Wageningen Universiteit en Researchcentrum 31 okt 2011

Onderdeel: Alterra

Hoogveen in Nederland staat onder druk van klimaatverandering, zeker bij een scenario met stijgende temperaturen en meer verdroging (KNMI-scenario W+). De Tweede Kamer vroeg zich af of maatregelen voor het herstel van het hoogveen nog wel zin hebben. Uit onderzoek van Alterra, onderdeel van Wageningen UR, blijkt van wel. Een optimale waterhuishouding is voorwaarde.

Levend hoogveen kwam ooit in grote delen van Atlantisch Europa voor, maar is nu een Natura 2000-habitattype dat nog slechts fragmentarisch voorkomt. Actief hoogveen vereist een continue beschikbaarheid van water en voedselarme omstandigheden. Voor hoogveenherstel moet bijvoorbeeld de stikstofdepositie fors worden teruggedrongen. Maar heeft dat nog wel zin bij het klimaatscenario W+ van het KNMI? Dat scenario gaat uit van een temperatuurstijging van twee graden in 2050 en een gewijzigd luchtstromingspatroon met meer oostelijke winden, met afnemende regenval in de zomer en toenemende verdamping als gevolg.

In opdracht van het ministerie van EL&I onderzocht Alterra, samen met Wageningen University, de Unie van Bosgroepen, de Vlinderstichting en het KWR Watercycle Research Institute het toekomstperspectief van levend hoogveen in een veranderend klimaat. âHet gaat hierbij om het neerslagoverschot, de temperatuur en de positie in het landschap,â zegt Alterra-onderzoeker Rienk-Jan Bijlsma. âDe omstandigheden zijn het gunstigst in gebieden waar het actieve hoogveen water uit zijn directe omgeving ontvangt, dus niet alleen afhankelijk is van regenwater. Ook in gebieden waar geen hydrologische herstelmaatregelen zijn uitgevoerd wordt kwaliteitsverbetering geconstateerd, mede door de afgenomen zwavel- en stikstofdepositie. De laatste 10 tot 15 jaar is sprake van stabilisatie of zelfs een overwegend positieve trend in de kenmerkende flora en fauna van hoogvenen.â

Instandhouding van actief hoogveen kan waarschijnlijk ook onder het klimaatscenario W+ worden gerealiseerd. Voorwaarde hiervoor is een optimale waterhuishouding. Rienk-Jan Bijlsma: âDus met voldoende hoge grondwaterstanden in de zandondergrond en de veenbasis, in combinatie met een ondoorlatende laag of de toevoer van lokaal water. Op de langere termijn zijn bij het W+-scenario meer waterhuishoudkundige maatregelen nodig, zoals het aanleggen van bufferzones, het verhogen van de drainagebasis van de omgeving en het verder terugdringen van de stikstofemissies. Anders kunnen we het wel vergeten.â De inhoud van het rapport wordt onderschreven door het Planbureau voor de Leefomgeving.

Klik hier voor het rapport âHoogveen en klimaatverandering in Nederlandâ, Alterra-rapport 2225.

---

Zie het origineel