Rijksoverheid
1
Toespraak van Uri Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken, bij de EL&I week,
Den Haag, 31 oktober 2011
Dames en heren,
Drie weken geleden was ik op de FME Conecta 2011. Daar ging het over ondernemen in de
technologische industrie. Daar vertelde Philips Lighting hoe zij contracten hebben binnengehaald
voor Euro 2012, in Polen en Oekraïne. Voor de verlichting van de voetbalstadions. De oprichter
van het jonge, snelgroeiende DonQi Urban Windmill sprak ook. Hij verkoopt kleine
windturbines. Die leveren voor relatief weinig geld duurzame energie op. En, minstens zo
belangrijk, een groen imago dat we naar het buitenland kunnen exporteren.
Die inventiviteit en ondernemingslust van deze bedrijven zijn zeer aansprekende voorbeelden.
Precies wat dit kabinet, Rutte I, wil stimuleren. Het kabinet Rutte is een pro-business kabinet.
Niet een kabinet voor zakkenvullers maar voor economische groei en innovatie, voor het
opkrikken van de werkgelegenheid hier en in het buitenland. Het maakt zich sterk voor welvaart,
voor groei en voor werkgelegenheid. Onze buitenlandse handel is daarbij cruciaal. Eén op de drie
Nederlanders heeft een baan die direct of indirect te maken heeft met de export. Het gaat daarbij
om grote getallen. Twee weken geleden was ik in Tokio en ook daar kijkt men op van de
honderden miljarden die Nederland exporteert.
Nog even terug naar de Conecta. Philips en DonQi Urban Windmill zeiden namelijk allebei dat
ze zonder onze ambassades en consulaten niet zo ver waren gekomen in een aantal landen. Dat
bent u dus: daar mogen we trots op zijn. U doet voortreffelijk werk. Philips Lighting gaat nu
bijvoorbeeld naar Qatar vanwege het WK 2022. De ambassade in Doha helpt daarbij. DonQi
Urban Windmill krijgt voet aan de grond in vele Europese landen. Hun streven: iedere drie
maanden één nieuwe markt veroveren. Verschillende Europese posten helpen daarbij. Om die
reden is het niet zo gek dat we onze posten in de EU-landen behouden. Anders dan bijvoorbeeld
Zweden, dat flink aan het snijden is.
Handelsbevordering, trouble shooting en lobbying. Ik wil u vragen daar onverdroten mee door te
gaan. U, vertegenwoordigers van de BV Nederland op onze posten in het buitenland.
Economische diplomatie: u doet al lang en met verve, maar als het aan mij ligt, mag er nog een
schepje bovenop. Dat hebben we nodig, ook uit concurrentie overwegingen. We moeten het nog
beter doen dan anderen. En van alle contacten ook contracten maken.
Denk aan vrijhandel, verbeterde markttoegang en een echte interne Europese markt. Daar zijn
banen en vooruitzichten op een betere toekomst ook cruciaal.
Waar ik het nu met u over wil hebben: wat betekent de nieuwe inzet op economische diplomatie
voor u? Ik loop drie punten kort met u langs:
1. Gevolgen voor het postennetwerk;
2. Uw werk op de posten;
3. Hoe gaan we in u investeren voor meer economische diplomatie?
Allereerst het postennetwerk. Toen we dat gingen herzien, hebben we het Nederlandse
bedrijfsleven bewust om zijn mening gevraagd. Hun boodschap was duidelijk: hou uw
wereldwijde netwerk. En dan vooral in de strategische landen. Denk aan Brazilië, Rusland, India
en China, de BRICs. Of, inclusief Zuid-Afrika, de BRICS. Om dat in perspectief te zetten: Italië
heeft nu een exportvolume vanuit Nederland dat groter is de BRICS-landen gezamenlijk. Maar
we moeten schuiven in onze oriëntatie omdat de verdere groeiperspectieven vooral buiten
Europa liggen.
En we hebben nog de MIKT - Mexico, Indonesië, Zuid-Korea en Turkije. En rapidly emerging
economies zoals Bangladesh, dat we tot nu toe vooral kennen als een OS-land. Twee weken
geleden was ik in het rampgebied van de tsunami in Japan. Daar zijn ze erg geïnteresseerd in de
Nederlandse expertise op watermanagement en landaanwinning. Greenport Holland International
stuurt binnenkort een missie die kant op om kansen te grijpen. Dat zijn landen en markten waar
het om gaat.
We hebben goed naar deze boodschap geluisterd. We slanken de posten wel af. Maar we sluiten
er zo min mogelijk. Daarbij geldt: vorm volgt functie. Wat het beste past bij wat je wilt
3
realiseren. Waar dat kan, creëren we éénmansplekken. Of gaan we werken met reizende
ambassadeurs. En we sluiten niet alleen posten, we openen ook nieuwe posten op strategische
plekken. Komende maand gaat onze nieuwe ambassadeur naar Panama. Dat wordt één van de
belangrijkste hubs in die regio. Het Panama-kanaal wordt dubbel verbreed. En we zijn een eind
op weg met ons besluit over een nieuw consulaat-generaal in West-China. Daarmee volgen we
de markt, die verschuift van Oost- naar West-China.
Tweede punt: wat betekent de nieuwe focus op economische diplomatie voor uw werk? Het
betekent dat u die economische functie steeds tussen de oren heeft en voor ogen houdt.
Niet alleen de economische afdeling, de landbouwraad of de Technisch Wetenschappelijk
Adviseur. Maar ook de ambassadeur himself, de politiek adviseur of de culturele attaches. Ik
hoef u vast niet uit te leggen dat een optreden van het Concertgebouworkest vaak vele deuren
opent.
Derde punt: hoe zorgen we ervoor dat u economische diplomatie nog beter kunt uitvoeren? We
willen meer halen uit de kruisbestuiving tussen overheid en bedrijfsleven. Daarom richten we de
detacheringen van u en uw collega's bij Nederlandse bedrijven strategischer in. Meer focus op
bedrijven in de Nederlandse topsectoren. U moet zelf ervaren hoe deze bedrijven werken. What
makes them tick. Zodat u kansen in het buitenland kunt signaleren en verzilveren.
Bij meer economische diplomatie hoort ook meer talenkennis. Niet alleen Engels en Frans, maar
ook Arabisch, Chinees, Russisch, Spaans en Portugees. De talen van de snelgroeiende
economieën. Er komen meer cursussen in ons aanbod. Let wel: opleidingsaanbod. Het is aan
uzelf daar gebruik van te maken.
Dan hebben we ook nog onze strategische reisagenda, die we hanteren om strategisch om te gaan
met de reizen van verschillende overheden. Zodat bepaalde landen niet in een week drie
bezoeken ontvangen. Ook nemen we boodschappen voor elkaar mee.
'Mensen, wij zijn een normaal bedrijf.' Dat zei Jeroen van der Veer, met wie ik veel contact heb,
tegen zijn medewerkers toen hij CEO was van Shell. Wij zijn geen bedrijf, maar economische
4
diplomatie is voor ons wel normaal en dat moeten we zo houden. Sterker nog: het is één van
onze belangrijkste lifelines, waarmee we onze welvaart en onze banen overeind houden. We
gaan samen de schouders eronder zetten. Voor u allen geldt, dat een schepje er bovenop resultaat
voor ons allen zal opleveren.
Dank u wel.