Rijksoverheid


Onze Referentie DAF-624/11 Uw Referentie 2011Z19808

Datum 31 oktober 2011

Beantwoording vragen van het lid Ferrier over geweld tegen Nuba's in het zuiden van Sudan

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ferrier over geweld tegen Nuba's in het zuiden van Sudan. Deze vragen werden ingezonden op 10 oktober 2011 met kenmerk 2011Z19808.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

Dr. B. Knapen

Pagina 1 van 3



Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken en Dr. B. Knapen, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Ferrier (CDA) over geweld tegen Nuba's in het zuiden van Sudan.

Vraag 1 Bent u op de hoogte van het steeds hoger oplaaiende geweld tegen de inwoners van Nuba-bergen, een gebied in het zuiden van Sudan? Antwoord Ja. Vraag 2 Hoe beoordeelt u de ernst van dit geweld mede in het licht van de voortdurende onrust aan de grenzen tussen Sudan en Zuid-Sudan? Op welke manier en via welke kanalen heeft u het regime in Khartoem opgeroepen om het geweld tegen de Nuba's te staken en welke stappen zult u nog nemen? Antwoord Wij zijn bezorgd over het voortdurende geweld aan de grens tussen Sudan en Zuid-Sudan. Vooralsnog ziet Zuid-Sudan het conflict aan de zuidgrens van Sudan (in Zuid- Kordofan en Blue Nile) als een interne aangelegenheid. Sinds het oplaaien van het conflict bepleit Nederland, zowel bilateraal, in EU en VN verband alsmede met de leden van de Internationale Contactgroep Sudan, bij de Sudanese regering en de SPLM-Noord om het geweld te beëindigen en te onderhandelen over een politieke oplossing. Vraag 3 Beschikt u over aanvullende informatie ten aanzien van de geruchten dat er sprake is van aanvallen met chemicaliën door de regering van president Omar Al Basjir in dit gebied? Zo ja, bent u bereid deze feiten te gebruiken ter ondersteuning van uw eerdere pleidooi voor een internationaal onderzoek naar de gewelddadigheden in Zuid-Kordofan? Antwoord Toen het conflict in Zuid-Kordofan op 5 juni jl. begon was sprake van een gerucht over een transport met chemische wapens dat van Khartoum naar Zuid-Kordofan onderweg zou zijn. Het is moeilijk deze geruchten te verifiëren omdat internationale waarnemers niet of nauwelijks toegang hebben tot de twee protocolgebieden. Daarom pleit Nederland voor een onafhankelijk internationaal onderzoek naar vermeende mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in Zuid-Kordofan en Blue Nile. Vraag 4 Deelt u de mening dat binnen de ontwikkelingsrelatie met Sudan bijzondere aandacht zou moeten zijn voor de veiligheid van het leefgebied van de Nubabevolking? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier komt dit tot uiting? Antwoord Nederland is voorstander van volledige implementatie van het Comprehensive Peace Agreement (CPA). Op grond van het CPA dienen in de twee protocolgebieden Blue Nile en Zuid-Kordofan zgn. popular consultations plaats te vinden waarin de bevolking zich indirect mag uitspreken over de constitutionele,

Directie Sub-Sahara Afrika

Onze Referentie DAF-624/11

Pagina 2 van 3



bestuurlijke en veiligheidsarrangementen die het CPA in afzonderlijke protocollen voor deze deelstaten in het leven heeft geroepen. Inzet is vooral de mate van autonomie en financiële onafhankelijkheid van de centrale regering in Khartoum. In de politieke dialoog met Sudan dringt Nederland aan op democratisering in de geest van het CPA en op bescherming van de mensenrechten, inclusief die van groepen als de Nuba. Vraag 5 Kunt u een inschatting geven van de hulpbehoefte die is ontstaan naar aanleiding van de gewelddadigheden, mede in het licht van het feit dat deze samenvielen met de start van het zaai- en plantseizoen? Kunt u aangeven op welke manier aan deze behoefte tegemoet kan worden gekomen en hoe de internationale gemeenschap de bereikbaarheid van de bevolking in het gebied kan verbeteren? Antwoord De overheid van Sudan ontzegt sinds het uitbreken van het conflict internationale humanitaire organisaties de toegang tot het grootste deel van Zuid-Kordofan, waaronder het Nuba-gebergte. Humanitaire hulpverleners en konvooien worden tegengehouden waardoor de hulp de getroffen bevolking niet bereikt. Het gebrek aan toegang betekent dat het tevens moeilijk is om de aantallen hulpbehoevenden in kaart te brengen. Schattingen gaan uit van ongeveer 230.000 ontheemden die zich in het Nuba-gebergte zouden bevinden. 12.000 mensen uit Zuid-Kordofan zijn gevlucht naar Zuid-Sudan. Zolang er geen toegang is, zullen de noden toenemen. Nederland bepleit de internationale druk op de Sudanese regering te verhogen opdat humanitaire organisaties toegang wordt verleend om de getroffen bevolking hulp te bieden.

Directie Sub-Sahara Afrika

Onze Referentie DAF-624/11

Pagina 3 van 3






---- --