verhuurders waarin verdelingsregels zijn opgenomen. Alle regels moeten in de Huisvestingsverordening staan. De huidige praktijk in de steden is dat meestal gewerkt wordt met een combinatie van (regionale) verordening en afspraken tussen gemeente en corporaties. In de verordening staat de hoofdlijn van het beleid; in de overeenkomst staan eventuele afwijkende of aanvullende toewijzingsregels. Ook ontheffingen van de verplichting om een huisvestingsvergunning aan te vragen kunnen daarin opgenomen zijn. Zowel voor overheid, verhuurders als woningzoekenden betekent de wijziging een vergroting van de regeldruk en bureaucratie. De steden pleiten voor de mogelijkheid om, binnen het kader van de verordening, afspraken met corporaties te kunnen blijven maken.