Rijksoverheid
Kabinetsreactie op SER-advies `Tijden van de samenleving'
Persbericht | 28-10-2011
De ministerraad heeft er op voorstel van minister Van Bijsterveldt van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en minister Kamp van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid mee ingestemd om vanaf volgend jaar in enkele gemeenten
te starten met een proef met zogenaamde sluitende dagarrangementen voor
4- tot 12-jarigen.
In deze gemeenten gaan scholen en buitenschoolse opvang intensiever
samenwerken om een meer sluitend aanbod voor werkende ouders met
kinderen aan te kunnen bieden.
Dat staat in de kabinetsreactie op het advies 'Tijden van de
Samenleving' dat de Sociaal Economische Raad eerder dit jaar uitbracht.
Een betere aansluiting van onderwijs, opvang en vrijetijdsvoorzieningen
moet de balans tussen arbeid en zorg voor ouders vereenvoudigen, de
opbrengsten van scholen verhogen en een positieve bijdrage leveren aan
de ontwikkeling van kinderen.
Op dit moment werken drie van de vier Nederlandse vrouwen in deeltijd.
Hun gemiddelde arbeidsduur ligt met 25 uur aanmerkelijk onder het
Europese gemiddelde van 34 uur. Onderzoek wijst uit dat een groot deel
van de vrouwen bereid is meer uren te gaan werken of weer aan het werk
gaat als arbeid en zorg beter te combineren zijn. Het advies van de SER
gaat in op de verschillende manieren om tijd en plaats van arbeid en
dienstverlening slimmer te organiseren, door het vergroten van de
flexibiliteit in tijd en plaats van arbeid en het beter afstemmen van
maatschappelijke voorzieningen op werkenden. Voor het laatste ziet de
SER vooral een rol weggelegd voor het onderwijs en de kinderopvang, de
gezondheidszorg en gemeenten.
De pilotgemeenten worden begin 2012 bekendgemaakt. Om scholen op lokaal
niveau te ondersteunen, heeft de ministerraad ingestemd met het
voorstel om de subsidie voor het eerder opgerichte Landelijk Steunpunt
Brede Scholen met drie jaar te verlengen. Het steunpunt fungeert als
centraal kenniscentrum op het gebied van brede scholen en stimuleert en
ondersteunt scholen, kinderopvangorganisaties, gemeenten en andere
partners bij de ontwikkeling van brede scholen.