Nederlandse overheden krijgen IJslands geld terug
28 oktober 2011 -
De groep van Nederlandse overheden die deposito's hadden uitstaan bij
Landsbanki (de zogenoemde Noord-Hollandgroep), is zeer verheugd met de
uitspraak van de Hoge Raad in IJsland van vandaag in de twee zaken met
betrekking tot de gemeenten Alphen aan den Rijn en Dordrecht.
De Hoge Raad is, net als eerder de IJslandse bewindvoerders van
Landsbanki en een lagere rechtbank, van oordeel dat de twee overheden
bij voorrang moeten worden betaald uit de boedel van Landsbanki, omdat
zij deposito's hadden uitstaan bij de bank. De concurrente,
'niet-preferente' schuldeisers komen pas aan de beurt nadat de
preferente schuldeisers volledig zijn betaald.
`Dit is de grootste stap op weg naar het terugkrijgen van ons geld',
aldus de tevreden Noord-Hollandse gedeputeerde Financiën Elisabeth Post
namens de groep. Volgens Post kunnen de overheden mogelijk al dit jaar
een eerste uitbetaling tegemoet zien.
De zaak was aangespannen door grote banken en obligatiehouders die ook
een vordering hebben op Landsbanki en de voorkeurspositie van
depositohouders betwisten. De Noord-Hollandgroep had de twee gemeenten
voor een proefproces naar voren geschoven omdat de zaken van Alphen aan
den Rijn en Dordrecht in hoge mate vergelijkbaar zijn met de
omstandigheden van de andere leden. De verwachting is dat de zaken van
de overige overheden nu administratief kunnen worden afgehandeld.
Volgens de IJslandse wetgever namen de leden van de Noord-Hollandgroep
als depositohouders altijd al een voorkeurspositie in. Dit werd
aangevochten door grote banken en obligatiehouders die geld hadden
geleend aan Landsbanki. Zij betoogden daarbij dat de regel ongeldig
was, of in elk geval niet gold voor overheden met een deposito.
---
Provincie Noord-Holland