Rijksoverheid
Opkomende economieën belangrijk voor Nederlandse economie
Nieuwsbericht | 31-10-2011
De handel met Brazilie, Rusland, India en China wordt steeds
belangrijker voor de Nederlandse economie. Het aandeel van deze
zogenaamde BRIC-landen in onze totale import is gestegen van 4% in 1996
naar 16% in 2010, vooral door de sterke stijging van de import uit
China. Dat blijkt uit de externe link: Internationaliseringsmonitor
2011 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Economische ontwikkeling
Staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie (EL&I) ziet in de cijfers een bevestiging van de inzet van
het kabinet: 'De relaties met onder andere deze BRIC-landen worden
intensiever, bijvoorbeeld met handelsmissies. Onze ambassades richten
zich steeds meer op economische diplomatie. Bedrijven die willen
handelen en investeren in het buitenland worden daar door ons geholpen.
De topsectoren van de Nederlandse economie zoals landbouw, water of
high tech kunnen een bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling
in die landen én het is goed voor onze economie.'
Geen verlies van banen
De vrees dat overnames door buitenlandse bedrijven leiden tot een
daling van de werkgelegenheid blijkt onterecht. Het blijkt dat het
aantal banen na een overname juist licht stijgt. Het maakt hierbij geen
verschil wat de nationaliteit is van de overnemende of de overgenomen
partij.
Internationale handel
Eén op de 10 bedrijven in Nederland is actief in internationale handel.
Het grootste deel van de handel is geconcentreerd bij een paar
bedrijven. De top 1% van de Nederlandse bedrijven die internationaal
handelen zijn goed voor bijna 74% van de Nederlandse importen en 71%
van de exporten. China staat op de derde plek van onze importlanden.
Andersom is Nederland ook belangrijk voor China: ons land staat op de
6e plek van de belangrijkste exportbestemmingen van China. Hoewel de EU
onze belangrijkste handelspartner blijft, daalde het aandeel van de EU
in onze totale importen van 64% in 1996 tot net over 50% in 2010.
Buitenlandse bedrijven belangrijk voor Nederland
Door internationalisering verplaatsen sommige Nederlandse bedrijven
activiteiten naar het buitenland. Bij deze bedrijven daalt de
werkgelegenheid. Hiertegenover staat het toenemende aantal buitenlandse
bedrijven dat zich in Nederland vestigt en voor werkgelegenheid zorgt.
In 2009 genereerden deze bedrijven meer dan een kwart van de
toegevoegde waarde, een zesde van de werkgelegenheid en bijna een derde
van de totale omzet van de private sector. Meestal creëren buitenlandse
bedrijven meer banen dan Nederlandse bedrijven en hebben ze meer
hoogbetaalde werknemers in dienst. Uit recent eerder onderzoek van het
CBS bleek al dat in de periode 2000 en 2007 bedrijven in buitenlands
bezit goed waren voor het merendeel van de Nederlandse banengroei,
vooral bedrijven die van Nederlands bezit naar buitenlandse handen over
gingen.